274
Toezending door Gouverneur van verzoek van Kamer van Koophandel aan Ged.
Staten, om pogingen aan te wenden, dat door de Regering der stad wordt voorzien
in een reeds jaren bestaande, doch thans meer dan ooit gevoeld wordende behoefte
aan een doelmatig Beursgebouw alhier.
In handen Financiële Commissie. R6-6-1850, 3.
Commissie herinnert eraan, dat in 1836 P.K. Smeding c.s., verzochten een
Beurs te stichten, dat in 1838 door Raad is besloten tot de stichting, en dat in
Okt. 184 1 daarvoor 10.000,op Begroting is gebracht, terwijl ook reeds huizen
aan de Nieuwe Kaai zijn aangekocht. Tengevolge van de toestand der Stads Financien
is men niet verder gekomen.
Commissie heeft onderzoek ingesteld naar de exploitatie der beursen te Groningen
en Dordrecht, en adviseert op grond daarvan de aanvoer van graan niet te belasten,
maar de stichting voor rekening der stad te nemen, waartoe op Begroting 1851 een be
drag is te brengen.
In dezen zin is geantwoord aan Commissie des Konings(Missive N51/998).
R14-9-18507.
Adres van P.H. van der Meulen c.s., allen alhier, aangaande een nieuw
Beursgebouw.
Door Raad besloten, alvorens een beslissing te nemen, te informeren bij de Kamer
van Koophandel aangaande:
a. Grootte en inrichting van een dergelijk gebouw.
b. Plaats, waar het gebouw te stichten.
Zie Missive dezerzijds 5-12-1850, N29/1380. R5—12—1850, 6.
Antwoord Kamer van Koophandel op Missive bovengenoemd, aangaande de meest
doelmatige inrichting van een beursgebouw, over de omvang en de plaats, daarvoor
het meest geschikt.
Met als bijlage een statistiek van de Friesche landbouw.
Ter inzage der leden leggen.
In Februari in bespreking nemen. R2-1-1851, 4.
Rapport B. en W. aangaande de plaats voor een nieuwe Beurs.
Het voorstel van de Kamer van Koophandel om een Beursgebouw te zetten op het plein
bij de Waag, is niet aan te raden, daar dit terrein nodig is voor de markt, terwijl
velen hiertegen bezwaar hebben.
Een andere plaats is de Oosterkade, maar ook hiertegen is bij velen bezwaar. De
beste oplossing is de Vischmarkt over te brengen naar de Oosterkade, en een Beurs
gebouw te zetten op het Vischmarktterrein.
De kosten hiervan komen op 13.520,
Aldus besloten door Raad. (Mr. N. Fockema, J.C. Kutsch en Mr. G.N. Muiier hadden
bezwaar). R6-2-1851, 8.
In verband met dit Raadsbesluit is door B. en W. de Architect aangeschreven
spoedig daartoe de plannen op te maken. 8-2-1851, 23.
Aanbieding door B. en W. van de volgende stukken:
a. 3 requesten van inwoners aan de Oostzijde van de Vischmarkt, aangaande vestiging
van een Beurs aldaar.
b. Request van enige vischvrouwen met verzoek de Vischmarkt niet te verplaatsen
naar de Oosterkade.
c. Missive Architect, inzendende:
1. 2 conceptplannen voor een Vischmarkt op Oosterkade (A. en B.).
2. 2 conceptplannen voor een Beursgebouw op het terrein der Vischmarkt (A. en B.
benevens enige inlichtingen.
Deze stukken gedurende 8 dagen te leggen ter Secretarie, ter inzage der leden, en
behandeling op 10-4-1851. R3-4-1851, 8.
Missive Architect aangaande de nieuwe Korenbeurs en Vischmarkt, bij Raads
besluit R3-4-1851, 8. in advies gehouden.
Besloten is de vernieuwing van de boog van de Vischmarkt niet gedeeltelijk te doen
plaats hebben, maar geheel, volgens voorstel Architect. Deze boog zal zoveel ver
lengd worden als nodig is voor de Koornbeurs.
De overige lengte aan de Noordzijde af te breken.
Verder de aanbesteding van de Korenbeurs uit te stellen tot het najaar om in het
voorjaar gereed te zijn.
De nieuwe Vismarkt zal op het Zuideind van de Oosterkade worden gebouwd.
R10-4- 1851, 1.
Verzoek van:
a. 31 ingezetenen om de Beurs niet te stichten op de thans vernieuwd wordende boog
der oude Vischmarkt, maar deze alleen te doen strekken tot vergroting van het
plein de Wortelhaven, en de Beurs te laten waar deze thans is.
b. Verzoek van 32 ingezetenen om de Beurs niet te stichten op de boog der oude
Vischmarkt, maar op de Oosterkade, daar waar indertijd reeds panden daarvoor
zijn aangekocht