171
aan Z.M. om een postwagendienst Leeuwarden-Harlingen te
mogen openen, zodra de straatweg gereed is.
In advies gehouden. 1-12-1840 3
Min. van Financiën verzoekt adressanten om hun ver
zoek in te richten in de vorm, bedoeld hij Art.6 van het
Reglement op de middelen van vervoer te land. 13-2-1841 4
Gunstig advies. 23-2-1841 5
Concessie verleend. 29-5-1841 11
De bepaalde termijn van deze maanden tot het in
werking brengen van de postwagendienst wordt gerekend een
aanvang te nemen met de dag, waarop de nieuw aan te leggen
straatweg wordt geopend. 21-9-1841 10
Toezending door Ged. Staten van besluit van Min.
van Financiën, Afd. Posterijen, waarbij op het verzoek van
Nutte Jans Hoedemaker en Nicolaas Geil, de concessie van de
postwagendienst wordt overgeschreven op naam van de eerste,
en de laatste daarvoor dus wordt ontheven. 1-11-1842 1
Bericht van Directeur van Politie op toegezonden
Missive van B. en V. Harlingen aangaande de aldaar plaats
gehad hebbende keuring van 2 postwagens, die zullen rijden
van Harlingen naar Leeuwarden, met als ondernemers:
Nutte Jans Hoedemaker en Brand Jans Hoffinga.
In verband hiermede wordt bericht aan B. en W. Harlingen,
dat, indien de gebreken der wagens worden hersteld, deze
geschikt zijn voor het vervoer, en geen bezwaar dezerzijds
bestaat voor goedkeuring. 4-2-1843 5
Toezending door Gouverneur van verzoek van Nutte Jans
Hoedemaker, ondernemer van de postwagendienst Leeuwarden-
Harlingen, om vergunning tot het verminderen der vracht
lonen voor deze diligence tot het bedrag als wordt opgege
ven bij het verzoek.
Aan Gouverneur wordt bericht, dat hiertegen geen bezwaar
bestaat. (Concessie 8-5-1841. No.78). 4-3-1843 10
Beslissing van Min. van Financiën. 15-4-1843 8
In verband met de mededeling van het openen van de-"
postwagendienst Leeuwarden-Harlingen in aansluiting op,de
stoomboot Harlingen-Amsterdamwordt:
1. Goedgekeurd, dat als Directeur alhier optreedt:
L. Beugelaar, logementhouder, bij wie teven het
kantoor is gevestigd.
2. Als conducteur toegelaten:
N.J. Hoedemaker, 4o jaar, de ondernemer.
Als postiljons:
G.A. Zeilmaker, 38 jaar.
Johannes Tuinstra, 23 jaar.
3. Goedgekeurd, dat het toezicht wordt opgedragen aan:
Douwe van der Heide, alhier, of bij verhindering
van deze:
L. Beugelaar, bovengenoemd. 4-3-1843 20
Inzending door Directeur van Politie van proces
verbaal tegen de postwagendienstondernemer Nutte Jans Hoede
maker, wegens te laat vertrek zijner diligence op 1-3-1843,
met informatie of motivering heeft plaats gehad.
Door B. en W. wordt geantwoord, dat oorzaak was onvoor
ziene omstandigheden. 1-4-1843 14
Toestemming door Ged. Staten aan Nutte Hoedemaker
om de diligencedienst Leeuwarden-Harlingen 1 maand of kor
ter te doen stilstaan. 29-4-1843 16
ïergunning door Ged. Staten aan N. Hoedemaker om
de diligencedienst Leeuwarden-Harlingen opnieuw 1 maand
te doens stilstaan.
Wordt bericht aan Directeur van Politie. 3-6-1843 7
Toezending door Ged. Staten van besluit van Min.
van Financiën op verzoek van N. Hoedemaker aangaande de
postwagendienst Leeuwarden-Harlingen. 16-8-1843 2