Verzoek door Min. van Fin. afgewezen. 1-12-1840 9
Toezending door Gouverneur van beschikking van Min.
van Binnenl. Zaken en Financiën. 5-12-1840 6
Toezending door Gouverneur van verzoek van J. Huide
koper c.s., ondernemers der bargedienst Harlingen-Leeuwarden
aan Z.M. om enige wijzigingen in het bestaande Reglement te
mogen aanbrengen.
Gunstig advies van B. en W. daar deze wijzigingen in het
belang van het publiek worden voorgedragen. 30-3-1841 1
Toegestaan. 8-5-1841 9
Toezending door Gouverneur van verzoek van Jan Huide
koper en Douwe Jans Zeilmaker, ondernemers der bargedienst
Harlingen-Leeuwarden aan Z.M. om de concessie te mogen over
dragen aan Marten van Hoften, schipper op de barge, aan wie
deze is verkocht.
Door B. en W. gesteld in handen Commissaris van Politie.
15-3-1842 2
Gunstig advies. Het is echter gewenst te bepalen
dat het vertrek, evenals vroeger, te 3 u« plaats vindt en
dat alleen maar personen en goederen voor de stoomboot
mogen worden vervoerd. 22-3-1842 8
Door Min. van Fin. vergunning verleend voor de over
dracht. 9-5-1842 6
Adres van H.S. Hebbes, gecommiteerde der trekschip
pers Leeuwarden-Harlingen, zich opnieuw beklagende over het
nadeel, hun toegebracht door de barge, waarover reeds eerder
is geklaagd doch zonder resultaat.
B. en V. antwoorden, dat moet worden verwezen naar de door
Z.M. genomen beschikking, waarvan hun indertijd afschrift is
gezonden.
Verder zijn nog onlangs de belangen der adressanten door B.
en W. opnieuw behartigd, n.1. bij het verzoek tot overdracht
der barge, waarop nog geen beslissing is ontvangen.
12-4-1842 4
In verband met een verzoek van Cornelis Vitteveen,
opvolger van C. Pelle, Commissaris der barge, en van R.D.
Nauta, Commissaris van het Harlinger, Franeker en Bolswarder
trekveer, is door B. en W, goedgekeurd dat de functie van
Commissaris of Directeur der barge wordt overgenomen van
C. Pelle door Cornelis Vitteveen.
Verder om de Commissaris der trekveren van Harlingen,
Bolsward en Franeker, evenals die te Dronrijp, te belasten
met het optekenen der tollen; de eerste moet de persoon op
tekenen, die medevaren vanaf de stad of vanaf het verlaat,
en het cedel aan de schipper medegeven, die daarop de onder
weg instappende moet optekenen, en daarna het cedel aan de
optekenaar der tollen te Dronrijp geven.
De Commissaris te Dronrijp moet aldaar hetzelfde doen.
Ingaande Vr. 20-5-1842. 17_5_1842 8
Toezending door Gouverneur van verzoek van Marten
van Hoften, ondernemer der bargedienst Harlingen-Leeuwarden,
aan Min..van Binnenl. Zaken om vergunning tot vermindering
der vrachtprijzen voor passagiers.
Gunstig advies van B. en V. 28-3-1843 2
Toegestaan door Min. v. Financiën. 13-5-1843 9
Toezending door Gouverneur van rekwest aan Prov.
Staten door Hans van der Meulen en Age Johannes Kroontje,
mede uit naam der overige Harlinger trekschippers, in verband
met de achteruitgang van het veer, speciaal over de schade,
toegebracht door de schipper der barge Leeuwarden-Harlingen.
B. en V, berichten aan Gouverneur, dat de klachten billijk
zijn, maar dat B. en W. geen maatregelen weten, om hieraan
te voldoen. (Missive dezerzijds 8-9-1843 No.l6/758).
5-9-1843 8