355.
Verzoek van Joukje Fokkes de Haan, Wed. Waller Zandt, Grachtswal,
om de beurt op Rotterdam te mogen doen bevaren door Haring Jans Kragt,
inplaats van door Lieppe Fokkes de Haan, gelijk is bepaald bij de ver
gunning van 5-3-1825. 30.
Toegestaan en acte van vergunning uitgegeven. 21-1-1826 10.
Verzoek van Douwe Harings Kragt om aanstelling als beurtschipper
Leeuwarden-Rotterdam.
In advies gehouden. 30-6-1827 14.
Verzoek van Lodewicus Martinus van der Werf om aanstelling als
beurtman Leeuwarden-Rotterdam.
In advies gehouden. 30-6-1827 15.
Verzoek van Martinus Hemmes van Bateles om aanstelling als
beurtschipper Leeuwarden-Rotterdam.
In advies gehouden. 13-7-1827 31.
Verzoek van Jacob Ouwes van der Veen, schipper alhier, om aan
stelling als schipper in het veer Leeuwarden-Rotterdam.
In advies gehouden. 21-7-1827 12.
Verzoek om aanstelling als beurtschipper Leeuwarden-Rotterdam
door: Johannes Schrader, Rinse Jochems Nijdam en Haring Jans Kragt,
schippers alhier.
In advies gehouden. 4=8-1827 10,
Verzoek van Jan Jacobs Zwart om aanstelling als beurtschipper
Leeuwarden-Rotterdam.
In advies gehouden. 1-9-1827 12.
Verzoek van Sipke Sijbrandsom aanstelling als beurtschipper
Rotterdam-Leeuwarden.
In advies gehouden. 15-1-1828 21.
Door B. en W. op verzoek der belanghebbenden, en met ampliatie
van hun besluit 19-2-1825. 9, vergund aan Douwe Harings Kragt, gehuwd
met Joukje Fokkes de Haan, Wed. Waller Zandt, voor dit jaar provisio
neel het veer Leeuwarden-Rotterdam te bevaren. 15—1—1828 22.
Op zijn verzoek benoemd als vast beurtschipper Douwe Harings
Kragt, mits vooraf borgstelling ad Fl.500,-. 6-12-1828 19.
Verzoek van Rinse Jochems Nijdam, beurtschipper Schiedam-
Leeuwarden, om goedkeuring tot het mede varen in de beurt Rotterdam-
Leeuwarden en terug, waartoe hij een regeling heeft getroffen met de
schipper in dat veer: Adrianus de Vries.
Door B. en W. in advies gehouden. 24-12-1831 13.
Mededeling door B. en W. Rotterdam, dat door schipper Douwe
Harings Kragt, beurtschipper Leeuwarden-Rotterdam, is gepresenteerd
een acte van toelating van 12-12-1828, met verzoek om erkenning.
Informatie verzocht.
B. en W. antwoorden, dat de aanstelling in orde is.
Alleen had de schipper terstond erkenning moeten vragen. 20-3-1832 2.
Verzoek van L.M. van der Werff, om benoeming als beurtschipper
Leeuwarden-Rotterdam, inplaats van Jan Ekkes van der Vliet, die, naar
hij vernomen heeft, voor het veer bedankt.
In advies gehouden. 20-3-1832 8.
Door B. en W. op diens verzoek toegelaten als beurtschipper
Leeuwarden-Rotterdam Jochem Jans Nijdam, inplaats van Jan Ekkes van
der Vliet, die zijn schip verkocht. 7-4-1832 9.
Door B. en W. aan Rotterdam bericht, dat er geen bezwaar
bestaat tegen de toelating van Rinse Jochems Nijdam, als beurtschipper
Leeuwarden-Rotterdam,"-inplaats van Adrianus de Vries. 16-6-1832 16.
Door B. en W. op voorstel van Commissaris beurtveer toegestaan,
dat, aangezien de schipper op Rotterdam Douwe Harings Kragt, door ziekte
verhinderd wordt in zijn beurt op Di. 21-1-1834 te varen, deze reis wordt
gedaan door zijn broeder Jan Harings Kragt. 18-1-1834 14.
Verzoek van Jan Ekkes van der Vliet, thans molenaar te Ferwerd,
om een 5e beurtschipper voor het veer Leeuwarden-Rotterdam, Schiedam
en Haarlem aan te stellen, en hem daartoe te benoemen.
Door B. en W. in advies gehouden en geïnformeerd bij Commissaris
veer naar de noodzaak van uitbreiding. 20-10-1835 4.
B. en W. antwoorden, dat er vooralsnog geen behoefte bestaat
aan een 5e beurtschip. Mocht hiertoe later worden besloten, dan moet
het aantal schippers op-5 of 8 worden gebracht en zal met zijn verzoek
rekening kunnen worden gehouden. 3-11-1835 8.