346
Verzoek van Ide Oostra (lees: Vostra) en Louwrens Hosbach, Mr. Timmerlieden
ahier, aannemers der vertimmering der Hoofdwacht, om tegemoetkoming in het tegenval
len der werkzaamheden aldaar, tengevolge van werkzaamheden buiten hun schuld.
Het advies van de Architect is, onder wederlegging van onderscheidene punten in het
verzoekschrift, afwijzend, met voorstel evenwel om vergoeding voor de materialen van
de nieuwe vloer in de militiekamer.
Verzoeke machtiging om dit bij het nog te verlenen certificaat van betaling op te ne
men
Door B. en W. besloten het verzoek gelijk het is liggende, af te wijzen, onder toe
kenning van een vergoeding voor de nieuwe vloer in de militiekamer, en aan Architect
de gevraagde machtiging te verlenen. 1-4-1846, 11.
Betaald aan I.J. Oostra (lees: Vostra), wegens buitenwerk, etc. aan de Hoofd
wacht 2.217,04. R4-6-18466.
Verzoek Majoor, Garnizoens Commandant, om te gelasten, dat de Hoofdwacht,
zoals in alle garnizoenen jaarlijks pleegt te geschieden, wordt schoongemaakt en ge
wit.
B. en W. antwoorden, dat naar hun oordeel alle militaire gebouwen door de garnizoenen
behoren te worden schoongemaakt. Dat evenwel dit jaar, tengevolge van het veelvuldig
gebruik ten behoeve van de stad, dit voor stadsrekening zal geschieden, maar dat de
stad dit voor het vervolg niet kan doen.
Aan Architect is opdracht gegeven dit jaar te witten. 21-7-1847, 9a.
Missive Majoor, Garnizoens Commandant, houdende verzoek op te geven welke
autoriteit is belast met het onderhoud van het ameublement van de Hoofdwacht.
Beantwoord per Missive dezerzijds 1847, N47/930. 21-7-1847, 10.
RuiterswachtKleine Kerkstraat 4.
Rapport, dat na conferentie met Commissaris Generaal H. van Sminia thans de
stallen der Dragonders bij de Ruiterswacht in de Kleine Kerkstraat in orde kunnen
worden gemaakt. 22-3-1814, 9.
Aanbesteed voor 284,29-3-1814, 5.
Door B. en W. besloten aan J.G. Siderius te Zwolle, Kolonel der Genie in de
Oostelijke departementen, te verzoeken om aan de Geweermaker van het le Bat. der
Landmilitie toe te staan het gebruik van de Cavaleriewacht22-4-1815, 5.
Door Raad besloten aan Commissaris van Oorlog te verzoeken dat het voorste
deel der Ruiterswacht in de Kleine Kerkstraat, gelijk het achterste deel, dat reeds
lang bij de stad in gebruik is, weder aan deze mag worden afgestaan tot berging van
militaire fournituren. R2-7-1821, 12.
Missive Commissaris-Generaal van Oorlog, dat deze zich niet gemachtigd vindt
het huurcontract aangaande de Ruiterswacht, aangegaan met de gepensioneerde plaats
majoor Emmig, op te heffen. 13-10-1821, 6.
Door Burgemeesteren medegedeeld in Raad. R5-11-1821, 3.
In handen van Burgemeesteren om te onderzoeken of er nog een stadsgebouw is,
dat het huis van Mevr. Wed. Huber, die de huur heeft opgezegd, kan vervangen.
15-1-1822, 9.
Missive Kolonel, Prov. Commandant, voorstellende het gebouw der voormalige
Ruiterswacht, Kleine Kerkstraat No. 4, in te richten tot een Infirmerie, daar het
lokaal bij het Blokhuis te klein is.
In handen Architect om met de Majoor, Commandant le Bat. 8e Afd. dit te bespreken.
Kolonel, Prov. Commandant, vraagt spoedig antwoord.
Burgemeesteren antwoorden, dat het onderzoek wordt vertraagd door afwezigheid van de
Majoor Commandant. 17-8-1822, 2.
Rapport Architect: deze rapporteert, dat het achterste gedeelte, de stal,
geschikt is te verbouwen. Kosten 550,
Door Burgemeesteren aan Raad voorgedragen de verbouwing uit te voeren na verkregen
toestemming van Commissaris Generaal van Oorlog. 7-9-1822, 19.
Advies Raad is gunstig.
Architect opgedragen in overleg met Officier van Gezondheid het bestek op te maken.
14-9-1822, 15.
Inzending door Architect van bestek van verbouw der Ruiterswacht tot In
firmerie. Kosten 1.000,
Door Burgemeesteren besloten bij inzending van dit plan aan Commissaris Generaal
van Oorlog te verzoeken het betreffende gebouw voor dat doel af te staan.
5-10-1822, 12.
Missive Commissaris Generaal van Oorlog, houdende dat het niet raadzaam
is de Ruiterswacht te verbouwen tot Infirmerie, maar naar een ander gebouw om te
zien.
In Raad gebracht. 7-1-1823, 2.