334.
Verder het maken van 400 hangkastjes, 95 tafels en 191 banken voor de Kazerne.
Begroting 2.344,
Op 30-5-1829 voor 1.825 gegund aan Gerrit Lankhorst, Bouwe Hettes van Dijk, Klaas Jo-
hannes Frankema. R1—6—1829, 9. 3.
Op rapport van Architect is door B. en W. aan de Bouw Commissie medegedeeld,
dat de Nieuwe Kazerne is afgewerkt en kan worden opgenomen, met verzoek daartoe een
dag vast te stellen. 27-6-1829, 9.
Kazerne goedgekeurd.
Aan de aannemers de 3 laatste termijnen, groot 54.000,uit te betalen.
10-7-1829, 18.
Mededeling aan Gouverneur, dat de nieuwe Kazerne gereed is, maar nog niet is ge
verfd, en dat deze voor 1-11-1829 niet kan worden betrokken door de militairen.
Daarom aan Gouverneur verzocht te willen bevorderen, dat de najaarsexercitiën dit jaar
niet worden gehouden. 18-7-1829, 10.
Voorstel om ter opruiming van de grond bij de nieuwe Kazerne enige schadeloos
stelling te geven wegens het wegbreken van een huis, staande vooraan op de hoek.
In advies gehouden. R31-8-1829, 13.
Besloten de drie op de hoek bij de nieuwe Kazerne staande huisjes af te breken
ter verfraaiing. R6—10—1829, 11.
Besloten de vier woningen over te nemen van de volgende eigenaars, die daartoe
bereid zijn, en wel tegen de nevenvermelde bedragen:
Leendert Fransen 700,
Jacob Romein 437,
Jacob Romein 160,
Johannes de Vries 340
Totaal 1637
Deze huizen te amoveren. R2-11-1829, 1.
Voorstel door W.H. Suringar, om aan Prins Frederik, Commissaris-Generaal van
Oorlog, te verzoeken, toestemming de Nieuwe Kazerne de naam "Prins Frederik-Kazerne"
te mogen geven, en om het garnizoen te vermeerderen.
In advies gehouden. R6—10—182914.
Door Raad besloten de overdracht der nieuwe Kazerne aan het garnizoen, die
binnenkort moet plaats hebben, met enige plechtigheid, in tegenwoordigheid van de Raad,
uit te voeren en aan B. en W. de regeling daarvan op te dragen.
R2-11-1829, 4.
Besloten aan Prins Frederik te verzoeken de nieuwe Kazerne diens naam te geven
bij de overdracht op 7-12-1829, en om tevens het garnizoen dat thans klein is, te ver
groten, daar de Kazerne 1.000 man kan bevatten, en in bepaalde gevallen zelfs wel
1.400. R9-11-18292.
Z.K.H. heeft met genoegen de voltooiing der Kazerne geconstateerd, en geeft
toestemming voor de naam, terwijl vermeerdering van garnizoen momenteel niet mogelijk
is, daar de garnizoenen pas zijn ingedeeld, maar in de toekomst mogelijk wel.
28-11-1829, 1.
Mededeling in Raad. R14—12—1829, 1.
Plan om de nieuwe Kazerne tegen brand te verzekeren, en de voorwaarden, waarop
dit bij de Maatschappij te Utrecht mogelijk is.
In advies gehouden. R23-11-1829, 4.
Rapport Architect, dat afgewerkt en geleverd zijn de meubelen in de nieuwe Ka
zerne, op 30-5-1829 aangenomen door G. Lankhorst c.s. voor 1.825,
Order tot betaling afgegeven. 22-12-1829, 18.
Door Raad besloten aan de Stads Architect Gerrit van der Wielen en de Stads-
baas Jan Pieters van der Wal, wegens hun werkzaamheid bij het toezicht van de bouw
der nieuwe Kazerne, een geschenk te geven: voor 1/3 in bewerkt zilver, voor 2/3 in
geld, t.w.
Aan de de Architect 500,aan de Stadsbaas 100, R4—1 1830, 6.
Aan Architect is uitgereikt: een zilveren tabakspot en komfoor, ter waarde
van 198,en 302,Aan Stadsbaas een zilveren tabaksdoos, ter waarde van 38,
en 68,
Beide met inscriptie. 1-5-1830, 22.
Een schadeloosstelling van 1.627,is betaald aan de eigenaar van 4 wonin
gen bij de nieuwe Kazerne Prins Frederik, die zijn afgebroken. R15-3-1830, 10.
(blz. 16, achterzijde)
Machtiging door Ged. Staten tot betaling van 1.023,93, wegens verfwerken
aan de Kazerne Prins Frederik, uit het fonds Publieke Werken over 1829.
Ordonnantie uitgegeven. 1-5-1830, 9.
Verzoek der Majoors, Commandanten der 2 Bataljons der le Ban Rustende Schutte
rij om order te stellen op:
1. Verlichting der toegangen tot de Kazerne.
2. Verbetering van het omringende terrein voor exercitie.
Door B. en W. het eerst opgedragen aan Architect, terwijl het tweede voorlopig niet mo
gelijk is, daar het terrein niet is ingericht voor exercitie. 25-1-1831, 5.