69
Aan ontvanger is machtiging verleend tot vervolging
van betrokkene in rechten. 16—5—1820 2.
Besluit Ged. Staten,.houdende machtiging aan Burgem.
tot verpachting der Stads Visserijen. 25—3—1820 5»
Mededeling hiervan in Raad. R 4-4-1820 3*
Aangezien zich op 24-4-1820 voor de verpachting der
Stads Visserij geen gegadigden hebben aangemeld, is besloten
deze bij een andere gelegenhe idriopnieuw te verpachten.
R 1-5-1820 6e2
Verpachting der Visserij op Wo. 24-5-1820. 6-5-1820 9.
Pachter tot eind Dec. 1822; Oene Plekker, voor Fl.53,-
per jaar. 27-5-1820 6.
Mededeling hiervan in Raad. R 5-6-1820 11.c
Machtiging door Ged. Staten om de pachter der Visserij
Jan Cornelis de Jong in rechten aan te spreken.
Mededelen in Raad. 8-7-1820 7.
Mededeling in Raad van Besluit Ged. Staten, als ant
woord op Missive dezerzijds 12-5-1820. No.173, in verband
met het feit, dat de borg Gerrit Pieters de Boer, van de
pachter Jan Cornelis de Jong beweert niet te zijn aange
sproken.
Ontvanger gemachtigd pachter en borg in rechten aan te spreken.
R 7-8-1820 2.
Door Raad besloten de Visserij provisioneel niet te
verpachten, daar dit weinig oplevert, en de vrije visserij
een aangename ontspanning is voor de ingezetenen.
R 6-9-1820 4.
Missive van Procureur Robidé van der Aa aan Ontvanger
mededelende, dat hij tevergeefs heeft beproefd de vordering
van de stad op Jan Cornelis de Jong te innen, dat de baten
ver onvoldoende zijn, en eveneens de borg niets bezit.
Declaratie Fl.79,18. R 2-7-1821 10.
Verpachting dér Stedelijke Visserij op 9-1-1823.
Pachter werd: 0. Plekker voor 7 jaren, voor Fi.100,- per jaar.
R 3-2-1823 5.
Besloten de Visserij in de Stadsgracht voortaan te ver
pachten, met verzoek aan B. en om de voorwaarden te ont
werpen en aan de Raad voor te dragen. R 6-10—1828 L\.2,
Besloten op 31-3-1829 op de gewone voorwaarden te ver
pachten, o.m. de Visserij in de Stadsgrachten in 2 percelen:
1. Het gedeelte van de Vrouwenpoort tot aan de Tuinsterpoort
2. Het gedeelte van de Tuinsterpoort tot aan de Vrouwenpoort.
Verboden met fuiken te vissen, terwijl hengelen voor ieder
vrij is. 17-3-1829 12.
Door Raad besloten de Visserij in de Stadsgrachten te
verpachten op 1-4-1829, in 2 percelen* R 30-3-1829 6.
Opbrengst Fl.87,-. R 20-5-1829 20.
Door B. en V. besloten aan de Stadsgracht, waarvan de
Visserij is verpacht, enkele borden te plaatsen met opschrift:
"Visserij der Stad Leeuwarden". 4-4-1829 7.
Verzoek van Jan. Schuurmans, pachter der Visserij in
Vliet, Potmarge en Dokkumer Ee, om deze wateren af te palen.
In advies gehouden. 15-5-1830 11.
Verzoek van J. Schuurmans, pachter der Visserij in
Vliet, Potmarge en Dokkumer Ee, om op grond van schade door
de scheepvaart aan zijn netten toegebracht, doordat de bomen
1s-avonds niet voor 10 uur gesloten worden, om: verlichting
van pacht of heffing van boomgeld voor ieder schip.
Bij B. en W. zijn geen termen om in het verzoek te treden.
29-10-1831 14.
Door Raad besloten om Jan Klazes Schuurmans, pachter
der Visserij in Vliet, Potmarge en Dokkumer Ee, op zijn ver
zoek te ontslaan van het pachtcontractmits de pacht ad.
Fl.116,- nog dit jaar wordt betaald.
Reden: schade, aangebracht door de scheepvaart, doordat na
het sluiten van het contract de bomen eerst te 10 uur wor
den gesloten.
De Visserij zal opnieuw verpacht worden. R 10-10-1832 6.