164.
Bericht Directeur van Politie, naar aanleiding van
3-6-1845.10, dat slechts 1 diligencedienst hier zijno
hoofdkantoor heeft, n.1. E. van der Wal, voor de dienst
Leeuwarden—Harlingen.
Deze heeft linnen dekkleden inplaats van lederen.
Hij wordt aangeschreven dit te veranderen. 11-6-1845 7.
Bericht van E. van der Wal, dat lederen dekkleden
zijn aangebracht. 18-6-1845 7»
Inzending door Directeur van Politie van 2 proces-
senverbaal tegen de pos twagendiens tondernemers Evert van
der Wal en Meint Everts van Dijk, wegens te late aankomst
op 3» 4, en 5-7-1845, met informatie of motivering heeft
plaats gehad.
B. en W. antwoorden bevestigend. 5-7-1845 11.
Op grond van procesverbaal van schouwing en van
Missive Inspecteur der Posterijen etc., zijn Evert van der
Wal en M.E. van Dijk door B. en W. gelast om de bakken of
manden in de rijtuigen No's 1, 2, 3 en 7 voor 1-9-1845
van behoorlijke lederen overkleden te voorzien. 30-7-1845 16.3»
Procesverbaal van maandelijkse schouwing van de
rijtuigen No. 4 en 6 van de postwagendienst op Groningen
van E. van der Wal en M.E. van Dijk.
B. en W. gelasten de ondernemers om de bovenkoffers of
vaches te voorzien van een overkleed van leder inplaats
van linnen, zoals thans.
Voor 1-9-1845 moeten de rijtuigen opnieuw ter schouwing
worden aangeboden. 7-8-1845 19.d.
Inzending door Directeur van Politie van proces
verbaal tegen Evert van der Wal en Meint Everts van Dijk,
wegens te late aankomst op 11 en 21-8-1845, met informatie
of motivering heeft plaats gehad.
B, en W. antwoorden bevestigend; oorzaak onvoorziene om
standigheden. 3-9-1845 l4.a.'
Inzending door Directeuir van Politie van 3 proces-
senverbaal tegen Evert van der Wal en Meint Everts van Dijk
wegens te late aankomst op 29, 30 en 21-7-1845, met infor
matie of motivering heeft plaats gehad..
B. en W. antwoorden bevestigend; oorzaak onvoorziene om
standigheden. 7-8-1845 15.a.
Inzending van procesverbaal van maandelijkse schou
wing der rijtuigen No. 4 en 5 van E. van der Wal e. M.E. van
Dijk.
Alles blijkt in orde, behalve dat in wagen No.5, vroeger
als omnibus gebruikt, en thans ingericht als gewone dili
gence, een aantal plaatsen te laag van zitting is.
B. en W. berichten dit aan B. en W. Groningen, met verzoek
om, aangezien de wagen daar was goedgekeurd, een nader on
derzoek te doen instellen. 17-12-1845 12.
Missive B. en W. Groningen in antwoord op Missive
dezerzijds 18-12-1845 No.78/1320, aangaande de schouwing
bovengenoemd, met afschrift der nieuwe van de fung. Com
missaris van Politie aldaar, met verklaring van 2 deskundigen.
Medegedeeld aan Directeur van Politie. 10-1-1846 6.
Inzending van procesverbaal van maandelijkse schou
wing van rijtuig No.4 van E. van der Wal en M.E. van Dijk
waaruit blijkt, dat voorschulp en een der portieren in
slechte toestand verkeren en de bok eveneens.
B. en W. gelasten de ondernemers de bok te herstellen, en
hiervan te doen blijken bij de schouwing op de eerste Ma.
of Wo. van Maart a.s. 7-2-1846 11.
Inzending door Directeur var Politie van proces
verbaal tegen Evert van der Wal en Meint Everts van Dijk,
wegens te late aankomst op 9, 10 en 23-2-1846. met infor
matie of motivering heeft plaats gehad.
B. en W. antwoorden bevestigend; oorzaak onvoorziene om
standigheden, 4-3-1846 6.