408
Machtiging door Ged. Staten verleend.
Zie: Ingekomen Stukken N432. 17—10—1815, 2.
M17- 10- 1815.
Verzoek van Frans Aukes van der Wal, huurder van het Stads Tolhuis aan de
Zwarte Weg, met tollen en enkele losse landerijen, om bij het eindigen der huur op
12-5-1823 wederom 7 jaar te mogen continueren.
Toegestaan, want de huurder bewoont het pand goed en is geen huur achter.
R2-9- 18222.
Op voorstel van B. en W. besloten nog voor 1 jaar te verhuren aan Frans
Aukes van der Wal: de woning Tolhuis aan de Zwarte Weg, voor 100,
Verder: het weiland aan de Kalverdijk voor 85,en het stuk greide bij het Tolhuis
voor 95,— R17-1- 183 18b.
Stadsherberg "De Klanderij" buiten Wirdumerpoort.
Verzoek van Geert Plekker, kastelein buiten de Wirdumerpoort, om zijn huur
recht te mogen overdragen 12—5—1819 - 12-5-1822) aan Johannes van Lingen en Akke
Rienks Dijkstra, wonende 01de Galileën.
In Raad gebracht. 29—12—1818, 13.
Raad gaat accoord. R4—1—1819, 6.
Verzoek van Johannes van Lingen en Akke Rienks Dijkstra, echtelieden, huurders
der Stadsherberg "Klanderij", om 12-5-1822, bij eindiging der huur, 3 jaar continuatie
tot 12-5-1825.
Door B. en W. aan Raad voorgelegd, en daarbij tevens voorgesteld of het niet voorde
liger is de taxatie uit de Stadskas te voldoen, evenals bij de Oude Schouw.
3-11-1821, 7.
Beslissing Raad: Taxatie; dan is wellicht meer huur te bedingen. Geen conti
nuatie. R5-1 1-1821, 8.
Herberg getaxeerd voor 1.565,80.
Dit door B. en W. aan Raad mede te delen. 24-11-1821, 10.
Machtiging door Ged. Staten om de evt. waarde aan de afgaande huurder te vols?
doen
Aan Raad medegedeeld. 29-12-1821, 7.
7-1-1822, 3.
Door Raad het volgende bepaald aangande verhuring Klanderij met polle land:
1. Publiek verhuren voor 5 jaar: 12-5-1822 tot 12-5-1827.
2. Onderhoud komt ten laste der stad.
3. De huurder geeft borgstelling en betaalt 1 jaar vooruit.
4. Getaxeerde waarde 1.565,80 op Begroting 1822. R3—12—1821, 13.
Mededeling dat "Klanderij" is verhuurd aan Minze Feddes, zilversmid in de
Schrans, voor 536,per jaar, die als borg stelde: Hendrik Flieringa, zilversmid
alhier. 1541-1822, 13.
Mededeling in Raad. R4-2-1822, 9.
Verzoek van Minze Feddes, huurder "Klanderij", om in het keukentje achter een
fornuis te mogen aanbrengen voor zijn zilversmede rij
Toegestaan door B. eri W.mits ontruiming op eigen kosten bij het eindigen van de huur
28-5-1822, 4.
B. en W. gemachtigd om op de bestaande voorwaarden opnieuw te verhuren:
o.a. "De Klanderij" buiten de Wirdumerpoort. R2-10-1826, 9.
Verpachting op 21-11-1826 van de herberg "Klanderij"..
Geboden is 242,per jaar. Daarom ingehouden.
De tegenwoordige pachter, Minze Feddes, voor 400,gecontinueerd voor 5 jaar,
ingaande 12-5-1827. R11-12-1826, 17.
Verzoek van de huurder Minze Feddes, om de stal van "De Klanderij" te vergro
ten.
In handen Architect voor onderzoek. 28-2-1829, 18.
Aangezien de pachttijd van "De Klanderij" (en de Oude Schouw) op 12—5— 1832 ein
digt, wordt door Raad aan B. en W. en Bouw Commissie opgedragen te onderzoeken, in
hoeverre in de pachtvoorwaarden verandering is te brengen. R5-8-1831, 10.
Wegens het ongunstige tijdstip door Raad besloten de verpachting uit te stel
len, en de tegenwoordige pachters 1 jaar te continueren. R13—9—1831, 8.
De pacht van "De Klanderij" is gecontinueerd van 12 mei 1832 tot 12 mei 1833
aan dezelfde pachters voor hetzelfde bedrag. R4 10—1831, 4.
Door Raad besloten de verpachting van "De Klanderij" te beproeven voor 7 jaar,
ingaande 12 mei 1833. R3-9-1832, 7.
In verband met bovengenoemd Raadsbesluit is door B. en W. besloten de ver
pachting van "De Klanderij" (en de Oude Schouw) te doen plaats hebben op Zaterdag
20-10-1832. Aankondiging in Leeuw, en HaarlCrt. 18—9—1832, 8.