135.
Besloten de zaak aangaande het verlenen van restitutie van betaalde accijns
van uitgevoerde dranken, waarvan de biljetten door de commiezen niet zijn afgetekend,
te houden in advies, totdat de Commies Controleur rapport heeft uitgebracht, waartoe
hij mondeling is verzocht. 19-4-1823, 8.
Antwoord van Commies Controleur.
In advies gehouden. 22-4-1823, 8.
Verzoek der Commissie, benoemd bij Raadsbesluit R7-4-1823, 6., om opgave der
hoeveelheid wijn, die volgens aanpeiling bij wijnhandelaren op 1-1-1823 is bevonden, en
tot 21-1-1823 is verkocht.
Gesteld in handen Commies Controleur. 22-4-1823, 7.
Commies Controleur bericht, dat hij de gegevens aan de Commissie heeft gezon
den, doch dat A. van der Meulen en Erven P.J. Suringar geweigerd hebben de gevraagde
opgaven te verstrekken. 29-4-1823, 3.
Besloten GedStaten attent te maken op het ontstane misbruik van bij de uitvoer
van dranken geen gebruik te maken van de Wijnwerkers, en te verzoeken hiervoor een
strafbepaling in het leven te roepen. 24-6-1823, 8.
Beklag van Hendrik Leeman, koopman, over het gedrag van de fungerende Hoofd
commies in het verlenen van restitutie van Stedelijke accijns.
Gesteld in handen fungerend Hoofdcommies. 18-11-1823, 13.
Rescriptie Commies Controleur, fungerend Hoofdcommies.
Gesteld in handen President Burgemeester, om deze zaak zo mogelijk af te doen.
29-11-1823, 16.
Besloten de volle restitutie te verlenen van het vat brandewijn, dat op 26—1 1
1822 bij ontvangst uit het Rotterdammer beurtschip door stoten tegen de wal verloren
is gegaan. 20-12-1823, 21.
Besluit Raad, regelende het toezicht en de recherche van de invoer van gedes
tilleerd, in verband met de vele ontduikingen, naar aanleiding van een missive van
Ged. Staten. R29-12-1823, 2.
Mededeling door Ontvanger Stedelijke Indirecte Belasting, in verband met de hem
indertijd gegeven opdracht om van de wijnkopers Katwinkel en Suringar de accijns te in
nen, sedert het entrepot is opgeheven.
Hierover is misverstand ontstaan: daarom wordt aan Ontvanger Indirecte Belastingen
ter toelichting gezonden. 27-3-1824, 10.
Nadere missive van Ontvanger Indirecte Belastingen, in verband hiermede. Bur-
gemeesteren om rapport verzocht. 13-4-1824, 3.
Ontvanger heeft de zaak uit zijn verband gerukt.
In Raad brengen. 20-4-1824, 9.
Klacht van brander G. van Dam, dat Commies Controleur weigerde een biljet van
uitvoer in Januari, in April aangeboden, nog voor restitutie in orde te maken, ter
wijl dit bij andere handelaren wel geschiedde.
Gesteld in handen Commies Controleur. 24-4-1824, 8.
Verzoek afgewezen.
Commies Controleur aangeschreven bij restitutie zich strikt te houden aan de termijnen
der wet. 1-5-1824, 12.
In verband met de verkeerde wijze, waarop de Ontvanger der Indirecte Belastin
gen de uitvoering van Raadsbesluit R5-5-1823, 8., houdende inning der verhoogde be
lasting op wijnen, heeft opgevat, is door Raad besloten af te zien van vervolgingen.
R3-5-18249.
Verzoek door R. Ruitenschild, brander, om restitutie van impost voor uitge
voerde drank, geweigerd door Hoofdcommies.
Gesteld in handen Commies Controleur. 22-5-1824, 9.
Afgewezen, omdat het verzoek niet op tijd is gedaan. 29-5-1824, 5.
Verzoek van Willem de Jong om restitutie van impost voor uitgevoerd gedestil
leerd, welke is geweigerd door Commies Controleur, wegens te laat inleveren der be
scheiden. 1-6-1824, 5.
Afgewezen. 5-6-1824, 7.
Verzoek van brander Ruitenschild, om Ontvanger Ruitinga te machtigen hem 2
copieën van verloren consentbiljetten af te geven voor het verkrijgen van restitutie.
Onderzoeken door Commies Controleur. 26-6-1824, 7.
Voor ditmaal toegestaan, doordat het bewijs van uitvoer geleverd is.
3-7-1824, 13.
Verzoek van H. van den Berg, wijnkoper, op copie consentbiljetten voor wijn,
op 5-7-1824 uitgevoerd, en door K.M. Koopmans ontvangen, daar het origineel verlo
ren is
Gesteld in handen Commies Controleur ad interim. 27-7-1824, 4.
Op advies van Commies Controleur ad interim, copieën verstrekt aan C.W. Kat
winkel en H. van den Berg. 31-7-1824, 3.