253. Missive van H. van Noord en Mr. J. Dirkscorrespondenten van 2 sedert jaren gevestigde solide brandwaarborgmaatschappijen, houdende verzoek om bij even tuele verwaarborging van Stadswege hun de commissie op te dragen. 20-10-1838, 8. Rapport der Raads Commissie., ingesteld bij Raadsbesluit van 15-10-1838, 12. om te onderzoeken naar de noodzaak van verzekering der gebouwen tegen brandscha de Geadviseerd wordt dit niet te doen, daar alle Stadsgebouwen, ter waarde van 400.000,een grote premie zullen vragen, terwijl de brandblusmiddelen hier in goede staat verkeren. Aldus besloten. R3-6-1841, 10. Uurwerken. Missive van H. van Noord aangaande de regeling der hoofdklok, met kort verslag van het door hem verrichte, sedert de regeling aan hem is opgedragen. Verder voorstel tot aanvulling der instructie voor de ondérhouder van het uur werk in de Nieuwe Toren. (Met tekst der instructie). Instructie wordt vastgesteld. H. van Noord wordt verzocht zich te blijven belasten met het oppertoezicht. 14-3-1837, 4. Mededeling door B. en W. van dit rapport aan de Raad. Met groot genoegen door Raad aangehoord. R1—5—1837, 13. Vervolg van het verslag van H. van Noord, met staat ter aanwijzing van de gang der hoofdklok en regulateur van 31/3 tot 21/6 1837. Het toezicht op de uurwerken wordt definitief opgedragen aan H. van Noord, te gen beloning van 100,per jaar. R3-7-1837, 10. Inzending door de Oppertoeziener op de regeling der Stadsuurwerken naar de middelbare tijd van verslag over 21-6-1837 tot 21-6-1838, aangaande de regeling van de tijd en de gang naar de hoofdklok en regulateur gedurende deze periode, evenals vorig jaar. R22-6-1838, 3. Idem over de periode 22-6-1838 tot 11-6-1839, onder bijvoeging van een staat, opgemaakt uit het bijgehouden wordende dagboekje. Tevens verzoek het gebruik toe te staan van een zilveren zakhorloge met slepende seconden 60, of, wat nauwkeuriger is, van een met derde seconden 80, Machtiging verleend. R25-7-1839, 6. Inzending door Oppertoeziener op de uurwerken van het jaarlijks rapport van de tijd en gang dezer uurwerken. R6-7-1840, 5. De opwinder van het uurwerk Oldehove geniet een beloning van 30, De opwinder van het uurwerk Raadhuis ook een van 30, Wegens toeneming der werkzaamheden der laatste jaren zijn beide door de Raad verhoogd: de eerste tot 50,de tweede tot 45,R28—10—18414. (blz142, 36.) Machtiging door Raad aan B. en W. tot aankoop voor de Oppertoeziener der stadsuurwerken van een tijdbewaarder door A. Kaiser te 's Gravenhage, waartoe een uitgave van 70,wordt gevorderd. R7-1-1847, 19. Missive van Gouverneur aangaande een door het stedelijk bestuur van Leeu warden aangeschafte tijdbewaarder, samengesteld door de mechanicus A. Kaiser te 's Gravenhage. 9-6—1847, 6. Bericht van Gouverneur, dat H. van Noord, alhier, heeft medegedeeld be reid te zijn ten Raadhuize aan de zulks verlangende plaatselijke besturen inlich tingen te geven om te maken, dat de klokken in 't algemeen naar de middelbare tijd worden geregeld, en dat Gouverneur van plan is, in verband met het belang der zaak hieraan verder gevolg te geven, doch vooraf informeert, of hiertegen ook bij B. en W. bezwaar bestaat. Geen bezwaar bij B. en W. 1-6-1847, 6. Niet aangekochte panden. In de vergadering, speciaal belegd om te beslissen over al dan niet aankoop van de thans onder publieke verkoop zijnde woningen Korfmakerstraat C 5 en 6, voor inrichting als school, Kantongerecht, etc., is besloten deze niet aan te kopen. R6-1-1840, 1. Voorstel van W.H. Suringar om B. en W. op te dragen te onderzoeken of het huis E242 in het Zaailand, bewoond door Jacob Rodenburg, thans onder ver koop, geschikt is voor aankoop van stadswege. Aan B. en W. opgedragen. R9-4-1840, 13.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 3