349.
Verzoek der gezamenlijke beurtschippers op Amsterdam om de openge
vallen plaats niet weder te vervullen.
Verzoek der schippers aan B. en W. alhier om een gunstige beslissing
op hun verzoekschrift.
B. en W. alhier berichten aan B. en W. Amsterdam, in antwoord op deze
Missive, dat zij van dezelfde mening zijn, en door een spoedige be
noeming in de vacature zullen voorzien.
Het verzoek der beurtschippers wordt in handen van de Commissaris van
het Amsterdamse beurtveer gesteld.
B. en W. informeren aangaande de bezwaren der adressanten. 18-5-1844 4.
Antwoord Commissaris beurtveer.
In advies gehouden tot het antwoord van Amsterdam is ingekomen.
21-5-1844 9.
In verband met het antwoord van B. en W, Amsterdam en van
Commissaris beurtveer op Amsterdam berichten B. en W. aan de schippers,
dat hun verzoek wordt afgewezen.
Zij besluiten over te gaan tot vervulling van de vacature. 11-6-1844 .8.
Door B. en W. wordt benoemd als beurtschipper Leeuwarden-
Amsterdam: Pieter Willems Walstra, die deze beurt reeds verscheidene
jaren voor zijn moeder met ijver en nauwgezetheid heeft bevaren.
11-6-1844 9.
Mededeling door B. en W. Amsterdam, dat zij tot beurtschipper
op Leeuwarden hebben benoemd: Ate Pieters van Veen inplaats van
G. Ridderinkhofoverleden.
Medegedeeld aan Commissaris Veer. 19-10-1844 18.
Verzoek van Johannes Hanzes van der Meulen, beurtschipper
Leeuwarden-Amsterdam, om ontslag als zodanig en benoeming inplaats
daarvan tot schipper Hendrik Buis, zijn schoonzoon, die 10 jaar
achtereen als le knecht bij hem in dienst is geweest.
J.H. van der Meulen door B. en W. eervol ontslag verleend,- en H. Buis
benoemd. 16-2-1848 16.
Rotterdam-Leeuwarden.
Reglement
Missive Burgem. Rotterdam, houdende bedenkingen tegen het
ontworpen Reglement voor de veerdienst Leeuwarden-Leiden-'s-Gravenhage-
Delft-Rotterdam. 28-9-1822 2.
Antwoord Burgem. Leeuwarden, houdende bedenking. 12-10-1822 13.
Rotterdam gaat evenwel accoord dat op verzoek van Leeuwarden:
Delft, s-Gravenhage en Leiden worden aangedaan. 2-11-1822 5.
Concept-Reglement in handen Burgem. Th. Veenstra. 9-11-1822 16.
Missive Burgem. Rotterdam, daarbij aandringende op spoedig tot
standkomen van het Reglement op het veer Leeuwarden-Rotterdam. 4-2-1823 5.
Door Burgem. het Concept-Reglement aangenomen, onder de voor
gestelde toevoegingen en wijzigingen. 22-3-1823 10.
Missive Burgem. Rpöterdam, daarbij in antwoord op Missive
dezerzijds 27-3-1823 No.152, toezendende enkele opmerkingen voor het
Reglement
Door Burgem. alhier overgenomen. 8-4-1823 6.
Door Burgem. besloten de marktschippers op Rotterdam te ge
lasten hun bij de berekening der vrachtlonen te gedragen naar het
Reglement beurtveer Leeuwarden-Rotterdam. 13-5-1823 5 .b
Missive Burgem. Rotterdam, bevestigende de ontvangst van het
Reglement voor het beurtveer Leeuwarden-Rotterdam, mededelende, dat
dit door de Raad is goedgekeurd en ingezonden aan Ged. Staten.
Afschrift is naar Leeuwarden geretourneerd.
Door Burgem. alhier gezonden aan Ged. Staten ter goedkeuring. 10-6-1823 1.
Mededeling Burgem. Rotterdam, dat Ged. Staten van Zuid R>1-
land het Reglement op de veerdienst Rotterdam-Leeuwarden hebben goed
gekeurd. 24-6-1823 3.
Terugzending door Ged. Staten van Reglement en tarief veer
dienst, met enkele aanmerkingen, met verzoek dit na aanvulling weder
in te zenden ter goedkeuring. 20-9-1823 14.
Het verandere Reglement met afschrift van besluit Ged. Staten
aan Burgem. Rotterdam gezonden ter goedkeuring. 30-9-1823 15.