VII. ECONOMISCHE ZAKEN. Algemeen. 1811 - 1813. Aanschrijving (door Prefect) 14-5-1811, dat het voldoende is om aan arbeiders een Carte de Sureté te geven. I.M. 1811/12. Fol.8ir. No.1 (28-5-1811). Aanschrijving (door Prefect) 4-7-1811, aangaande de verplichting der ambachtslieden, werkende als gezellen of maats, om zich van een zakboekje te voorzien. Aangeplakt. M 11-7-1811 12. Idem. I.M. 1811/12. Fol.15r. No.6 Aanschrijving (door Prefect) 30-7-1811, om voor 8-8-1811 op te geven het aantal waarschijnlijk benodigde zakboekjes voor de ambachtslieden. Beantwoord bij Missive 7-8-1811. No.l64. M 7-8-1811 1. I.M. 1811/12. Fol.15r. No.1 7/8) Aanschrijving (door Prefect) 11—81811bepalende de wijze der distributie van de zakboekjes aan de ambachtslieden. I.M. 1811/12. Fol15rNo. 4 Aanschrijving (door Prefect) 8-3-1812, om te zenden een tableau over: de eerste en laatste maanden van 1810, de eerste 6 maanden van 1811, het tijdperk van 1-7-1811 t/m Febr. 1812. Verder: aangaande de fabrieken daarmee van maand tot maand door te gaan. Rapport bij Missive No. 153 De aanschrijving is gedeponeerd bij de Ingekomen Stukken onder No. 34. I.M. 1811/12. Fol.107r. No.5 13-3-1812) Aanschrijving om voor 25-5-1812 op te geven een tableau der distributie in de gestichten van liefdadigheid, teneinde (door de uitdeling van soep), de consumptie der granen te ver minderen. Gesteld in handen der Administrateurs der gestichten. Rapport bij Missive No.178. I.M. 10-5-1812 No.l4 (in Missive No.178 wordt door Maire aan Prefect medegedeeld, dat het gebruik van brood in de gestichten van liefdadigheid vrij gering is, zodat uitdeling van economische soepen de con sumptie van granen weinig zal beïnvloeden). Aanschrijving van Prefect, 8-1-1813» houdende verbod van verkoop van zout bij de maat, maar voortaan bij het gewicht. Hordt gepubliceerd. I.M. 1813 blz.17 No.4 I8l4 en later. Aanschrijving door Gouverneur, waarbij wordt verklaard, dat door de hoge tarweprijzen een suppletoir tarief der zetting is vastgesteld. 1-3-1817 3» Het dagloon van een veldwerker in de zomer bedraagt: 14 stuivers of 70 cents middagkost. Idem van een metselaar en timmerknecht in de beste tijd van het jaar: 1 gulden. 30-5-1818 10. Verzoek van Ged. Staten om op te geven het dagloon in de zomer van timmerlieden, metselaars, arbeiders, etc. 24-8-1819 1. Op de Secretarie zijn aanwezig aantekeningen van de gemiddelde tarweprijs vanaf 1812. 14-9~1819 2. Sedert omstreeks 1800 kwamen er nieuwe goederen op de markt, terwijl tevoren alleen oude goederen werden aangevoerd. Daardoor ontstond concurrentie in de winkels. Daarom werden in 1819 de marktgelden verhoogd, speciaal voor de buitenlieden. R 8—11—1B19 1« In 1817 hoge prijzen van levensmiddelen en brand- s toff en In 1818 weer lagere prijzen. R 6-12-1819 2. blz67).

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 1