312.
Door Gouverneur wordt geantwoord, dat aan dit verzoek zal kunnen worden
voldaan. 4-8-1838, 6.
In verband met missive Gouverneur aangaande de weggraving van een gedeel
te grond by en om de Gevangenis, is door Raad een Commissie benoemd om te onder
zoeken, waar de weg te graven modder het best kan worden gebruikt, en of deze kan
worden gebruikt tot demping van de haven bij de Hoeksterpoortnaast de stadstimmer-
winkel, teneinde daar een nieuwe Turfschuur en een tweede Tussenschool neer te zet
ten.
Leden der Commissie: MrsW. Albarda, J. Eekma en C.J. van der Veen.
R6-9-18381.
Op grond van het rapport der Commissie is door Raad besloten de haven naast
de Stadstimmerwinkel te dempen en op dit terrein een 2e Tussenschool en een Turf
schuur te stichten. De eventueel na de demping nog overblijvende modder kan worden
geborgen tussen de bastions in het Zaailand, of wel op plaatsen ten Noorden der
stad. R13-9-1838, 1.
Toezending door Gouverneur van ordonnantie ad 3.300,wegens afstand
aan het Rijk van grond en gebouwen, volgens contract van 23-9-1837.
Op Begroting 1839 in Buitengewoon Ontvang gebracht. 5-10-1838, 9.
Dankbetuiging door Commissie van Administratie der Gevangenis voor de van
Stadswege verzorgde verlichting.
Verder mededeling dat tengevolge der afscheiding van het terrein door henzelf in
de verlichting zal worden voorzien.
Medegedeeld aan Stads Architect. 30-4-1839, 8.
Antwoord door Gouverneur op Missive dezerzijds 23-2-1843, N13/211, aangaande
het doorgraven van de wal tussen de Keizersgracht en de Stadsgracht alhier, ter
afsluiting van de Gevangenis. 4-3-1843, 5.
Mededeling door Gouverneur, dat Regering thans opnieuw overweegt een fina
le afsluiting der Strafgevangenis door een doorgraving van de Stadswal tussen Kei
zersgracht en Stadsgracht, bij de voormalige Dienaars transnaar een daarvan reeds
gemaakt project.
Gevraagd wordt of de stad bereid is tot een bijdrage: o.m. de kosten van ondervoe-
ting van een nieuwe gevel voor perceel N591.
Door Raad gesteld in handen Commissie (Mr. J.H. van Boelens, Jr. Mr. H.M. Speel
man Wobma, C.J. Feddes). R5—12—1844, 1.
Rapport der Commissie: Bij contract 23-12-1837 heeft de Stad aan het Rijk
afgestaan een gedeelte van de Stadswal Zuidelijk en Oostelijk van de Gevangenis,
en een terrein aan de Westzijde, met de afbraak van de Stadsschuren en woning daar
op staande, 6400 vierkante ellen voor 3.300, Het Rijk heeft voor de afbraak
ontvangen 1.485,dus heeft derhalve slechts 1.815,betaald.
De stad moet een nieuwe turfschuur bouwen voor 3.994,zodat deze terreinaf
stand aan de stad heeft gekost 694,zodat de stad voldoende inschikkelijk is
geweest
Wat de wederopbouw van de gevel van No. 591 betreft:
bij uitvoering van het plan volgens contract 1837 zou deze zijn weggebroken. Nu het
Rijk afwijkt van dat plan, bestaat er voor de stad geen reden om een project te
steunen, waar zij zelf geen voordeel van heeft.
Overeenkomstig dit rapport is aan Gouverneur bericht. R19-12-1844, 9.
Informatie door Gouverneur of B. en W. bij de gehele afsluiting der Gevan
genis alhier ook gebruik zullen maken van het bepaalde bij Art. 10 van het contract
van 23-12-1837: d.i. teruggave van de bomen, die na de afsluiting van de stadswal
en afgraving van deze worden gerooid.
Door B. en W. wordt bevestigend geantwoord: verlangd wordt teruggave der bomen.
24-7-1845, 2.
Verzoek Gouverneur om mededeling naar welke plaats de grond zal moeten wor
den vervoerd, die van de doorgraving van de stadswal tot afsluiting der Gevangenis
zal afkomen, om daarvan melding te maken in het bestek.
Hiervoor worden aangewezen: de Keizersgracht, om die te dempen, en de rest naar
de Oude Gracht bij Ruiterskwartier en Zaailand. R18-9-1845, 5.
Verzoek Architect om inlichting aangaande de rooiing bij de doorgraving van
de stadswal achter en nevens de Dienaarstrans
In verband hiermede wordt door B. en W. aan Gouverneur bericht, dat zij hebben ver
nomen, dat de doorgraving niet zal geschieden in de strekking van de Keizersgracht,
zoals bij Art. 2 van het contract van 23-12-1837 is bepaald, en dat met die rich
ting geen genoegen kan worden genomen.
Missive Architect in advies gehouden. 8-10-1845, 23c.
Missive Gouverneur in antwoord op Missive dezerzijds 11-10-1845, N38/1065,
aangaande de doorgraving van de wal bij de Gevangenis.
Voorgesteld wordt de door de stad aangeboden 500,tot amovatie van huis C160,
te verhogen met 219, en daarbij tevens te voldoen de meerdere kosten, die de
doorgraving in rechte strekking zal moeten opleveren.
Door B. en W. is dit voorstel afgewezen. 15-10-1845, 1.