75 Kamer van Koophandtl. 1811 - 1813. Aanschrijving (door Prefect), 8-4-1811, naar aan leiding van een aanschrijving van de Intendant van Binnen landse Zaken, houdende informatie naar de mening van de Maire of het oprichten van een Conseil de Prudhommes ook in deze stad tot nut en voordeel van fabrikanten en manu- facturiers zou zijn. Gesteld in handen van P. Cats om spoedig rapport. M 11-4-1811 2. Aanmaning door Prefect 26-4-1811. Op beide gerapporteerd bij Missive 1-8-1811. No. 50» N.M. 1811/12 Folb6T No?2 (11-4-1811) Aanschrijving door Prefect, 26—4—1811, met her innering aan de aanschrijving 8—4—1811, gelastende om spoedig te berichten op het rapport aangaande de oprich ting van een Conseil de Prudhommes alhier. Antwoord, verzonden bij Missive 1-5-1811, goedgekeurd. M 7-5-1811 2. Rapport van Cats op een aanschrijving van Prefect aangaande een onderzoek naar het belang van de oprichting van een Kamer van Koophandel, zoals opdericht te Amsterdam, Rotterdam en Emden. Inhoud rapport gezonden aan Prefect bij Missive 2-4-1811 No.10. M 2-4-1811 30. I.M. 1811/12. Fol.32r No.30 (2-4-1811) Aanschrijving (door Prefect), 3-4-1811, overeen komstig Missive van Intendant van Binnenlandse Zaken, advies van Maire vragende aangaande de oprichting van Kamers van Koophandel, zonder gepaard te gaan met Beurzen van Koophandel. Gesteld in handen van Adjunct-Maire Cats. M 6-4-1811 11. Rapport op 17-4-1811. No.16. Missive No.26. I,M. 1811/12. Fol.32r No.11 (6-4—1811 Mededeling (door Prefect), 3-4-1811, ingevolge Missive van Intendant Binnenlandse Zaken, dat de kosten voor de oprichting van Kamers van Koophandel moeten worden gevonden uit het Patentrecht. M 6-4-1811 13» I.M. 1811/12. Fol.32r No.13 (6-4-1811) Rapport P. Cats aangaande de oprichting van een Beurs van Koophandel. Rapport gezonden aan Prefect bij Missive 17-4-1811. M 17-4-1811 16 1814 en later. Missive Gouverneur aangaande de oprichting van een Kamer van Koophandel, waarop deze stad als hoofdplaats de meeste aanspraak heeft. Verzocht wordt te berichten of de Raad ook bezwaar zou hebben het vereiste bedrag voor deze Kamer te bestrijden, door jaarlijks een bedrag op de Begroting te brengen, waartoe deze bij oprichting van een Kamer alhier ver plicht zijn. (K.B. 10-7-1828 No.82). Gesteld in handen Commissie: 0.P. Valler, Mr. G. Feyens en D. Zeper. R 8-5-1845 1. Rapport der Commissie. De stad is niet verplicht tot een bijdrage, omdat het K.B. 8-10-1815 No.18 alleen betrekking heeft op plaatse lijke Kamers, terwijl hier een Kamer voor de Provincie wordt bedoeld. Leeuwarden (en Friesland) is de enige hoofdstad (en pro vincie) waar geen Kamer is gevestigd. Vestiging hiervan is dus van groot belang. De kosten zijn niet hoog: te Groningen Fl.500,- per jaar, waarvan Fl.250,- voor jaarwedde Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 75