61
Op,handhaving der verordening op dekhemgsten, en de inwoners
der jurisdictie te herinneren aan hun verplichting tot aan
gifte van gevallen veulens. 28—7—1827 2.
Toezending van Ged. Staten van K.B. 2—7—1829» No.132,
houdende goedkeuring van een nieuw Reglement op de Paarden
fokkerij in Friesland. 29-8-1829 2.
Besluit Ged. Staten, houdende uitvoering van K.B.
29-12-1837. No.52, waarbij wordt goedgekeurd een nieuw Regle
ment op de Paardenfokkerij in Friesland, ter vervanging van
het vorige, dat was goedgekeurd bij K.B. 2-7-1829» No.132.
21-1-1837 4.
Besluit Ged. Staten, houdende provisionele benoeming
van een provinciale keurmeester voor de dekhengsten in Fries
land. 28-1-1837 16.
Besluit Gouverneur omtrent het tijdstip voor of binnen
hetwelk jaarlijks de toestemming tot het houden van één of
meer dekhengsten moet worden aangevraagd. 19-8-1837 1
Definitieve benoeming door Ged. Staten van Oge Koopmans,
veearts 1e klasse te Dronrijp, tot provisioneel keurmeester
der dekhengsten. 1^-10-1837 5»
Mededeling door Ged. Staten van de benoeming van
A.J. de Jong te Metslawier tot Provinciaal Keurmeester van de
Dekhengsten in Friesland, inplaats van 0. Koopmans, overleden.
16-8-1843 4.
Missive Gouverneur aangaande de inzending van aan
vragen om met veulens vanwege de provincie te worden begif
tigd. Aan de politiebediende voor de buitenwijken opgedragen
dit mede te delen aan de landbouwers, tegelijk met de bepa
lingen van het Reglement op de Paardenfokkerij. 25-8-1843 4.
Alleen door de landbouwer Heere Harmens Poelsma is
gevraagd een veulen te mogen ontvangen: deze is gunstig aan
bevolen. 2-9-1843 6.
Mededeling door Gouverneur van de toekenning van een
veulen, gratis, aan de landbouwer Heere Harmens Poelsma.
7-11-1843 6.
Inzending door het Comité der Sociëteit tot aanmoedi
ging van de verbetering van het paardenras in Nederland van
het jaarboekje van 1845» 15—4—1845 8.
Aanschrijving door Gouverneur aan de Plaatselijke Be
sturen, waar landbouwers wonen, die van de Provincie een
veulen hebben ontvangen, om deze te herinneren aan de ver
plichting van Art.37 van het Reglement op de Paardenfokkerij,
aangezien gebleken is, dat bij meerdere daarvan deze niet
goed zijn gevoed en onderhouden.
Verzocht wordt van gevallen van verwaarlozing bericht te
doen. Zal geschieden. 3-^-1845 7
Toezending door Gouverneur van een exemplaar van het
programma der te Zandvoort in Sept. 1846 te houden wedlopen
en harddraverijen, vanwege de Sociëteit tot aanmoediging en
verbetering van het paardenras in Nederland.benevens een
programma der wedlopen te 1s-Gravenhage en te Arnhem.
Verzocht wordt belangstellenden met de inhoud bekend te
maken.
Toegezonden aan de Directeuren der beide voornaamste Socië
teiten alhier. 25-2-1846 3
Mededeling door Gouverneur, dat de zwarte 3-jarige
merrie, indertijd als veuelen vanwege de provincie afgestaan
aan de landbouwer H.H. Poelsma alhier, zal moeten worden ge
dekt door de zwarte hengst van H.A. Wijnia te Blija.
8-4-1846 3
Aanschrijving door Gouverneur om de landbouwer
H.H. Poelsma te doen weten, dat hij de aan hem verstrekte
merrie niet bij de hengsthouder H.A. Wijnia te Blija zal
moeten laten dekken, maar bij de hengsthouder F.F. Fennema
te Bergum. 2-5-1846 8
Besluiy Gouverneur aangaande het indertijd aan Heere
Harmens Poelsma afgestane merrie-veulen, teneinde daarmee te
handelen, zoals bij dit besluit is bepaald. 19-5-1847 4