344. 1814 en later. Overtreding van het Reglement op de beurtvaart door Johannes Hanses van der Meulen, beurtschipper op Amsterdam, op verklaring van Pieter IJpes, beurtschipper op Amsterdam. 14-2-1818 12. Klachte van Overleden van het gewezen schippersgilde en com- missariën van het veer Leeuwarden-Amsterdam, dat de beurtman Tjalling Louws de Graaf op 9-12-1820 het schip met zijn schoonzoon en knecht alleen heeft laten vertrekken zonder zelf mee te gaan, in strijd met het Reglement. Bij onderzoek bleek, dat de schipper wegens een duizeling was thuis gebleven, maar naar Amsterdam zou vertrekken zodra het weer het toeliet. 3-2-1821 27. Verzoek van Pieter Ekkes van der Vliet, 26 jaar, wonende bij zijn vader Ekke Jans van der Vliet, om het beurtveer op Amsterdam van zijn vader te mogen overnemen. 3-2-1821 28. Afgewezen. 10-3-1821 8. Klacht van Commissaris beurtveer Leeuwarden-Amsterdam over het liederlijk en slordig gedrag van de beurtschipper Ekke Jans van der Vliet. Missive Burgem. Amsterdam, verzoekende informatie omtreAé~8ëè^^ verzoek van Eeltje Postma, om zijn zoon aan te stellen als beurtman in het veer Amsterdam-Leeuwarden. In advies gehouden. 15-9-1821 19. Verzoek van Eeltje Postma, 69 jaar, beurtschipper op Amsterdam, aan Burgem. om ondersteuning van het verzoek bovengenoemd ten gunste van zijn zoon Sijbrand Eeltjes Postma. Door Burgem. in advies gehouden. 15-9-1821 25. Missive Burgem. Amsterdam, dat zij hebben afgewezen het verzoek van Pieter Ekkes van der Vliet en van Eeltje Postma, om toelating als beutschippers Leeuwarden-Amsterdam, aangezien, in strijd met de verorde ningen van 1646 en 1699, deze schippers niet wonen te Amsterdam en hun schepen er niet gebouwd zijn. Het is echter niet de bedoeling om een wijziging van de bestaande orde in te voeren. 6-10-1821 8. Door Burgem. is toestemming gegeven aan Maartje Geerts van der Werf, Wed. Sijbren Pieters Pel, beurtschipper Leeuwarden-Amsterdam, om dit veer te mogen blijven bevaren tot eind Februari 1823 met een kundig persoon als schipper. 18-5-1822 8. Zij deelt mede als zetschipper te hebben: Johannes Schrader. Zij verkrijgt verder toestemming het veer aan te houden tot Febr. 1824. 28-1-1823 8. Klacht van Kolf Cote Amsterdam omtrent de onachtzaamheid van beurtschipper Ekke Jans van der Vliet, hierin bestaande: a. Te laat aankomen: J.H. van der Meulen en W. Jochems, later vertrokken, kwamen tegelijk aan met hem. b. De waren van de kooplieden: Jan Cornelis Sijtsama te Hallum (lijnzaad), K.W. Sannes te te Stiens (koolzaad) en Rein Klazes de Jong (haver), raakten ten dele door elkaar. Volgens verklaring van de Commissaris van het Amsterdamse veer is Van der Vliet bij voorduring slordig en dronken. Daarom door Burgem. besloten klachten te verzamelen en de klacht van Kolf Co. in advies gehouden. 2-11-1822 6. Verzoek van Maartje Geerts van der Werf, Wed. Sijbren Pieters Pel, om het beurtveer op Amsterdam te mogen aanhouden en door een kundig per soon te laten bevaren, (heeft zetschipper: Johannes Schrader). In advies gehouden. 31-12-1822 5. Klacht Commissaris beurtveer Leeuwarden-Amsterdam tegen beurt schipper Ekke van der Vliet, wegens drankmisbruik en verwaarlozing van de veerdienst, met verzoek hem uit het veer te zetten. Bij Burgem. in onderzoek. 11-1-1823 10. Mededeling door Romkjen Sikkes, Wed. Hoist Halbes Meerstra, beurtschipper Leeuwarden-Amsterdam, dat haar man op 31-12-1822 te Am sterdam liggende, aldaar is overleden. Zij verzoekt het veer provisioneel te mogen aanhouden. Toegestaan tot Febr. 1824 met een kundig, betrouwbaar schipper. 28-1-1823 7.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 145