305.
Verzoek Ged. Staten tot minnelijke afstand van het terrein in het Zaailand
voor Provinciaal Gerechtshof, onder opgave der voorwaarden.
Rapport Commissie:
Kan de Raad, zonder inconsequent te zijn, thans besluiten tot overdracht bij minnelijke
schikking, terwijl men eerst alleen maar bereid was tot overdracht door onteigening?
Dat de Raad slechts bereid was tot overdracht door onteigening, komt, door de onbe
tamelijke behandeling door Prov. Staten, die goedkeuring onthielden aan de overeenkomst
tussen Ged. Staten en de Stad, en zelf onaannemelijke voorwaarden opstelden, waarop
de stad alleen bereid was tot onteigening. Deze is door Min. van Binnenl. Zaken en
Justitie geweigerd.
Thans vragen Ged. Staten bij minnelijke schikking afstand van het terrein in het Zaai
land, dat beter is dan het andere aangebodene, en vragen de voorwaarden. Hierom en
om te voorkomen, dat Friesland nog langer zonder Paleis van Justitie blijft, wordt
door Commissie minnelijke schikking geadviseerd.
Door Raad besloten te beslissen op 19-6-1845, en inmiddels ter inzage der leden.
R5-6-18454.
Besloten het terrein in het Zaailand aan de Provincie af te staan voor een
Gerechtshof, onder voorwaarden:
a. Taxatie door deskundigen. (Lengte 200 el, breedte 54 el).
b. Gracht moet door Provincie gedempt en geplaveid worden. De benodigde aarde zal door
Stad worden aangewezen.
c. Provincie moet maken: riool, goede kolk en dwars door het Zaailand in de buiten
gracht een hoofdriool.
d. Plaatsing gebouw (mag hoogstens 46 el breed) in overleg met Raad.
Dezelfde Commissie als bestaan heeft, voor dit overleg te benoemen.
Aan Ged. Staten berichten, dat het de Raad aangenaam zal zijn, dat Provincie de gebou
wen van Timmerman Meyer amoveert. R19—6—18451.
•Besloten Raadsbesl. R19-6-1845, 1., aangaande afstand van grond voor Prov.
Gerechtshof en Rechtbank in zoverre te wijzigen, dat:
1. De plaats voor het gebouw wordt bepaald ter hoogte van de middelste brug.
2. Het gedeelte terrein, dat niet voor Gerechtsgebouw wordt gebruikt, moet open plein
blijven. R28-6-1845, 1.
Toezending door Ged. Staten van Besluit van Prov. Staten, met verzoek hieraan
te voldoen en de overeenkomst te sluiten.
In handen der Commissie ad hoe gesteld. R7-8-1845, 4.
Prov. Staten vragen de grond en de gracht te leveren, vrij van enige dienstbaar
heid, in verband met de verplichting tot leggen van een riool. Commissie verklaart, da
de vrijwaring in de aard der zaak ligt, en dat Prov. Staten te bezorgd zijn geweest.
In dien geest bericht aan Ged. Staten. R21-8-1845, 1.
Het door Ged. Staten toegezonden contract van overdracht goedgekeurd, getekend
en teruggezonden. R18—9—18456.
Toezoending door Gouverneur van een der dubbelen der acte van overeenkomst
tussen Provincie en Stad van grond voor Gerechtshof.
Mededeling dat door Provincie is benoemd als taxateur:
Jan Klazes van Riesen, koopman te Grouw. Verzoeke eveneens een voor Stad te benoemen,
en mede te delen, hoe te handelen, wanneer beide taxateurs het niet eens kunnen worden
Besloten de acte in het Archief te deponeren.
Tot taxateur te benoemen: Gerard Kruizinga, zonder beroep, alhier.
Mededelen, dat, wanneer de taxateurs het niet eens zijn, de gewone weg moet worden be
wandeld: benoeming door de Kantonrechter van een 3e, wiens beslissing dan bindend is,
voor beide partijen. 8-10-1845, 8.
Antwoord van Ged. Staten op Uitg. Missive dezerzijds 10-10-1845, N45/1056, aan
gaande de afstand van grond voor Gerechtshof.
Voorgesteld wordt, om, indien 3e taxateur nodig is, de benoeming daarvan te verzoeken
aan de President van het Gerechtshof, gelijk in gevallen waarbij de provincie werd be
trokken, meermalen heeft plaats gehad.
In advies gehouden, tot de benoeming van een 3e taxateur nodig mocht zijn.
22-10-1845, 10.
Toezending door Ged. Staten van op 2-9-1845 opgemaakte acte van overeenkomst
tussen Stad en Provincie, aangaande overdracht van grond voor Prov. Gerechtshof.
Tot taxateur is door de Provincie benoemd:
Jan Klazes van Riezen, koopman te Grouw. Raad wordt verzocht ook een taxateur te be
noemen. Is reeds geschied door B. en W.
Gerard Kruizinga alhier. R6-11-1845, 1.
Resolutie Ged. Staten in antwoord op Uitg. Missive dezerzijds 25-11-1845, N45/
1212, aangaande het maken van een stenen hoofdriool, etc. in het Zaailand en Ruiters-
kwartier. 29-11-1845, 6.
