382 Besloten de ingekomen lijst van eigendommen, welke de stad bezit in het kanton Bergum, gemeente Oenkerk, opgemaakt door de administratie van het Kadaster, goed te keuren en te zenden aan Tietjerksteradeel9-3-1822, 10. In verband met de lage graanprijzen heeft de verhuring der Stads eigendommen in 1822 652,60 minder opgebracht dan vorige jaren. R4-11-1822, 4. Door Raad aan Burgemeesteren verzocht de huurders der stadsplaatsen aan te schrijven de polissen van assurantie tegen brand aan de secretarie te bezorgen. R18-8-1823 (blz23, 4.) Door B. en W. besloten aan Z.M. bij adres te vragen om te beslissen of de ge meentebesturen, hetzij de leden allen, hetzij voor een gedeelte, hetzij geen derzelven, van de Hervormde Godsdienst zijn, in geval van beroeping van predikanten wegens de florenen, liggende op hun goederen, al dan niet kunnen stemmen. 1-8-1826, 16. Door het vaceren van de predikantsplaats te Garijp is niet uitbetaald de eeu wige rente, ten voordele van de tijdelijke predikant aldaar, groot, na aftrek van 1/5: 1,68 (Uit Rekening 1826). R25-7-1827, 8. (blz. 80) Missive Gouverneur omtrent de pachtprijs van Stads vastigheden in vergelijking met andere goederen. In advies gehouden door B. en W. 5-2-1828, 3. Antwoord: Zie Uitg. Missive dezerzijds 19—2—1828N180. 19-1-1828, 25. In 1831 is afgekocht een eeuwige rente ten laste eener zathe te Anjum, beho rende aan het Oud Burger Weeshuis, jaarlijks 3,64. R10—10— 183 13. (blz. 149 achterzijde nr. 21) Inzending door Ontvanger van enkele aanslagbiljetten der Grondbelastinglaats te kwartaal 1832, van bezittingen op naam van Leeuwarden, Harlingen, en andere mede eigenaren, met informatie hoe de betaling moet worden verdeeld. Door B. en W. in handen gesteld van H. van Noord, le Commies Secretarie, voor onder zoek. 20-4-1833, 12. Ontvanger gemachtigd de biljetten te voldoen en van de nader op te geven mede- eigenaren hun aandeel in te vorderen. Tevens machtiging verleend tot betaling der belasting voor de 2 afgebroken huisjes bij de kazerne, daar deze voor het vervolg toch geroyeerd worden. 21-5-1833, 10. Deelname door Stad aan leningen. Toezending door Gouverneur van 50 exemplaren van het bericht ener negotiatie van 20.000.000, teneinde daaraan bekendheid te geven. 16-10-1830, 4. Besluit van Gouverneur, houdende maatregelen ter uitvoering van een verplich te geldlening, indien er geen vrijwillige lening tot stand komt, waarbij o.a. aan de Commissie van Zetting (Raadsleden) uitnodiging wordt gedaan om over te gaan tot het doen van de splitsingen, volgens de Wet 28-6-1831 en volgens de Wet op het Personeel 28-6-1822. Besloten deze bemoeiing en het voorlichten der ingezetenen op te dragen aan èen' Com missie uit de Raad, t.w. Thijs Fe'enstra, Pier Zeper, Lodewijk FeyensMr. Willem Albar- da, Willem Hendrik Suringar, Meinardus Siderius de Wal, Nolle Jan Dirks. R11-7-183 15. Staat van de nummers der kunstbiljetten, bij de stad in bezit, die in ('s Rijks) werkelijke schuld moeten worden geconverteerd, t.w.: 2 stuks a 1.000, 1 stuks a 1.000, 115 stuks uitgelote a; 1.000, 6 stuks uitgelote 200, Ontanger gemachtigd deze biljetten ter conversie af te geven aan A. Bloembergen en Zonen alhier. 30-12-1841, 4. Rapport der Commissie tot de Financien in verband met de eerstdaags open te stellen vrijwillige geldlening (volgens Wet 6-3-1844, St. N14). B. en W. gemachtigd tot deelname tot zodanig bedrag, dat de stad gevrijwaard wordt voor belasting op de bezittingen. In de berekening dienen echter niet te worden opgenomen: markt- en voorstaangelden, opbrengst veemarkt, groentemarkt, vleesmarkt, etc., wat belastingen zijn, en evenmin de huur voor het lokaal van het Gerechtshof, e.d. Afschrift van dit besluit aan: B.en W,Voogden Nieuwe Stads Weeshuis, Stads Armvoog- dij, met verzoek aan deze om een soortgelijke maatregel te nemen. R14-3-1844, 6.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 133