Vergunning geweigerd. 23-7-1839 10
Verzoek van betrokkenen om de bergplaats zolang te mogen
aanhouden, tot buiten de stad een geschikt pakhuis is gevonden.
Door B. en W. afgewezen, maar een uitstel van 1 maand toegestaan.
3-8-1839 17
Door verzoekers uitstel gevraagd tot 12-5-1840: dan is een
pand beschikbaar.
Niet toegetaan door B. en W. 31-8-1839 13
Rapport Commissaris van Politie in verband met een hernieuwd
verzoek van S.M. de Beer en M. de Vries, om het pakhuis A.101 in de
Amelandstraat te mogen bjijvem gebruiken waarbij zij mededelen,
dat dit aan anderen wel is toegestaan.
Commissaris deelt mede dat bij onderzoek is gebleken, dat W.J. Bier-
schenk en Wed. S. de Vries een handel in beenderen drijven, en een
kleine voorraad in opslag hebben op een stuk grond aan het erf van
de woning van Wed. de Vries., (hiervoor is vergunning verleend
20-6-1835. 6). Verder S.N. de Leeuw en Z.A. Troostwijk in de Ossekop,
die beenderen kopen en deze dagelijks in een mand of zak afleveren
bij de koopman Bierschenk. 10-8-1839 21
Verzoek van Abelius van der Ploeg, om vergunning in de door
hem aangekochte huizen Zuidvliet L 114 en 114a, een ros- of paarden-
molen te mogen inrichten ter vervaardiging van beenderenmeel
Door B. en W. besloten de omwonenden te horen Za. 21-3-1840.
17-3-1840 10
Vergunning geweigerd in verband met bezwaren, aangevoerd
tegen een rosmolen. 28-3-1840 12
Klacht van Catharina Swalve, Wed. Wilhelmus Albertus Asman,
dat door de beenderenfabrikant Van der Ploeg naast haar huis op het
Zuidvliet een magazijn van stank verwekkende beenderen is ingericht.
Gevraagd wordt de nodige voorziening te treffen.
B. en W. antwoorden, dat door de administratieve macht hieraan niets
kan worden gedaan, maar dat het haar vrij staat tegen Van der Ploeg
een ciciele vordering in te stellen. 30-5-1840 7
Andere Chemische Bedrijven.
Verzoek door Commissaris van Politie om inlichtingen aan
gaande Art.24 der Wet van 26-1-1815 (St.7) omtrent de vuurwerkers,
in de plaatsen waar deze hun beroep mogen uitoefenen. 8-10-1825 7
Verzoek van'Lembertus de Haan, winkelier in buskruit en
ijzerwaren, om in het onderste vertrek van zijn zomerhuis, op de
hoek van het Cambuursterpad M.239, een vuurwerkbergplaats te mogen
inrichten.
Door B. en W. tot wederopzeggens toegestaan (op grond van de Wet
van 26-1-1815 (St.7) Art.24). 30-5-1826 4
Toezending door Gouverneur van verzoek van Lucas Bosker,
om in huis A.263 een fabriek voor Fries Grou te mogen oprichten.
Door B. en W. in handen gesteld van Architect om de omwonenden te
horen. 23-6-1827 7
Ligging gebouw afzonderlijk is niet ongunstig. Er bestaat
echter gevaar voor vergiftiging van het regenwater door stof, dat
koperhoudend is, op de daken.
Naastlegers zijn: Z.: Pieter Koumans Brouwer, eigenaar-bewoner.
0.: Jan van Assen, eigenaar-bewoner.
Gottlieb Staebel, eigenaar.
Jan van der Verf, bewoner.
N.: A. Laverman, eigenares.
P. WEllenberg, bewoner.
Willem Meter, eigenaar-bewoner. 30-6-1827 3
Belanghebbenden opgeroepen voor de zitting van een Com
missie uit Ged. Staten op 23-7-1827. 21-7-1827 2
Verzoek afgewezen door Ged. Staten. 18-8-1827 10
Toeznding door Gouverneur van verzoek van S. Nauta alhier,
öm vergunning tot oprichting van een Vrieschgroen fabriek in huis
F.34(Kad. Sectie C 759) bij de Kleine Kerkstraat.
Door B. en W. besloten procesverbaal de commodo et incommodo te
maken en daarna het verzoek weder te bezien. 1-11-1845 3
Door Ged. Staten vergunning verleend aan Wed. S. Nauta
(Fa. S. Nauta) onder voorwaarde, dat de vuurplaats wordt ingericht
onder toezicht van B. en W. 26-11-1845 6