106.
Verzoek van L. Schierbeek om diens aanslag in de Personele Omslag voor on
derhoud Lantaarns, etc. voor pand E208, dat is afgebroken, in te trekken.
Afgewezen, aangezien voor het huis E251dat door de afbraak verbeterd is, de aanslag
niet is verhoogd. 26-8-1828, 2.
Verzoek van MrPieter Andreae, Notaris alhier, om terug te bekomen de aan
slag in de Personele Belasting, Lantaarngelden, etc. van 1816-1827 van het in 18 16
afgebroken huis B45, en om voor de aanslag 1828 ongemoeid te worden gelaten, onder
aanbieding van eventuele hertaxatie.
In advies gehouden en Ontvanger aangeschreven om zolang de aanslag niet in te vorde
ren. 3-2-1829, 6.
Op de aanslagen 1816-1827 kan niet meer worden teruggekomen: het hierop be
trekking hebbende gedeelte van het verzoek wordt afgewezen.
Over 1828 wordt de aanslag tot de helft teruggebracht. Voor de toekomst eveneens,
daar het pand door de bijgetrokken grond van de afbraak een hogere waarde heeft ge
kregen. 14-2-1829, 10.
Door Raad vastgesteld het Kohier van Personele Omslag binnen de wallen voor
de Lantaarn-, Nachtwacht- en Brandspuitgelden voor 1829 ad 12.273,84^.
R30-3-18294.
Vaststelling door GedStaten van het Kohier der Personele Omslag der Lan
taarn-, Brandspuit en Nachtwachtgelden over 1829, ad 12.273,84%
16-5-1829, 1.
Mededeling hiervan in Raad. R20-5-1829, 3.
Verzoek van J. Otto, thans wonend te Rotterdam, om vrijstelling der Stadsbe
lasting over 1829, ad 8,80. Hij heeft zich alhier gevestigd in April 1825 en Lantaarn-
Brandspuit-, etc. gelden betaald over 1825.
In Nov1828 is hij naar Rotterdam vertrokken, en heeft zijn meubels Maart 1829 overge
bracht
De aanslag is onjuist.
Ontvanger is door B. en W. gemachtigd om deze op de staat der oninvorderbare posten
te plaatsen. 3-10-1829, 7.
Vastgesteld het Kohier 1830 der Lantaarn-, Nachtwacht- en Brandspuitgelden
ad 12.273,84% \5-b-i830, Q.
Gesteld in handen Ontvanger ter invordering voor 1 september en 1 november 1830 en
1 januari 1831. 8-5-1830, 5.
Toezending door Gouverneur van verzoek van de Commies 2e klasse Rein Takes
Plantingatot Mei 1.1. alhier, sedert te Beetsterzwaagwegens aanslag alhier in de
Personele Belasting over een vol jaar ad 3,16, terwijl hij aldaar ook nog voor 8 maan
den was aangeslagen.
In Raad gebracht. 21-12-1830, 7.
Dit is te verklaren, doordat daar de kohieren later gereed waren dan hier.
Ter wegneming van de dubbele aanslag zal 2,05 gerestitueerd worden.
R27- 12- 1830, 7
Door Ged. Staten verminderd tot 1,05.
Besloten aan de Secretarieambtenaren H. van Noord en I. Wijnants op te dragen
de beschrijving van de Personele Omslag en het maken van de Kohieren hiervan voor 1831
tegen beloning van 60,en van de Kohieren Stratenfonds voor 30,
4-1-183117
Door Raad het Kohier 1831 der Lantaarn-, Nachtwacht- en Brandspuitgelden bin
nen de grachten, vastgesteld, bedragende 12.273,84^.
Aan Ged. Staten gezonden ter goedkeuring. R28-3-1831, 5.
Goedkeuring en vaststelling door Ged. Staten van het Kohier van Personele
omslag der Lantaarn-, Brandspuit- en Nachtwachtgelden over 1831.
Gesteld in handen van Ontvanger ter invordering in 3 termijnen: voor 3-9 en 1-11-1831
en 1-1-1832. 23-4-1831, 6.
Besloten de Personele Omslag der Lantaarn-, Brandspuit- en Nachtwachtgelden
te laten gegrond blijven op de huurwaarde der gebouwde eigendommen tegen 5% der huur
waarde, maar deze te baseren, niet meer op de schatting der Grondbelasting, maar die
bij het Rijks Personeel. R10-10-183 1 3.
(blz162, 2
Aan de geëmployeerden ter Secretarie H. van Noord en J. Wijnants opgedragen
de beschrijving van de Personele Omslag 1832 tegen 60, en het opmaken der Kohie
ren Stratenfonds tegen 30,17-12-1831, 32.
Toezending door Ged. Staten van K.B20-9-1832, N6houdende goedkeuring der
dezerzijds voorgedragen verbetering van de grondslag der Personele Omslag voor onder
houd der Lantaarns, Brandspuiten en Nachtwachten, ad 13.952,met verzoek om de
Kohieren te doen opmaken. 16-10-1832, 2.
Kohieren door Raad vastgesteld en ingezonden aan Ged. Staten.
R19-10-18322.