133.
Rapport der Commissie, dat er niet een middel is om op eenvoudige wijze de
fraude te constateren, chemisch noch anderszins; daarom besloten om adres aan Z.M.
te richten om gelijkstelling der belasting op binnen- en buitenlands gedestilleerd.
R4-6-18218.
Concept adres aan Z.M., op grond van Raadsbesluit R4-6-1821, 8., houdende
verzoek de stedelijke belasting op buitenlandse brandewijn te brengen op 14,40, en dus
gelijk met de binnenlandse.
In advies gehouden. 23-6-1821, 9a.
Adres verzonden volgens concept. 26-6-1821, 8.
Door Z.M. wordt geantwoord, dat hetzelfde is te bereiken door te bepalen
dat de restitutie nooit hoger kan zijn dan de betaalde impost. 1-9-1821, 7.
Mededeling hiervan in Raad. R3-9-1821, 3.
Rapport Raads Commissie naar aanleiding van het bezwaar, dat Z.M. had tegen
gelijke accijns voor binnen- en buitenlandse brandewijn.
Voorgesteld wordt te bepalen, dat nooit meer restitutie wordt gegeven dan belasting
betaald is.
Aldus besloten door Raad.
Aan GedStaten voorgedragen ter goedkeuring. R110—1821, 10.
Missive Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen, houdende
dat tussen de Ontvanger Indirecte Belastingen en koopman A. de Jong een geschil is
ontstaan over de bedoeling van Art. 1, le AfdLetter E.
Door Burgemeesteren wordt geantwoord, dat de bedoeling is: 15 cent per fles, waarmee
de Ontvanger is in het gelijk gesteld. 6-11-182 1, 3.
Besluit Ged. Staten, houdende aanvrage tot toelichting van bedenkingen op
Missive dezerzijds 8 10—1821, N361 aangaande de restitutie der impost op uit te
voeren buitenlandse brandewijn. 13-11-1821, 7.
Rapport van D. Fockema en J.D. Wierdsma over dit onderwerp.
1-12-1821, 14.
Verzoek van S. Greidanus, tapper, om de 28 vaten jenever, die sedert 10-12-
182 1 worden vastgehouden, vrij te geven.
Gesteld in handen Commies Controleur. 15-12-182 1, 15.
Er heeft geen fraude plaats gehad; daarom wordt de jenever teruggegeven, met
aanmaning zich in het vervolg voor ieder verzuim te wachten. Kosten moeten betaald
worden. 18-12-1821, 10.
Toezending van K.B. 18-1-1822, N35, waarbij bepaald is, met verandering van
het Reglement van Plaatselijke Belasting voor deze stad in zoverre, dat de thans al
hier geheven wordende belasting op buitenlandse brandewijn zal worden gelijk gesteld
met de stedelijke impost op het binnenlands gedestilleerd.
Door Burgemeesteren is het tijdstip van inwerkingtreding bepaald, en peiling bij de koop
lieden vastgesteld voor de overgang van de oude op de nieuwe bepalingen.
5-2-1822, 1.
Publicatie van het K.B., waarbij de stedelijke belasting op buitenlandse brande
wijn gelijk gesteld wordt aan de stedelijke impost.
Ingaande Zondag 11-2-1822.
Op Maandag 12-2-1822 moet Commies Controleur bij alle handelaren een peiling houden.
Aldus besloten. 9-2-1822, 10.
Besluit Z.M. 18-1-1822, N85, gevolgd op het adres dezerzijds (Missive 28-6-182 1
N249), houdende wijziging in het Reglement Plaatselijke Belasting alhier, vastgesteld
bij K.B. 26-2-18 18, N61dusdanig, dat de thans alhier geheven wordende belasting op
buitenlandse brandewijn wordt gelijk gesteld met de stedelijke impost daarop.
R4-3-18221.
Binnenlands Gedestilleerd 1821: 2.570 vaten. R18—3—1822
(blz. 20, achterzijde)
Buitenlands Gedestilleerd 1821: 120 vaten. Na aftrek restitutie stellen op,
60 vaten. R18—3—1822.
(blz. 2.1)
Wijn 182 1. Belasting betaald, na aftrek van restitutie voor uitvoer: 4 10 ox-
hoofden of ca. 940 vaten. R18-3-1822, 1.
(blz. 20, achterzijde)
Mededeling door Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen,
dat bij de visitatie op 30-3-1822 ter afsluiting van het kwartaal in de Wijnentrepots
W.H. Suringar de visitatie ten name van Erven P.J. Suringar weigerde, en verklaarde
liever terstond de impost te voldoen.
Besloten het entrepot van Suringar in te trekken, en af te rekenen, hem attenderende
op de mogelijkheid van crediet. 2-4-1822, 4.