68
Besluit Gouverneur aangaande de Vistuigen, waar
mede de Visserij in deze provincie zal mogen worden uitge
oefend. 30-9-1837 5
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in dit jaar. 17-3-1838 1
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in 1839. 16-3-1839 2
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in dit jaar. 14-3~1840 4
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in dit jaar. 13-3-1841 1
Mededeling door Ged. Staten van K.B. 7-1-1842 No.76
(St. No.42), houdende enige algemene bepalingen tot mstand-
houding en opbeuring der Kustvisserij. 29-1-1842 12
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in 1842. 5-3-1842 2
Missive van Gouverneur aangaande het verlenen van ver
gunningen aan miliciens tot deelneming aan de haringvisserij.
28-6-1842 3
Aanschrijving door Gouverneur aangaande het gebruik
maken van zekere netten bij de aal- en palingvisserij.
19-11-1842 6
Aanschrijving door Gouverneur aangaande de sluiting
der Visserij in dit jaar. 18-3-1843 3
Aanschrijving door Gouverneur omtrent het verlenen
van vergunningen aan miliciens tot deelneming aan de haringr
visserij. 13-5-1843 7
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in dit jaar. 24-2-1844 1
Besluit Gouverneur" aangaande de sluiting der Visserij
in dit jaar. 4-3-1845 3
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in 1846.
Xs reeds gevolg aan gegeven, 7-3-1846 7
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in 1847. 10-3-1847 3
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in dit jaar. 15-3-1848 9
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in 1849. 10-3-1849 4
Besluit Gouverneur aangaande de sluiting der Visserij
in 1850. 12-3-1850 8
Besluit C. der K. aangaande de sluiting der Visserij
in dit jaar. 5-3-1851 5
Leeuwarden 1814 en later.
Besloten op ¥0. 30-11-1814 de Visserij in Vliet en
Potmarge, en bij de Verwersbrug te verpachten tot 31-12-1822,
voor 8 jaar. 12 11 I8l4 5
Idem. 19-11-1814 1
Geen strijk- of verkoopgelden, 19—11—l8l4 2
Verzoek van Jan Cornelis de Jong, zeemtouwersknecht
in de fabriek van C.C. FeddesNoordvliet, om, daar hij ont
slag heeft gekregen tengevolge van veranderingen in de zaken
van zijn werkgever, om ontheffing van de pacht der visserij,
die voortduurt tot eind Dec. 1822.
Door Bupgem, wordt geantwoord, dat de pacht moet worden over
gedragen aan een ander, of dat het verzoek in de Raad moet
worden gebracht. 4-1-1820 11
Betrokkene verzoekt bovendien nog Fl.93»12^ pacht over
het 2e halfjaar 1819 te restitueren.
Door Burgem. wordt het verzoek van 4-1-1820. 11 in de Raad
gebracht; het verzoek om restitutie blijft buiten deliberatie.
18-1-1820 9
Aangezien pachter en borg in bekrompen omstandigheden
verkeren, is door Raad besloten de visserij opnieuw publiek
te verpachten. R 7-2-1820 7