311.
Toezending door Gouverneur van concept acte van overdracht.
Voorstel tot vaststelling van de dag der tekening. 26-10-1824, 2.
Toezending door Gouverneur van expeditie van procesverbaal van overdracht.
2-11-1824, 3.
Toezending ordonnantie van betaling ad 9.000,1-2-1825, 4.
Missive Administrateur Armwezen en Gevangenissen, houdende het vormen van
een buitenwacht voor de militairen, dienende tot bewaking der Gevangenis:
voorgesteld wordt een ruiling van het tegenwoordig Ziekenhuis met de Ammunitie- of
Turfschuur
In Raad gebracht. 1-10-1825, 7.
Mededeling door Gouverneur, dat deze als verblijfplaats voor de wacht bij de
Gevangenis heeft aangewezen een vertrek der Turfschuur, daar het tegenwoordige lo
kaal der wacht ongezond is.
Door Regenten der Gevangenis blijkt reeds op andere wijze in een wachtlokaal te zijn
voorzien. 19-8-1826, 9.
Verzoek van Hoofd Ingenieur Waterstaat alhier om vergunning tot een uitgang
van de woning van de Commandant, door de Zuidermuur van het Blokhuis op de Stads
wal uitkomende, vandaar met trap en pad afgaande naar het z.g.n. Heerepad.
In handen Architect om rapport. 2-9-1826, 7.
Tot wederopzegging toegestaan. 5-9-1826, 2.
In vergadering Raad, op verzoek van Gouverneur belegd op Zaterdag 21—10—
1837, heeft deze persoonlijk medegedeeld (in plaats van correspondentie: ter snelle
afdoening) dat het Rijk voornemens is de Gevangenis uit te breiden, en dat daartoe
gevraagd wordt: afstand van het Munitiehuis, van stal en woning aldaar, en van een
gedeelte der Stadswal om een gracht te graven van de Stadswal naar de Keizersgracht
Raad gaat accoord, onder voorwaarde:
1. De dam voor de hoofdpoort moet van metselwerk met een brug of boog.
2. Stadsgracht behoudt zijn breedte en blijft het eigendom van de stad.
3. Nieuwe gracht wordt eigendom van Rijk, dat deze moet onderhouden.
4. De wal der gracht wordt van stadswege beschoeid.
B. en W. worden gemachtigd de zaak aldus te regelen met Gouverneur.
R21-10-1837, 1.
Concept contract door Raad goedgekeurd. R11—12—1837, 6.
Door B. en W. besloten, naar aanleiding van het Raadsbesluit R21—10—1837, 3.
aangaande de afstand van gebouwen voor de uitbreiding der Gevangenis, aan Gouver
neur een bespreking voor te stellen ter regeling der overdracht, en daarbij de vol
gende voorwaarden te stellen:
1. Vergoeding voor gebouwen en grond 3.300,
2. De schuur niet aanvaarden voor 12-5-1838.
3. Rijk moet 2 bomen voor de nieuwe gracht leggen, zodat deze niet is te bevaren.
4. Stad moet beschikking houden over de modder en bomen van de wal.
Bespreking door Gouverneur bepaald op Zaterdag 28-10-1837. 27-10-1837, 1.
Missive Gouverneur omtrent de afstand van enige stadsgebouwen, etc. aan het
Rijk, tot verbetering der Gevangenis, mededelende, dat door Minister van Binnenl.
Zaken machtiging is verleend tot overname. Alleen wordt voorgesteld in plaats van
een stenen brug een houten brug te maken.
Geen bezwaar bij B. en W. 21-11-1837, 8.
Toezending door Gouverneur van contract aangaande de afstand van een gedeel
te der stadswal, etc. ter afsluiting van de Gevangenis.
Verzoeke dit na tekening te laten registreren, om het daarna aan Z.M. voor te leg
gen. 27-12-1837, 3.
Antwoord Gouverneur op Missive dezerzijds 19-4-1838, N53/380, aangaande de
afstand van een gedeelte stadsgrond ter afsluiting der Gevangenis.
12-5-1838, 4.
Bericht door Gouverneur, dat door Z.M. is bekrachtigd het contract voor de
afstand aan het Rijk voor 3.300,van grond met gebouw bij de Gevangenis alhier,
met vermelding, dat nu spoedig tot de geprojecteerde doorgraving zal worden over
gegaan.
Zal medegedeeld worden aan Raad.
Architect opgedragen plaats te zoeken voor een nieuwe Turfschuur en plan voor de
bouw daarvan te ontwerpen. 21-7-1838, 5.
Mededeling van het bovenstaande aan Raad (K.B. 3-7-1838, N88).
Departement van Binnenl. Zaken is reeds bezig de betaling te regelen.
R6-8- 18381.
Door B. en W. aan Gouverneur verzocht of de stad nog tot het volgend jaar
gebruik zal kunnen maken van de afgestane Turfschuur, aangezien de tijd te kort is
om voor het seizoen nog een nieuwe te bouwen, terwijl de oude schuur door het Rijk
waarschijnlijk niet voor April of Mei 1839 zal worden afgebroken.
(Missive dezerzijds 27-7-1838, N104/609). 24 7 1838, 5.