396
J.V. Coulon en A. IJpes gecommitteerd om te zien of E. Cuperus behoorlijk
voldoet aan de huurconditiënR2-6-1817, 6.
'Door Raad besloten zich te verenigen met het rapport, en B. en W. te mach
tigen tot uitvoering van het laatste deel van het rapport. R7-7-1817, 2.
Missive van E. Cuperus, huurder der Stadsplaats bij de Poppébrug, aangaande
de bemaling van 9 pondematen land, behorende aan de heer B. Buma, welke thans wor
den verkocht. 10-6-1817, 2.
Bernhardus Buma verklaart niet tót betaling van maalgeld verplicht te zijn.
14-6-1817, 6.
Mededelingen aangaande het slecht gebruiken der plaats door de huurder E.
Cuperus.
Besloten het rapport der Raads Commissie te stellen in handen van de advocaat N. van
Giffen, tot verkrijgen van schadevergoeding. 29-7-1817, 12.
Door Ged. Staten machtiging verleend om te ageren in rechten.
2-9-1817, 6.
Wegens overlijden van de advocaat N. van Giffen, zijn de processtukken over
gedragen aan George L. Feijens. 29-9-1818, 14.
Raad wil spoedig de zaak beëindigen. R4 —1—1819, 8.
Toezending der specificatiën van Mr. G.L. Feijens, wijlen N. van Giffen, S.B.
Stienstra, procureurs, tesamen bedragende 209-9-14, in verband met de verkoop
van de plaats, verhuurd aan E. Cuperus. 26-10-1819, 5.
Advies Raads Commissie: betalen. Rl—11—1819, 4.
Goedkeuring door Ged. Staten tot betaling van 18,82 aan de Erven N. van
Giffen, 138,91 aan S.B. Stienstra, 50,30 aan L. Feijens1 1—12—1819, 4.
Door Raad besloten een overeenkomst te treffen met de huurder E. Cuperus,
over het ontruimen der plaats, in verband met plannen tot publieke verkoop.
R14—1— 18 192.
Goedgekeurd door Ged. Staten. 6-2-18 19, 6.
R1-3-1819.
Goedgekeurd door Z.M. 18-5-1819, 1.
R7-6- 18 19, 3.
Door Raad besloten tot de verkoop in 7 percelen door Notaris J.C. Bergsma.
R5-7-1819, 18.
Op Vrijdag 30-7-1819 is de plaats ingezet op 13.129,31-7-1819, 8.
R2-8-1819, 8.
De plaats is verkocht aan diverse kopers voor 14.453,..14-8-1819, 8.
R6-9-1819, 11a.
Verzoek van de Ontvanger om mededeling hoe het gedeelte der koopschat, dat
is ingekomen: 7.669,20, te beleggen.
Door Raad besloten het bedrag, evenals het nog volgende, met hulp van Thijs Feenstra
te beleggen in Inschrijvingen op het Grootboek Nederl. Schuld. R6-3-1820, 5.
Plaats achter Cambuur (M231).
Pachter tot 1815: Trijntje Lieuwes, Wed. Sijbolt Pieters.
Besloten tot openbare verhuring op 20-11-1815. 7-11-1815, 1.
Bij openbare verhuring op 20 en 21 november 1815 voor de tijd van mei 1816
tot mei 1823 verhuurd aan Wed. S. Pieters voor 1.100, 25-11-1815, 1.
Door Raad aan B. en W. opgedragen de openbare verhuring van de plaats achter
Cambuur, verhuurd aan Harmen Heeres Poelsma voor 1.235,tot 1831.
R23-8-1830, 7.
Op grond van bovengenoemd Raadsbesl., door B. en W. de verhuring vastgesteld
op 2 1-9-1830. 28-8-1830, 6.™
Deze plaats was verhuurd aan Harmen Heeres Péelsma voor 1.225,
Bij openbare verhuring is geboden 985,
Door de huurder is geboden 1.100,
Plaats voor 6 jaar verhuurd aan Harmen Heeres Poelsma voor 1.100,
R4-10-18307.
Verzoek van Harmen Heeres Poelsma om de jaarpacht, verschenen Mei 1.1., tus
sen 1 mei en 12 mei 1832 te mogen betalen, daar hij door het natte weer in vorige
jaren weining melk heeft ontvangen, terwijl hij 20 koeien heeft verloren.
Door B. en W. aan Raad gunstig voorgedragen. 6-9-1831, 6.
Door Raad besloten B. en W. te machtigen het uitstel te verlenen, indien de
borg daarin genoegen neemt. R13-9-1831, 6.
Op grond van bovenstaand Raadsbesl. en van de verklaring van de borg Heere
Harmens Poelsma, is door B. en W. uitstel van betaling gegeven tot 1-5-1832.
17-9-1831, 9.