Klacht van B. en W. Zwolle over beurtschipper Jan Swart, die,
inplaats van op Vr. 11-5-1832 gereed te liggen voor de beurt, een reis
met boter naar Amsterdam deed.
Er is hiervan proces-verbaal opgemaakt, en dit aan de Justitie gezonden.
Verzoeke betrokkenen te onderhouden.
B. en W. zullen hieraan gevolg geven. 19-5-1832 11
Mi Missive B. en W. Zwolle aangaande de visitatie der schepen,
gebruikt in het beurtveer Leeuwarden-Zwolle.
B. en W. alhier antwoorden dat zij, hoewel de genomen maatregel nuttig
achtende, deze evenwel niet noodzakelijk achten wegens de bepaling in
Art. 9 der Verordening. 21-5-1844 4
Voorstel B. en W. Zwolle om, aangezien er tijdens de winter toch
geen goederen met het beurtschip Zwolle-Leeuwarden plaats vindt, aan de
schipper toe te staan dit veer tot begin Maart stil te leggen.
B. en W. nemen hiermee genoegen. 14-1-1851 10
Schippers
Verzoek van Jan Jacobs Swart, beurtschipper Leeuwarden-Zwolle,
om zijn beurt te mogen overdoen aan Theunis Portheine 23 jaar, wonende
te Zwolle.
Door B. en W. gesteld in handen van B. en W. Zwolle om advies en infor
matie. 8-12-1838 15
Toegestaan, mits Portheine domicilie alhier vestigt. 2-1-1839 10
Verzoek van Sijtze Klazes Feenstra, schipper alhier, om benoe
ming als beurtschipper Leeuwarden-Zwolle, inplaats van J.J. Swart, die ont
slag verlangt.
B. en W. antwoorden dat in de vacature reeds is voorzien. 8-1-1839 9
Hermannus Fikkert, beurtschipper Leeuwarden-Zwolle.
Knecht: Leffert Pon 23-2-1839 13
14
Zie: Ind.Bel. (ontduiking)
Mededeling door B. en W. Zwolle, dat zij op verzoek van H. Fikkert,
wegens diens ziekelijke toestand, aan hem hebben vergund om bij provisie
het veer Zwolle-Leeuwarden voor zijn rekening te doen waarnemen door zijn
kleinzoon Gerhardus Fikkert, met verzoek deze als schipper te erkennen.
Geen bezwaar bij B. en W. alhier.
Medegedeeld aan Directeur van Politie en aan Commissaris beurtveren.
23-4-1844 5
Amsterdam-Leeuwarden.
Reglement
Oude en nieuwe vrachtlijsten voor de beurtveren op Amsterdam.
21-6-1814 12
Door Burgem. besloten een onderzoek in te stellen naar de moge-
liikheid wiiziging te brengen in het vrachtloon der beurtschippers op
Amsterdam. 14-11-1815 7
In verband met het feit, dat de beurtman Tjalling Louws de Graaf
zijn beurtschip had laten vertrekken zonder zelf mee te gaan, en met nog
andere klachten, is door B. en W. bepaald dat;
1. Beurtlieden op Amsterdam moeten zelf varen.
2. Bij ontstentenis het schip of lading aangeen schipper buiten
het veer geven.
3. Bovenlast is verboden.
4. Marktschippers mogen geen goederen van Leeuwarden voor Amster
dam laden.
5. Marktschippers op Rotterdam etc. en Deventer etc., vallen
overigens ook onder de bepalingen der beurtlieden op Amsterdam.
3-2-1821 27
Het beurtveer Leeuwasrden-Amsterdam is geregeld bij: Octrooi
der Staten van Friesland 7-4-1728. K.B. 1-3-1818. No.9.
Besluit Ged. Staten 9-1-1821. No.4. 3-2-1821 27
Blz 68 onderaan.
Blz.69 bovenaan.