281 Toezending door Gouverneur van verzoek aan Prov, Staten door Hans van der Meulen en Age Johannes Kroontje, mede uit naam der overige Harlinger trekschippers, in ver band met de achteruitgang van het trekveer, speciaal over de schade, toegebracht door de schipper der barge Harlingen- Leeuwarden. B. en V. berichten Gouverneur, dat de klachten billijk zijn maar dat B. en W. geen maatregelen weten om hieraan te vol doen. (Missive dezerzijds 8-9-1843. No.16/758). 5-9-1843 8. Beslissing Ged. Staten. 14-10-1843 7. Toezending door Gouverneur van nader adres der Har linger trekschippers Leeuwarden-Harlingen en terug, onder vermelding van enige bezwaren, daarmede in verband staande, met verzoek een redres, zoals ook onlangs door hen is ge-r-raa vraagd. (Missive dezerzijds 8-9-1843. No.16/758). B. en berichten Gouverneur, dat zij zich volkomen refe reren aan haar bovengenoemde Missive. 24-10-1843 2. Beschikking door Ged. Staten op dit verzoek. 9-12-1843 2. Missive Directeur van Politie aangaande klacht van Commissaris Harlinger trekveer, aangaande de schippers Dirk Zeilmakers en Johannes Tuinstra. Door B. en bericht aan B. en Harlingen, met verzoek om de schippers tot betaling der gevorderde gelden te dwin gen, en hen bij schuldig bevinden te straffen. (Missive dezerzijds 19-8-1844. No.16/728). 17-8-1844 12.a B. en alhier gaan accoord met de door B. en Harlingen genomen maatregelen. 21-9-1844 14. Missive Commissaris Harlinger trekveer aangaande het niet varen op 3-11-1844 van het schip 's-morgens te 4 u. van Harlingen en 's-middags te 1 u. van hier. 5-11-1844 7» Besluit B. en Harlingen, houdende vergunning aan de trekschippers Leeuwarden-Harlingen alhier, om de namid dagbeurten van 4 u. uit Harlingen te verenigen met de barge- dienst, zelfs al kwam de stoomboot van Amsterdam met ver traging aan, onder verplichting echter, dat indien reizigers dit eisen, de dienst van 4 u. apart waar te nemen, terwijl B. en Leeuwarden hiermee accoord moeten gaan. Door B. en goedgekeurd op verzoek der schippers. 15-3-1845 19. Voorstel Directeur van Politie om, indien deze ver gunning moet blijven, een Raadsbesluit te nemen, en dit aan Ged. Staten ter goedkeuring in te zenden. B. en antwoorden, dat de vergunning op proef is, en bij bezwaar zal worden ingetrokken. 5-4-1845 23. Mededeling door Directeur van Politie, dat de alhier wonende trekschippers op Harlingen: Hebbe Hebbes en Constan- tinus Bakker hun beurten, strijdig met Art.3 van het Regle ment niet of slechts zeer zelden in persoon waarnemen. B. en verstaan betrokkenen hierover. 26-4-1845 14. Door B. en is toegestaan het verzoek dezer schip pers hun beurten door hun medeschippers bij toerbeurt te doen waarnemen. 29-4-1845 5. In verband met klachten tegen de trekschipper in het veer Harlingen-LeeuwardenFedde Houtstra, aangaande mis bruik van sterke drank, onzuiverheid, etc. is deze door B. en uit zijn betrekking gezet. 7-5-1845 11. Rapport der Commissie tot de beurtveren aangaande het verzoek der Harlinger trekschippers alhier om vergunning om ontslagen te zijn van de avondbeurten om 10 u. op Di., Do. en Za. gedurende de vaart van de stoomboot Harlingen- Ams terdam. B. en zullen eerst het gevoelen van B. en van Har lingen vragen. R 8-5-1845 10. Toezending door Gouverneur van adres der trekschip pers Harlingen-Leeuwarden, houdende beklag over het besluit aangaande de vereniging der namiddagbeurt van 4 u. te Har lingen met de bargedienst.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 82