MILITAIRE GEBOUWEN.
Kazernes, etc. Algemeen.
181 1-1813.
Toezending door Prefect, 12-3-1811, naar aanleiding van ontvangen missive van
Kolonel Genie, Directeur der Fortificatiën te Groningen, van Wet van 10-7-1791, aan
gaande de classificatie der plaatsen van fortificatie, maritieme posten en andere
dergelijke objecten. M6-4-1811, 18.
Index M 1811/12
fol. 42, N18
(6-4-1811)
Staat der Kazernes alhier.
Verzonden aan Fontein, Raad van Prefecture in dit Departement, bij Missive N159.
M1-8-1811, 4.
Index M 1811/12
fol. 41, N4
1-8-1811)
Mededeling door Prefect van de bepalingen, die Z.M. op 12-6-1811 heeft vast
gesteld aangaande de kosten der depSts aan de grote wegen voor veroordeelden, die
getransporteerd worden, alsmede ten aanzien der soorten misdaden, om te kunnen con
stateren, wat dienaangaande uit de Departementale fondsen kan worden aangevraagd.
M5-8-1811, 1.
Toezending door Prefect, 21-8-1811, van een exemplaar van het Keizerlijk Decreet
van 23-4-1811, rakende het onderhoud der militaire gebouwen, die aan de gemeenten zijn
afgestaan. Index M 1811/12
fol. 41NI
17-9-1811)
Ml 7-9-18 1 11.
18,14 en later.
Besloten het z.g.n. "Oude Raadhuis" van Mevr. Boelens te huren voor Kazerne.
1-2-1814, 14 d
Dit is ongeschikt. Bovendien verlangt J.G. Sijtzama het als bureau te behouden.
Provisioneel toegestaan. 4-2-1814, 10.
Verzoek Luit. Kolonel Guicheret, dat de Hoofdwacht mag worden afgestaan tot
Kazerne.
Is reeds verzocht aan Commissaris-Generaal. 9-3-1814, 3.
Geen bezwaar, indien geen veranderingen aan de constructie van het gebouw wor
den aangebracht. 12-3-1814, 2.
Besloten het huis van Jan ten Brink en Comp. op het Zaailand in te richten tot
Kazerne voor de Landmilitie. 14-4-18 14, 1.
Door Burgemeesteren besloten aan Commissaris-Generaal Dep. Vriesland te vragen
of de stad bij voortduring verplicht is aan de Luit. Kolonel van Sytzama een zodanig
huis gratis te leveren. 19-4--1814, 13. 6.
Missive Kolonel Directeur der Oostelijke Fortificatie-Directie, om opgave van
aan het Gouvernement behorende militaire gebouwen in de stad.
24-5-1814, 3.
Missive Gouverneur aangaande 319-19-8, wegens schade aan gebouwen, etc., door
de manschappen. 14-6-1814, 2.
Door Burgemeesteren besloten om, aangezien er meerder garnizoen, bestaand uit
cavalerie, wordt verwacht, de cavaleriestallen in orde te laten maken, en door de
Agent van Kazernering een staat te laten opmaken van de aanwezige en van de nog moge
lijke troepen. 7-3-1815, 10.
Door Z.M. besloten gedurende de komende winter aan de fortificatiën van diverse
steden in de Zuidelijke provinciën werkzaamheden te doen verrichten, die als werkver
schaffing zijn uit te voeren. 7-12-1816, 1.
Missive Onder-Inspecteur der Militaire Administratie te Groningen, houdende
aanbeveling van spaarfornuizen.
Door Burgemeesteren nader inlichtingen gevraagd. 4-11-1817, 2.
Tekening toegezonden.
Deze laten copieëren. 18-11-1817, 3.
Door Burgemeesteren geantwoord, dat tegen het invoeren van spaarfornuizen prac-
tische bezwaren zijn in de oude gebouwen, maar dat ze bij een evt. bouw van een nieuwe
kazerne daarin zullen worden aangebracht. 13-1-1818, 3.