170. Door Min. van Financiën toegestaan, dat de dienst in werking wordt gebracht op de dag, dat de straatweg Leeuwarden-Harlingen wordt geopend. 9~10-1841 11. Bericht van Directeur van Politie op toegezonden Missive van B. en W. Harlingen aangaande de aldaar plaats gehad hebbende keuring der 2 postwagens, die zullen rijden van Harlingen naar Leeuwarden, onder de ondernemers: Nutte Jans Hoedemaker en Brant Jans Hoffinga. In verband hiermede wordt bericht aan B. en V. Harlingen dat, indien de gebreken der wagens worden hersteld, deze geschikt zijn voor het vervoer, en er geen bezwaar dezer zijds bestaat voor goedkeuring. 4-2-1843 5. Verzoek van Brant Jans Hoffinga te Harlingen, onder nemer van de postwagendienst Har1ingen-Leeuwardenom veran dering in de uren van vertrek van hier. Gunstig advies, onder opmerking echter, dat de trekschip pers, die 's-zomers 's-namiddags 4 u. afvaren, bij de uurs verandering gedurende die maanden schade zullen lijden, en dat bij de schade, die zij reeds hebben, hun belangen wel in het oog dienen te worden gehouden. 14-2-1843 5. Verzoek ingewilligd door Min. van Financiën. 1-4-1843 8. Op aanvraag van B.J. Hoffinga, ondernemer der post- wagendienst Leeuwarden-Harlingen, worden: 1. Als conducteur toegelaten: B.J. Hoffinga, en Hendrik Breidschat, diensknecht. 2. Goedgekeurd, dat het toezicht op de aanspanning berust bij: C. Witteveen Czn. met als verzorger: D. Buurmans 3. Als Directeur toegelaten: C."Witteveen Czn, logementhouder. 25-2-1843 16. Missive van B. en W. Harlingen aangaande de aldaar op 9-5-1843 plaats gehad hebbende schouwing der diligence van B. Hoffinga, ondernemer van de postwagendienst Leeuwarden-Harlingen. 16-5-1843 6. Besluit van Ged. Staten, waarbij aan de ondernemer van de postwagendienst Harlingen-Leeuwarden: Brand Jans Hoffinga, wordt toegestaan deze dienst gedurende 1 maand te doen stilstaan. 24-6-1843 9* Verzoek van Brand Jans Hoffinga om de dienst alleen Dinsdagen en Vrijdagen te mogen uitoefenen, en verder de duur van de rijtijd te brengen van 3 op 3"2 uur. Gouverneur gunstig geadviseerd, met uitzondering van de rijtijd: 3 uur is voldoende. 24-6-1843 12. Beslissing van Min. van Financiën. 29-7-1843 10. Toezending door B. en W. van Harlingen van proces verbaal van keuring der diligence van B. Hoffinga van de dienst Leeuwarden-Harlingen, waaruit blijkt, dat deze in goede orde is bevonden. Teruggezonden aan Harlingen met mededeling dat, indien er geen gebreken van belang bestaan, men de behandeling der zaak gerust aan Harlingen overlaat. 16-8-1843 7. Mededeling door B. Hoffinga, dat hij zich genood zaakt ziet de postwagendienst Leeuwarden-Harlingen te sta ken. 23-9-1843 15. Harlingen-Leeuwarden. II. (N.J. Hoedemaker). 1840. Toezending door Gouverneur van verzoek van: Nutte Jans Hoedemaker, en Nicolaas Frederik Geil, trekschippers Harlingen-Leeuwarden, wonende te Harlingen,

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 171