Besluit Ged. Staten, houdende aanschrijving aan de Plaatselijke Besturen om de Ijkmeesters te herinneren aan de nauwkeurige opvolging van de bepalingen van het Provin ciaal Reglement op de Botervaten. 29-3-1845 7 Besluit Ged. Staten, houdende bepaling, dat inplaats van 2 keurmeesters der botervaten in de provincie er voortaan weder 3 zullen zijn. 16-7-1845 2 Besluit Ged. Staten, waarbij aan de keurmeester der botervaten in Oostergo, J.G. Pater, tevens wordt opgedragen het waarnemen der werkzaamheden in Harlingen en Franeker, waarmede tot dusver was belast de keurmeester in Westergo, S.J. Zoovele. 30-5-1846 5 Besluit Ged. Staten, houdende nadere wijziging van besluit 30-6-1845 No.2, aangaande de opdracht der werkzaam heden van de keurmeesters der botervaten in de provincie. 27-6-1846 3 Besluit Ged. Staten 17-11-1846 No.6 aangaande opplak king der geleidebiljetten, voorgeschreven bij Art.31 van het Reglement op de Botervaten 11-7-1843). Afschrift van Missive van Waagmeester toezenden, onder mede deling, dat men geen der voorgestelde middelen doelmatig be schouwd, omdat er niet door word weggenomen het bezwaar van losgaan der biljetten. 2-12-1846 4 Besluit Ged. Staten aangaande de verwisseling van dis trict tussen de keurmeesters der botervaten in de districten Westergo en Zevenwouden. 27-9-1848 8 Broodzetting. Mededeling door Gouverneur, dat door de hoge tarwe- prijzen een suppletoire tarief der zetting is vastgesteld. 1-3-1817 3 Toezneding door Gouverneur van het suppletoire tarief der zetting voor roggebrood. 7-6-1817 3 Verzoek van B. Meindersma, T. Veenstra, G. van der Weide, E. Hazelhoff, namens de bakkers der Stad om maat regelen tegen de invoer van brood van buiten (elke dag worden meer dan 1.000 halve broden en bovendien nog beschuit en klein- brood). R 2-3-1818 3 Besluit Ged. Staten, houdende voorschriften voor een naar het nieuwe stelsel van maten en gewichten veranderde zet ting van het rogge- en tarwebrood. Gesteld in handen van Commissaris van Politie, Keurmeesters en Secretaris, om daarnaar de zetting te regelen.30-12-1820 4 Publicatie. 6-1-1821 11 Missive Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen, informerende welk gewicht de bij het Regle ment van 13-3-1819 vastgestelde gewichten voor brood zal ver vangen, en wanneer ingaande In Raad brntgen. 3-2-1821 17 Raad besluit te informeren bij Ged. Staten. R 5-2-1821 12 Besluit Ged. Staten, waarbij het bij de Reglementen op in- en uitvoer van meel en brood bepaalde oud gewicht van 11 en 3 pond, wordt gebracht op 5 en 1 pond. (Prov. Blad No.32) In handen Ontvanger Indirecte Belastingen en Commies Contr- leur, waarnemend Hoofdcommies. R 7-5-1821 5 Besluit Ged. Staten, waarbij wordt ingevoerd een naar de nieuwe korenmaat gewijzigd tarief voor de zetting van het tarwebrood. (Prov. Blad No.7l)« Zal bekend gemaakt worden aan bakkers en politie. 2-8-1823 5 Mededeling door Gouverneur, dat in het tarief der zetting van het tarwebrood, toegezonden bij Prov. Blad No.75» een drukfout is, waarvan een nieuw blad wordt toegezonden. 6-9-1823 3 Besluit Ged. Staten 8-4-1824 No.1 (Prov. Blad No.37)» waarbij een suppletoir tarief der zetting voor het roggebrood is ingesteld. 17-4-1824 12 y

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 29