338. Aanschrijving door Gouverneur om de boekenkamer weer ter beschikking van de Rechtbank te stellen. 22-6-1819, 3. Door Burgemees teren wordt aan Raad medegedeeld, dat op het in gebruik geven van het Kanselarijgebouw voor legering van troepen in de toekomst niet steeds kan worden gerekend. Van belang zou zijn, dat het Rijk de Kanselarij kon afstaan. Door Raad besloten Burgemeesteren te verzoeken provisioneel in de kazernering der troepen te voorzien, en het rapport van de Architect aan de Bouw Commissie voor te leggen. R5-7-18191. Door Burgemeesteren besloten om in overleg met de president van de Recht bank de zolder der Kanselarij in te richten voor het bewaren van de boeken der Recht bank. 1-8-1819, 1. Plan voor vervanging van het leien dak van het Kanselarijgebouw door een pan nendak. Dit kan alleen met toestemming van de Generaal Majoor, Directeur der 2e Di rectie der Fortificatiën, J.G. Siderius. Daartoe zal contact met deze worden opge nomen. 16-2-1822, 13. Missive fungerend Hoofd Ingenieur Waterstaat, etc., 7e District, als ant woord op Missive dezerzijds 21-3-1822, N147, houdende, dat genoegen wordt genomen met de afdekking met pannen van de achterzijde van het dak van het Kanselarijgebouw. 10-3-1822, 3. Besluit B. en W. tot uitvoeren van reparatiën aan het Kanselarijgebouw. 1. Reparaties uit te voeren door de Stadsbaas. 2. De benodigde pannen aan te kopen bij een fabrikant. 3. Het wegnemen van het' front met de daaropstaande beelden zal de Architect rege len met Ingenieur Wellenburg. 4. De kosten worden begroot op omstreeks 1.000,en zullen worden gevonden uit de post: Onderhoud Militaire Gebouwen, Begroting 1822. 6-4-1822, 10. Missive Kolonel, Prov. Commandant, houdende informatie of het Kanselarijge bouw, thans dienende tot kazernering van militairen, ook daarvoor kan worden ge mist, teneinde te worden ingericht als Huis van Detentie. Door B. en W. wordt geantwoord, dat deze niet voor de dienst kan worden gemist. 19-10-1822, 14a. Mededeling van conferentie van President Burgemeester met Generaal-Majoor J.G. Siderius, aangaande de maatregelen, te nemen, indien het Kanselarijgebouw aan het Dep. van Justitie mocht worden afgestaan. Burgemeesteren besluiten te blijven bij hun besluit van 19-10-1822, 14, als antwoord op de betreffende missive van Kolonel, Prov. Commandant. 2-11-1822, 10. Door Raad wordt, in verband met de missive Prov. Commandant, of de Kanselarij voor kazernering kan worden gemist, en zo ja, welke voorzieningen dan zullen worden getroffen (bouw nieuwe kazerne of aanwijzing van een lokaliteit), uitgesproken, dat de Kanselarij thans niet kan worden gemist. R4-1 1-1822, 2. Mededeling door Commissaris Generaal van Oorlog, dat door Z.M. is bepaald, dat het Kanselarijgebouw zal worden ingericht tot huis voor Burgerlijke en Militaire Verzekering, en dat het daartoe voor 1-5-1823 moet worden ontruimd. De leiding der ontruiming is opgedragen aan de Plaatselijk Commandant alhier. Door Burgemeesteren besloten Architect en Agent van Kazernering te doen onderzoeken welke gebouwen beschikbaar zijn. Aan Gouverneur mededelen, dat de stad niet in staat is de miliciens in 1823 te huisvesten. 18—2—1823, 1. Missive Kolonel, Prov. Commandant, aangaande de ontruiming der Kanselarij en aanwijzing der gebouwen ter vervanging. 25-2-1823, 3. Rapport Architect en Agent van Kazernering: Na 1-5-1823 de militairen te le geren in de kazernes bij de Put en in Zak. In Raad medegedeeld. 1-3-1823, 12. Toezending door Commissaris Generaal van Oorlog van K.Bdat Kanselarij voor 1—5—1823 moet zijn ontruimd, en het daarin gelegerde gedeelte van het garnizoen over gebracht in andere gebouwen. R3-3-1823, 1. Missive fungerend Commandant Stad, in antwoord op Missive dezerzijds 5-3-1823, NI 19, houdende mededeling, dat de Kazernes bij de Put en in de Zak ongeschikt zijn voor bestendige huisvesting van troepen, en ook daartoe niet zijn in te richten. Burgemeesteren antwoorden, dat de stad andere daartoe geschikte gebouwen niet be slikt. 15-3-1823, 6. Missive Commissaris Generaal van Oorlog, houdende afkeuring der kazernes bij de Put en in de Zak, en dreigende bij herhalingsoefeningen de soldaten in te kwartieren, dan wel een gedeelte van het garnizoen naar elders te verplaatsen. Burgemeesteren berichten, dat de Kanselarij niet is afgestaan, maar gelast te ont ruimen, en dat er thans verder geen gebouwen beschikbaar zijn. 29-3-1823, 6. Toezending door Gouverneur van enkele biljetten van aanbesteding der'verbou wing van het Kanselarijgebouw alhier tot Huis van Verzekering, ter publicatie. 27-01-1824, 1. Door B. en W. besloten de passage bij de Kanselarij tijdens de verbouwing af te sluiten, ter voorkoming van ongelukken. 10-4-1824, 19.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 89