Inzending door Ontvanger van Staat van openstaande posten van de Personele
Omslag der Verlichtings-Brandspuit- en Nachtwachtgelden over 1848, Ontvanger offi
cieus verzocht nog over te leggen een recapitulatielijst van het geldelijk bedrag der
sedert de opmaking van de staat betaalde posten, van hetzelfde bedrag ten aanzien
der posten, waarvoor bewijzen van onvermogen zijn binnengekomen, en speciale vermel
ding van die artikelen omtrent welke al dadelijk dwangmiddelen zijn toe te passen.
14-7-1849, 17.
Toezending door B. en W. Zwolle van een afschrift der missive van Ontvanger
aldaar aangaande diens ongehoudenheid tot invordering van vorderingen destijds wegens
aanslagen in de Personele Omslag, waaruit blijkt, dat het bedrag ad 3,75 van A.A.
Troostwijk (Missive dezerzijds 5-6-1849, NI 1/537) niet kan worden geïnd wegens onvermo
gen.
Gesteld in handen van Ontvanger. 2-8-1849, 7.
Verzoek van W.P. Hoegen om vrijstelling der belasting voor Verlichting, Nacht
wacht, etc. over 1848.
Verzoeker is terecht aangeslagen, aangezien hij op 1-1-1848 bewoner van het aangesla
gen pand was
Verzoek afgewezen. 14-8-1850, 13.
Aanbieding door Financiële Commissie van de Kohieren voor de Personele Omslag
der Verlichtings-Brandspuit- en Nachtwachtgelden over 1849.
Met de kohieren van vorig jaar 8 dagen ter inzage der leden gelegd.
R3-5- 18498.
Door MrJ. Cats Ezn. is bezwaar ingebracht tegen pand A90, huurwaarde f 495,-
gesplitst in 450,ten name van Georg F. thoe Schwartzenberg en Hohenlansbergen
45,ten name van Durk Poelsma, en tegen pand F29, dat ten onrechte ledig zou staan
Door Raad besloten de kohieren onder reserve dezer panden, goed te keuren, en van 22/5
tot 5/6 1849 ter inzage te leggen, en de Financiële Commissie te committeren zitting
te houden tot aanhoren van reclames, en B. en W. te verzoeken de Ontvanger te horen
over de panden A90 en F29. R10-5-1849, 1.
Bij onderzoek is gebleken, dat pand A90 terecht in tweeën is gesplitst (het
aan D.A. Poelstra verhuurde is een kelder onder het huis), maar dat F29 ten onrechte
als ledig is beschouwd, en dat hiervoor redres is aangebracht. R7-6-1849, 1.
Door Raad is de Personele Omslag voor de Verlichtings-Brandspuit- en Wacht
gelden voor 1849 finaal vastgesteld; aldus:
Hoofdkohier: 15.867,14
Kohier buitenwijken: 1 16 70
Totaal 15.983,84
De aanslagen te voldoen bij de Ontvanger, in 2 termijnen: voor 1/9 en 1/12 1849.
R7-6-18495.
Vaststelling door GedStaten. R28-6-1849, 5b.
Vastelling door Ged. Staten van de Kohieren van Personele Omslag voor de Ver
lichtings-, Brandspuit- en Nachtwachtgelden voor 1849, op een bedrag ad 15.983,84.
Gesteld in handen van Ontvanger, ter invordering in 2 termijnen; vervallende 1/9 en
1/12 1849. 4-7-1849, 7.
Adres van Pieter Sjoerds de Vries, slachter, houdende bezwaar tegen zijn aan
slag in de personele omslag der Verlichtings-, Brandspuit en Nachtwachtgelden over
1849 wegens het door hem bewoonde huis F55 (Kleine Kerkstraat).
Gesteld in handen van Ontvanger om bericht. 9-8-1849, 19.
Aan adressant wordt medegedeeld, dat de aanslag terecht is geschied: deze
kan niet meer veranderd. 15-8-1849, 11.
Missive Controleur Waarborg, houdende bezwaar tegen de aanslag van het Kan
toor van Waarborg in de Personele Omslag der Verlichtings-, Brandspuit- en Nacht
wachtgelden over 1849.
In handen Ontvanger gesteld om bericht. 13-8-1849, 9.
Missive Controleur Waarborg, houdende bezwaar tegen de aanslag van het Kan
toor van Waarborg in de Personele omslag voor het onderhoud der Verlichting, Nacht-
wach en Brandspuiten, omdat nooit voor dit kantoor deze belasting is betaald, en het
een stadsgebouw is, dat aan het Rijk in gebruik is afgestaan, terwijl het niet bewoond
wordt, maar slechts enkele uren per dag gebruikt wordt door ambtenaren, die hoofde
lijk zijn aangeslagen voor hun huurwoningen.
In advies gehouden tot volgende vergadering.
Inmiddels onderzoeken of het pand al dan niet wordt bewoond. R6-9-1849, 8.
Ontvanger aangeschreven deze aanslag, als ten onrechte geschied, niet in
te vorderen, en te brengen op de staat van oninbare posten. R4-10-1849, 11.
Rekwes van Evert Brinkhuis, wolkammer alhier, die zich bezwaard acht over de
aanslag der Verlichtings-, Brandspuit- en Nachtwachtgelden over 1849.
Aangezien de aanslag terecht is geschied, en indertijd daartegen geen reclame is in
gediend, is besloten dit, met terzijdestelling van adressants overige beschouwingen
over deze belasting, aan deze te berichten. 5-9-1849, 8.