337. Door Burgem. besloten op de voordracht daartoe, de vacature in het veer van Leeuwarden-Amsterdam te vervullen, en het Reglement etc. te herzien. 27-1-1824 9. Mededeling door B. en W. Amsterdam, dat van Gouverneur van Noord Holland een aanschrijving is ontvangen om te zorgen, dat bij vacatures in beurtveren, waarin andere steden voor meer dan de helft deel hebben, dat aan Amsterdam het recht tot de helft gewaarborgd en ver zekerd word, om te dienen bij de eerste vacature. 17-12-1825 11. Verzoek van Louw Sipkes Visser, Commissaris van het Amsterdamse beurtveer, om de schippers te verplichten hem te betalen 5% van de on zuivere opbrengst van elke lading, door hun geëxpedieerd, evenals bij het Rotterdamse veer het geval is. Door B. en W. in advies gehouden en overlegging gevraagd van een staat van het thans door hem genotene. 21-3-1826 12. Missive van Amsterdam, houdende, ter vermijding van onzekerheid, opzegging en intrekking van zodanige bepalingen, als waarin door de stad tevoren is, of zou worden toegestemd, of waaruit zou kunnen worden afge leid dat niet de rechtmatige helft in het veer Amsterdam-Leeuwarden aan hunne stad zou accepteren. 30-12-1826 3, Klacht van H. Borgrink, dat de knechts van de Amsterdammer schippers de goederen volgens oud gebruik niet verkiezen op aanwijzing in de pakhuizen der kooplieden te brengen dan tegen bijzondere betaling. Door B. en W. besloten de schippers en Commissaris hierover te verstaan. 1-4-1828 6. Aan de schippers is opgedragen de goederen door de knecht vol gens oud gebruik op aanwijzing te doen bezorgen zonder meer te vorderen dan 1/5 der vracht, daar anders door het stadsbestuur vaste bestellers zullen worden benoemd. 3-4-1828 2. Voorstel van Amsterdam om, in verband met het overlijden van Eeltje Postma, beurtschipper Amsterdam-Leeuwarden, deze beurt niet weder te vervullen en een zodanige regeling te treffen, dat Amsterdam de helft der beurten krijgt. B. en W. zenden een ontwerp Verordening aan B. en W. van Amsterdam toe om, na goedkeuring door de Raden te worden aangenomen, en daarna goed- gekeud door de Staten van beide provinciën. 11-9-1828 2. Amsterdam gaat accoord met het ontwerp, maar ziet gaarne enkele kleine wijzigingen aangebracht, zoals b.v. uniformiteit in het bestellen te Amsterdam en te Leeuwarden. 11-10-1828 8. Door Raad het door B. en W. aangeboden onntwerp van de Verorde ning voor het beurtveer Amsterdam-Leeuwarden, ter vervanging van het be staande, dat niet meer overeenstemt met het later door de Regering ge maakte bepalingen, vastgesteld. R 17-11-1828 4. Missive B. en W., houdende goedkeuring van het verbod aan Sijtze Eeltjes Postma om in de beuert Leeuwarden-Amsterdam te varen. Verder niet-goedkeuring van de door de Raad alhier aangenomen Verordening op het beurtveer. (Missive dezerzijds 18-11-1828No.910). Door B. en W. aan Amsterdam aangetoond, dat de bestaande Reglementen van 1728 en 1807 onvoldoende zijn en moeten worden gewijzigd, terwijl intussen het verzoek van Lammert Lammerts Wever, om aanstelling als beurtschipper, in advies wordt gehouden. 27x12-1828 5. Verzoek van B. en W. Amsterdam om toezending van een afschrift van het besluit van het gemeentebestuur van Leeuwarden 8-11-1807, waar bij werd gewijzigd het Reglement voor het beurtveer Leeuwarden-Amsterdam van 1728, daar de Kamer van Koophandel een nieuw Reglement overweegt. Door B. en W. toegezonden. 17-1-1829 9. Missive B. en W. Amsterdam aangaande het ontvangen Reglement en 'vrachtlijst van het beurtveer Leeuwarden-Amsterdam en de daarop door de Kamer van Koophandel gemaakte aanmerkingen. 3-3-1829 5. Missive B. en W. Amsterdam van 26-2-1829 aangaande een voorge stelde vermindering van vrachtlonen voor het beurtveer Amsterdam-Leeu warden. B. en W. antwoorden bij Missive dezerzijds 17-3-1829. No.205. 17-3-1829 13.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 138