27
Botervaten,
Missive van Ged. Staten aangaande inzending der mo
dellen van de botervaten, in verband met een klacht der keur
meesters over overwicht, 22-4-1817 2,
Toezending door Ged. Staten van de ijzeren hoepels
als model voor de kuipers (op grond van de bepalingen op de
Botervaten), met aanschrijving om Fl,16,32 te betalen uit het
Fonds voor Onvoorziene Uitgaven aan de Commies Alma op de
Griffie. (Prov. Blad No.10)15-5-1819 2.
Besluit Ged. Staten, houdende nadere bepalingen of
wijzigingen omtrent de zwaarte der botervaten, etc,, naar
het nieuwe Nederlandse gewicht. (Prov. Blad No.7)*
Zal worden bekend gemaakt aan Kuipers, IJker- en Waagmeester,
23-1-1821 2.
Publicatie Ged. Staten, houdende bepaling op de prijs
der botervaten in deze provincie, met verbod om deze prijzen
te veranderen. 16-3-1822 1.
Door B. en W. besloten aan de Vegers aan de Stadswaag
op te dragen de inning der Fl.0,02-5- voor elk x ton boter,
ter vinding van traktement en reiskosten van de Keurmeester
der botervaten. (Pvblicatie Ged. Staten 31 1 l8l6)
21-12-1824 10.
Aanschrijving door Ged. Staten om toe te zien, dat
de bijzondere ijkers der botervaten hun plicht doen.
Doorgegeven aan de adsistenten, provisioneel belast met de
functiën van Stads XJker.
Speciaal letten op de publicatie van 28-2-1822, waarbij de
prijs is bepaald. 29-1—1825 2.
Besluit Ged. Staten, houdende afschaffing van de
unsters bij het verifieren van het gewicht der botervaten.
Besloten te bepalen, dat:
1. Kuipers, die botervaten maken, moeten voor 1-9-1826 balans
en gewichten aanschaffen, behoorlijk geijkt.
2. De XJkers der botervaten moeten na 1-9-1826 voor de ijking
gebruik maken van de bellansen der kuipers. 18-7-1826 1
Besloten aan Ged. Staten te schrijven om de herleiding
van het tarief der gelden, die wegens de botervaten voor de
keurmeester daarvan worden geheven in Ned. Munt, en tevens
te herinneren aan Missive dezerzijds 15—8—1826 No.424, om
alle afgeleverde boter aan de wagen te doen wegen.
(Missive dezerzijds 16-10-1827» No.852). 16-10—1827 10
In verband met besluit Ged. Staten 27—11—1827 No.4,
is door B. en besloten aan de wegers der Stadswaag te ge
lasten om voortaan aan de bij Art. 23 van het Reglement op de
Botervaten vastgestelde beloning van de keurmeesters der boter
vaten in te vorderen naar het tarief: wegens x ion - Fl.0,02^-
r/8 - 0,01-jr
1/16 - 0OOy
4-12-1827 2
Bepaling door Ged. Staten, dat na 1-8-1829 niet meer
zullen worden toegelaten deksels van botervaten, waaraan zich
spint bevindt.
Zal ter kennis gebracht worden van de IJkers der botervaten.
2-5-1829 4
Bekendmaking door Ged. Staten aangaande de zwaarte
van de ton boter, benevens het hout en het ijkloon.
Zal gepubliceerd worden. 3-4-1830 4
Besluit Ged. Staten, houdende wijzigingen in het
Reglement op het vervaardigen en ijken der botervaten.
Is uitgevoerd. 6-4-1830 1
Besluit Ged. Staten omtrent het ter hand stellen van
merktekens aan de IJtigers van botervaten.
Is hier niet van toepassing. 11-9-1830 4
Besluit Ged. Staten, houdende verlenging van de termijn
voor het uitsluitend gebruik van Oostzees kromklaphout voor
botervaten tpt 1-8-1832.
Is afgekondigd. 14-6-1832 1