269.
Missive Commissaris Harlinger, Franeker en Bols-
warder trekveer aangaande de zin van Art.36 van het Re
glement van het beurtveer op Harlingen, waaromtrent ver
schil is ontstaan met de Harlinger trekschippers. 2-7-1836 26.
Missive B. en V. Harlingen, houdende verzoek om be
richt te ontvangen aangaande de goedkeuring door Ged. Sta
ten op de vorig jaar door de Raad dier stad goedgekeurde
voordracht van de middelen tot herstel der trekveren.
Door B. en in Raad gebracht. 27-5-1837 10.
Verzoek Commissaris Harlinger trekveer om, even
als aan die van het Sneker trekveer is toegestaan, voor
afhuren van de roef Fl.0,25 te mogen berekenen inplaats
van F1010.
Door B. en toegestaan, in afwachting van een spoedige
herziening van het Reglement; provisioneel en tot weder-
opzeggens toe. 3-1 1-1838 14
Van het Reglement voor het trekveer Leeuwarden-Har-
lingen van 14-4-1779 bepaalt Art.1, dat de trekschippers
op dit veer moeten kunnen lezen en schrijven. 18-2-1843 11»
Verzoek van de Commissaris der Harlinger, Franeker
en Bolswarder trekveer om aan elk der Harlinger trekschip
pers een Reglement van het veer af te geven, daar hij
slechts 1 exemplaar bezit.
Aangezien in het archief slechts 1 exemplaar aanwezig is,
is door B. en V. besloten extracten hieruit, voorzover van
toepassing op de schippers, aan deze uit te reiken.
3-8-1 84 4 12.
Verzoek B. en Harlingen om mede te delen of er
volgens oordeel B. en alhier ook behoefte bestaat aan
een gelijke strafbepaling voor de trekschippers Leeuwarden-
Harlingen als er bestaat voor die van Leeuwarden op Dokkum.
In handen Raads-commissie(H. Bolman, ,Mr. J. Eekma,
Mr. P.F. Martin). R 10-10-1844 2.
Commissie deelt mede, dat in de strengste zin geen
noodzaak bestaat voor een bepaling, indien de klachten alT
leen gericht zijn tegen het vervoer van goederen voor re
kening van 1, 2 of 3 personen met een particulier schip.
Evenwel is een bepaling tegen misbruik wel van nut.
Daarom wordt geadviseerd aan B. en van Harlingen voor
te stellen een procuale bepaling te maken, evenals voor
Dokkum en Leeuwarden.
In advies gehouden en ter inzage voor de leden.
r 7_n_i844 10.
Door Raad besloten aan B. en Harlingen te berich
ten dat Raad alhier, de noodzaak van een bepaling daarla
tende, van oordeel is, dat deze moet worden gemaakt in over
leg met B. en Franeker. R 21-11-1844 6.
Verzoek der alhier wonenende eigenaren van het trek
veer Leeuvarden-Harlingen om een jaarlijkse subsidie ad
Fl.200,- ter instandhouding van het veer.
In handen der Financiële Commissie gesteld. R 6-3-1845 4.
Missive B. en Franeker aangaande de prenale be
paling in het Reglement voor de trekschippers Leeuwardern-
Harlingen. 26-9-1846 12.
Mededeling door Ged. Staten in verband met het voor
stel van Leeuwarden, Harlingen en Franeker tot opneming van
een prenale bepaling in de reglementen der trekveren Leeu-
warden-Har1ingenHarlingen-Franeker en Franeker-Leeuwarden
dat er bezwaar is hieraan te voldoen, aangezien deze bepa
ling, als vallende in de termen van Art.153 der Grondwet
en van Art.270 van het Reglement op het bestuur der steden
in deze provincie, bij Plaatselijke Verordening kan worden
samengesteld, zodat moeilijkheden kunnen worden voorkomen.
Door Raad besloten bij de verdere behandeling volgens dit
besluit te werk te gaan. R 19-11-1846 2.