15.
Besluit GedStaten, houdende:
1. Afwijzende beschikking op de reclame van MrB. Albarda, tegen zijn aanslag in de
Lantaarn-, Brandspuit-, en Nachtwachtgelden (Zie: Raadsbesluit R18-6-1846).
2. Vaststelling van het Kohier ten bedrage van:
Stad: 15.257,45
Gedeelte Buitenwijken (Brandspuitgeld)18 1,79
Totaal 15.438,79
Extract gezonden aan MrB. Albarda.
Kohieren gesteld in handen van Ontvanger ter invordering in 2 termijnen: voor 1/10 en
31/12 1846. 26-8-1846, 16.
Toezending door Ged. Staten van K.B. 10-11-1846, N109, houdende goedkeuring
der door de Raad op 75 1846 vastgestelde Lantaarn-, Brandspuit en Nachtwachtgelden
op basis van veranderde grondslag.
Dit wordt medegedeeld aan de Ontvanger, om zich naar te gedragen bij het opmaken van
het Kohier 1847 R3—12—18461.
Toezending door Ontvanger van onderscheidene aanslagbiljetten voor Lantaarn-
Brandspuit. en Nachtwachtgelden over 1845 en 1846 van personen, die vertrokken zijn.
Verzoch wordt toezending aan de besturen der woonplaatsen ter invordering.
14-10-1846, 17.
Verzoek van Jr. Matthijs van Puttkammer, advocaat te Leiden, om vrijstelling
van Personele aanslag alhier over de laatste 8 maanden van 1846, daar hij voor 1-5-1946
naar Leiden is verhuisd.
Toegestaan. 9—12-184611.
Missive Ontvanger aangaande de opmaking van het Kohier der Lantaarn-, Brand
spuit- en Nachtwacht-gelden 1847, en opgave der hem nog ontbrekende gegevens.
Zal gevolg aan gegeven worden. 20-1-1847, 11.
Missive Zetters in antwoord op Missive dezerzijds 22-1-1847, NI 1/133, aangaan
de de invulling van de staat van eigendommen, volgens het Kadaster vrijdom genietende
in verband met de opmaking van het Kohier voor de Verlichtings- en Nachtwachtgelden
1847.
In antwoord hierop is vastgesteld: Missive dezerzijds N220. 3-2-1847, 13.
Aanbieding door B. en W. der beide Kohieren van de Personele Omslag voor de
Lantaarn-, Brandspuit- en Wachtgelden voor 1847.
In handen Commissie der Financiën, met verzoek om rapport in de volgende vergadering.
R1-4- 1847 4.
Rapport der Commissie: Het Kohier is, evenals vorige jaren, met zorg bewerkt.
Geadviseerd wordt het provisioneel goed te keuren.
Bij dit Kohier, voor 't eerst opgemaakt naar de kadastrale huurwaarde, blijkt slechts
een gering verschil ad 29,met vroeger te bestaan.
Ter inzage der leden gelegd. R15-4-1847, 7.
Kohieren ad 15.853,gedurende 14 dagen ter inzage gelegd.
R6-5- 18476
Geen reclames ingekomen.
Het kohier is vastgesteld alsvolgt:
Hoofdkohier: 15.739,68
Kohier buitenwijken 114,31
Totaal 15.853,99
Aan Ged. Staten toegezonden ter goedkeuring en vaststelling, bij Missive dezerzijds
4-6-1847, NI 1/727 R3-6-1847, 15.
Goedkeuring door Ged. Staten. Rl-7-1847, 3.
Besluit Ged. Staten, houdende vaststelling der Kohieren voor de Verlichtings-
Brandspuit- en Wachtgelden over 1847 op 15.853,99.
Gesteld in handen van Ontvanger, ter invordering in 2 termijnen: voor 1/9 en 1/12
1847. 7-7-1847, 12.
Verzoek van W. Roos, vroeger alhier, thans cipier in het Huis van Bewaring
te Appingedam, om vrijstelling van Personele aanslag over de laatste 7 maanden van
1847, daar hij voor 1-6-1847 is vertrokken.
Op grond van Art. 17 der Instructie voor het opmaken en invorderen der Kohieren
van de Hoofdelijke omslag (Prov. Blad 1831, N121toegestaan en Ontvanger gemachtigd
tot invordering van slechts het 5/12 gedeelte. 30-7-1847, 4.
Bezwaarschrift van F. Gambey, Directeur der Gasverlichting alhier, wonende
A6e, tegen zijn aanslag ad 250,in de Lantaarn-, Brandspuit- en Nachtwachtgelden
over 1847.
Ter inzage der leden tot eerstvolgende vergadering. R19—8—18472.
Afgewezen, daar de reclame niet binnen de gestelde termijn is ingekomen.
(Art. 9 der Instructie). R2-9-1847, 14.
