134 In verband met de mindere opbrengst der Accijns op Dranken, is besloten de Ontvanger Indirecte Belastingen en Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies, aan te schrijven om rapport uit te brengen omtrent de oorzaken en de middelen tot verbe teringen. R22-8-1822, 1. 3. 2 Missives van Commies Controleur, in antwoord op R22-8-1822, 1. en 3. Gesteld in handen Commissie Begroting 1823. 14-9-1822, 11. Verzoek van H. Leeman, koopman alhier, om restitutie der impost ad 38, van een vat brandewijn, beschadigd in handen der Bierdragers, benevens 160,scha devergoeding Geïnformeerd bij Commies Controleur. 3-12-1822, 6. Restitutie der impost van het verlorene wordt verleend, maar het 2e gedeelte van het verzoek wordt van de hand gewezen. 7-12-1822, 7. Verzoek door apotheker J.C. Hanekamp van Harinxma, om restitutie van impost voor een vat brandewijn, meegekomen met schipper Jan Ekkes van der Vliet, doch ver mist. Gesteld in handen Commies Controleur. 7-12-1822, 10. Restitutie van impost ad 3,97^ is billijk, maar moet niet geschieden door de Stad, maar door de schipper, die het vat heeft zoek gemaakt, en zich hiertoe reeds heeft verbonden. 14r-12-1822, 5. Verzoek van Swaantje van Abbema, Wed. Fokke Appelhoff, handelaarsche in dran ken, om restitutie van in 1817 uitgevoerde dranken, bedragende 239,64. Gesteld in handen van Commies Controleur. 17-12-1822, 2. In deze vorm afgewezen: eerst moeten de door de commiezen afgetekende consent biljetten worden overgelegd. 21-12-1822, 10. Toezending door Ontvanger der Stedelijke Indirecte Belastingen van de staat van restitutien van de voormalige Provinciale Gemaalaccijns. Verder voorstellende de batige sloten ad 1.569,50 der Wijnkopers Katwinkel en Haver- schmidt te innen. 15-2-1823, 6. Mededeling door Ontvanger Stedelijke Indirecte Belastingen ter voldoening aan 15-2-1823, 6., inzendende het saldo der impost der kooplieden: Katwinkel 905, Haversmid 664 Gesteld in handen van Commies Controleur, om te berichten of dit berekend moet worden volgens de oude, of volgens de nieuwe belastingen. 18-2-1823, 8. Besloten Commies Controleur op diens verzoek te machtigen alleen voor Janu ari 1823 de provisorische bewijzen van uitvoer aan te nemen, maar voor het vervolg de bepalingen van Arts. 13-17 van het Reglement van 7-1-1823 toe te passen voor res titutie bij uitvoer. 22-2-1823, 13. Verzoek van Swaantje van Abbema, Wed. Taeke Appelhof, drankhandel, om resti tutie van impost op uitgevoerde brandewijn, le kwartaal 1817, bedragende 239,64. Aangezien zij reeds vroeger eenmaal is afgewezen bij gebrek aan bewijs van uitvoer, wordt het verzoek ook thans weer afgewezen. 22-2-1823, 14. Mededeling door Commies Controleur aangaande hoeveeelheid onverimposte wijn, aanwezig in de kelders van Katwinkel en Haverschmidt De sedert 1-1-1823 in te vorderen belasting bedraagt: voor C.W. Katwinkel f 1.580,76 voor J.H. Haverschmidt 1.159,29 Spoedig in te vorderen. 25-2-1823, 4. Carel Willem Katwinkel en J.H. Haverschmidt verzoeken de invordering in termij nen van 100,per maand. In advies gehouden. 25-3-1823, 2. In advies gehouden. 25-3-1823, 2. In Raad gebracht. 1-4-1823, 4. Klacht van W. de Jong en A. de Jong, namens de gezamenlijke branders en hande laars in drank van de moeilijkheden ter verkrijging van restitutie bij uitvoer van dran ken, en enkele maatregelen voorstellende. Besloten het verzoek als zodanig af te wijzen, doch aan de ambtenaren een meer soepele uitvoering voor te schrijven. 29-3-1823, 8. Verzoek van G. van Dam, brander, dat de belemmering van zijn bedrijf mag ophou den, en hij restitutie mag ontvangen bij uitvoer. Hem wordt geantwoord, dat hij de biljetten van uitvoer wederom kan aanbieden bij Com mies Controleur. 29-3-1823, 9. Beklag van Carel Willem Katwinkel en J.H. Haverschmidt, wijnhandelaars, over besluit Burgemeesteren 25-2-1823, 4., verzoekende aan Ontvanger op te dragen de impost in te vorderen in billijkheid, in maandelijkse termijnen van 100, Gesteld in handen Commies. R7-4-1823, 6. Op grond van rapport Raads Commissie is door B. en W. besloten de wijnkopers alhier te berichten, dat zij de verhoging der stedelijke belasting op wijn moeten betalen volgens de aanpeiling op 1-1-1823, onder korting der tot 21-1-1823 (toen de verhoging der accijns inging) uitgezette en afgeleverde hoeveelheden. R5-5-1823, 8.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 136