347. Missive van B. en W. Amsterdam, houdende koedkeuring van het verbod aan Sijtze Eeltjes Postma, om in de beurt Leeuwarden-Amsterdam te varen. Zie verder onder: "Reglement". 27-12-1828 5. Door B. en W. is aan Sipke Geerts Woudsma, beurtschipper op Amsterdam, opgelegd om binnen 8 dagen een voldoende borg te stellen, bij nalatigheid waarvan hij zal worden ontzet. 24-11-1832 19. Ontslagen, daar bij niet in staat is een borg te leveren. 18-12-1832 6. Verzoek om aanstelling als beurtschipper Leeuwarden-Amsterdam inplaats van Sipke G. Woudsma, ontslagen, door Jan Swart, beurtschipper Leeuwarden-Zwolle, en Lammert Lammerts Wever, schipper alhier. In advies gehouden. 22-12-1832 15. In verband met bet bovengenoemde verzoek om benoeming tot beurtschipper op Amsterdam, inplaats van Sipke Lieuwes Woudsma, die zich aan verkeerde handelingen heeft schuldig gemaakt, en daarom ontslagen is, ter benoeming voor te dragen: Jan Swart, thans beurtschipper Leeu warden-Zwolle. 29-12-1832 25. B. en W. Amsterdam berichten, dat vereisten voor benoeming zijn: 1. Een te Amsterdam gebouwd schip. 2. Domicilie te Amsterdam. 3. Deelname in het fonds van het Binnenlandvaarderskantoor aldaar. 4. Tijdelijke vertimmering van het schip op een werf aldaar. B. en W. zullen informeren of betrokkene daartoe bereid is. 15-1-1833 4. Mededeling B. en W. Amsterdam, dat door hen is benoemd tot beurt schipper Amsterdam-Leeuwarden: Gerrit Ridderikhoffinwoner van Amsterdam, inplaats van schipper Woudsma. 26-3-1833 6. Verzoek van B. en W. Amsterdam om de beurtschipper Amsterdam- Leeuwarden, van der Ark, te corrigeren wegens het hier 3 dagen blijven liggen, en zodoende 2 beurten ineens te vervullen. 26-3-1833 6. Voorstel van B. en W. Amsterdam, in verband met het overlijden van Harke Martens Smits, schipper beurtveer Leeuwarden-Amsterdam, om deze beurtvaart provisioneel ten verzoeke der weduwe en van haar zoon door deze laatste te continueren. B. en W. antwoorden: Daar deze weduwe en haar kinderen hun man en vader zeer slecht hebben behandeld, verdienen zij geen consideratie, terwijl in deze slappe tijd de 6 overige schippers zeer wel de vacante beurt kunnen waarnemen. Commissaris beurtveer wordt gelast om in volgorde door de schippers in de vacerende beurt te voorzien, totdat door Amsterdam is beschikt. 11-10-1834 10. Verzoek van Wijbert Lammerts Wever, schipper alhier, om aan stelling in het veer Leeuwarden-Amsterdam, in de vacature van Harke Martens Smits, overleden. B. en W. antwoorden, dat de begeving van deze vacature is aan B. en W. van Amsterdam. 14-10-1834 9. Missive B. en W. Amsterdam aangaande de weduwe van beurt schipper Harke Martens Smits en haar zoon Marten Harkes Smits, die bij een herhaald verzoek om continuatie der beurt gunstige getuigenissen hebben overgelegd. Door B. en W. aan Commissaris beurtveer nadere inlichtingen gevraagd. 22-11-1834 5. B. en W. antworden aan Amsterdam, dat zij op grond van de ver klaring van de Commissaris van het beurtveer en van nog 3 andère per sonen blijven bij het vroeger berichte bij Missive dezerzijds 11-10-1834 No. 17/705. 29-11-1834 15. Toezending door B. en W. Amsterdam van een nog nader ingekomen verklaring voor Wed. H.M. Smits, met verzoek om inlichtingen. B. en W. verwijzen naar Missive dezerzijds 2-12-1834. No. 17/810. 6-12-1834 7. Verzoek van Sijbren Eeltjes Postma en J.E. van der Ark, beide alhier, dat de eerste inplaats van de laatste mag worden aangesteld als beurtschipper op Amsterdam. In advies gehouden. 17-1-1835 18.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 148