275.
Verzoek der trekschippers Leeuwarden-Harlingen,
alhier, om maatregelen te nemen tegen schade, doordat de
boterschippers op Harlingen allerlei goederen medenemen,
en de Dokkumer doorjager afgewonnen vrachten volbrengt en
bovendien op ongeregelde tijden vaart.
Gesteld in handen der Raads-commissieingesteld bij
R 1-^-183^. 5/9 V11).
Dit is de Commissie, die de verpachting der trekwegtollen
in studie had. (zie nader bij: Vaarten, Verantwoording
der trekwegtollen Leeuwarden-Harl ingen) 16-8-183*+ 17«
Mededeling B. en V. Harlingen, dat de trekschippers
aldaar hebben geklaagd over concurrentie door de losse sche
pen, en verzoeken maatregelen daartegen.
B. en W. wachten het resultaat af van het onderzoek der
Raads-commissie, hier ingesteld na een soortgelijke klacht
aan de Raad alhier. 30-8-183'+ 9«
Rapport Raads-commissieingesteld bij besluit Raad
R 23-7-183*17.
Commissie verklaart, dat door de K.B.'s 1—3—1818 (St.9)»
21-8-1818 (St.33), 4-9-1818 (St.46) de door de Staten van
Friesland aan de trek- en beurtschippers verleende octrooi
en niet zijn opgeheven, t.w. 23~3_1686 aangaande de tolta
rieven (27-9-1697) 29-9-1729, uitbreiding(16-8-1756)
Commissie adviseert de schippers bij constateren van over
tredingen te verwijzen naar Commissaris van Politie.
Zie tevens besluit B. en W# Harlingen 30-9-1825.
Met tekst der betreffende besluiten.
In advies gehouden. R 29-12 183'+
Verzoek der trekschippers Leeuwarden-Harlingen om,
evenals de vorige winter, van 20-11-183'+ tot 1-2-1835 met
slechts 1 schip te mogen varen; 's-morgens en s-namiddags
te k u. behalve op Vr. dan dienst gewoon door 2 schepen.
Geen bezwaar bij B. en V., indien B. en V. Harlingen ook
geen bezwaar hebben. 6-12 183'+ 13«
Toegestaan, mits bekendmaking in Leeuw. Courant.
13-12-183'+ 12.
Aan de Harlinger trekschippers op hun verzoek toege
staan gedurende Jan. slechts met 1 schip te varen: 's-mor
gens k u. en 's-namiddags k u.onder voorvaarde van aan
kondiging in de Leeuw. Courant, indien nog in deze maand
door invallende dooi van deze vergunning zal worden ge
bruik gemaakt. 9"—1 1836 8,
Klacht door Commissaris van Politie aangaande het
rijtuig, dat thans wordt gebruikt voor reizigers en bagage
vanaf de stoomboot te Harlingen naar hier, en over de
vrachtprijs.
Aangezien deze dienst is ingevoerd buiten bemoeiing van
hier, wordt dit door B. en V. ter kennis gebracht van B.
en V. Harlingen. 30-6—1836 11,
Toezending door B. en Harlingen van Missive van
Directie der stoomboot te Amsterdam.
Door B. en V. besloten om, aangezien de slatting der Har
linger Vaart over enkele weken is afgelopen, waarbij dan
de wagendienst vanzelf vervalt, de zaak zolang te laten
zoals zij is. 2^-7-1836 U.
Toezending door B. en V. Harlingen van extract uit
klachtenboek van Commissaris der trekschepen aldaar, hou
dende klacht van J. Veber over het gedrag van schipper
Hoekstein.
Door B. en V. gesteld in handen Commissaris van Politie.
1-10-1836 8.
Besloten geen gevolg té geven aan deze klacht, aan
gezien deze vraag onduidelijk is, en de schipper verklaarde
tot zijn uitdrukking te zijn gebracht door het gedrag van
de reiziger. 8-IO-I836 16.