Toezending door Ged. Staten van K.B. 25-1-1816 No.98 omtrent de broodzetting. In advies gehouden. 20-6-1826 1. Bepaling door B. en V. van de broodsoorten: 1. Ongebuilde rogge. 2. Gebuilde tarwe (2/3 inlands; 13 beste Poolse tarwe). (fijne bolle en regelwegge). 3. Ongebuilde tarwe: inlandse tarwe, (grove weiter bollen). 24-6-1826 13. Besluit Ged. Staten, omtrent de nieuwe wijze van brood zetting volgens de inhoud van K.B. 25-1-1826 (St. No.5)» 18-8-1827 9. Vaststelling door B. en W. van de nieuwe broodzetting voor de 4 broodsoorten: rogge, tarwe (gebuild), tarwe (onge- build), masteluin (tarwe en rogge ongebuild)waarbij wordt herzien het besluit van 24-6-1826. 28—8—1827 8. Besluit Ged. Staten aangaande het in werking brengen van het beginsel van de maximum broodprijs, naar aanleiding van K.B. 25-1-1826. (St. No.5). Door B. en W. een publicatie dienaangaande uitgevaardigd, en aan de bakkers, slijters en ambtenaren toegezonden. 31-5-1828 6. Mededeling door Ged. Staten van de uitslag van proef- bakkerijen voor de broodzetting: het gewicht van het graan en van het aantal daarmee gebakken ponden brood. Aan Ged. Staten wordt bericht, dat men zich zal richten naar deze resultaten. 18-4-1829 1. Mededeling door Ged. Staten van de uitslag van proef- bakkerijen voor de broodzetting. B.- en V. berichten, dat zij zich kunnen gedragen naar deze proefnemingen. 7-8-1830 2 Aanschrijving door Gouverneur om te zorgen, dat voor taan van de bakkers geen beloning word gevorderd voor het rondzeggen der broodzetting, daar dit in t belang der inge zetenen en niet van de bakkers is. Besloten dit door de politiebedienden te laten doen, en het rondzeggen door de bakkersbode tegen Fl.0,05 per bakker, welk gebruik sedert lang heeft bestaan, af te schaffen.5-11-1831 2 Toezending door Gouverneur van ontwerp besluit tot wijziging der alsnog bestaande bepalingen omtrent de brood zetting, met verzoek mede te delen of B, en W. ook van oor deel zijn, dat er moeilijkheden zijn te wachten. In handen van de makelaar J. Corée, om overleg te plegen met de keurmeesters van het brood: E. Meindersma, A. van der Meulen en Meindersma. 9-6-1838 2 Door B. en W. wordt aan Gouverneur bericht, dat zij van oordeel zijn, dat het Reglement op de zetting niet be hoeft te worden veranderd, maar dat de regeling zelf niet juist is, daar het maximum der broodzetting te hoog is, en bij openbare aanbestedingen het brood 7-10 cent lager wordt aangenomen dan de zetting is. 23-6-1838 1 Missive Gouverneur als voorlopig antwoord op Missive dezerzijds 26-7-1835 No.535 aangaande de broodzetting, met verzoek om nadere inlichtingen. Aan Secretaris opgedragen een concept—antwoord te ontwerpen. 6-7-1838 5 Aanbieding door Secretaris van concept-antwoord. Verzonden aan Gouverneur als Missive dezerzijds 14-7-1838 No. 21/586. 13-7-1838 1 Toezending door Gouverneur van verzoek van een groot aantal tarwe- en roggebroodbakkers in deze provincie aan Z.M. om een vaste broodzetting te verordenen, waaraan bakkers en slijters zich allen moeten houden. In advies gehouden. 18-8-1838 3 Toezending door Ged. Staten van afwijzende beschikking op het verzoek aan Z.M. door E. Meindersma c.s., broodbakkers, aangaande de zetting van het brood. 4-12-1838 2

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 30