15 1 Heffing der Gemaalbelasting voor: Rijk - 1817 Provincie 18 17 - 18 19 Gemeente 18 19 - Rijk 1823 - 1830 Gemeente 1830 - 1833 Rijk 1833 - De belasting wordt steeds geheven door personeel van de gemeente. In Maart 1817 begint aan t eind der Notulen van Burgemeesteren een opgave van de in de verlopen periode ontvangen gelden van de Gemaalbelasting. Inning Missive van Gouverneur 30-11-1816, houdende dat de bij Missive 29-11-1816, N282 voorgedragen stedelijke belastingen ter vervanging van de per 1-12-1816 vervallende be lastingen op Gemaal en Wijn, door Ged. Staten bestudeerd worden, wat tijd neemt. Daarom worden Burgemeesteren gemachtigd de bestaande belastingen te continueren. President Burgemeester heeft reeds op 1-12-1816 een publicatie dienaangaand gedaan. 3-12-1816, 1. Missive van Ged. Staten, houdende provisionele vaststelling (onder nadere goed keuring van Z.M.) van het Reglement van de per 1-1-18 17 in te voeren Provinciale Belas ting op het Gemaal, 2-12-1816, te betalen door de molenaars en de bakkers, die dit weer kunnen invorderen boven hun loon. 30-12-1816, 1. Een gelijk reglement, vastgesteld, 19-12-1816 voor de personen, die Gemaalproduc ten invoeren. 30—12—1816, 2. Besluit dat per 1-1-18 17 de stad is aangeslagen voor 42.977,in te vorderen van de molenaars, benevens enkele bepalingen aangaande de zetting van het roggebrood. Terstond wordt aan de molenaars dit besluit bekend gemaakt. Mededeling door Burgemeesteren van de door hen genomen maatregelen ter uitvoering van Reglement 2-2-18 16. 30—12—1816, 3. Molenaars delen in vergadering Burgemeesteren mede: a. Bereid te zijn 40.000 te storten. b. Maandelijks 1/12 te betalen aan Ontvanger. c. Zij zullen voor elkaar borg zijn. Burgemeesteren antwoorden: a. Geen afslag te kunnen toestaan: 42.977,te voldoen alsvolgt: le maand 1/6 gedeel te, volgende maand 1/12 gedeelte, zodat op 1-11-18 17 alles is afbetaald. b. Het accoord kan niet met ieder afzonderlijk worden gesloten, maar met allen gezamenlijk. c. Er kan desnoods in 12 gelijke termijnen worden betaald. Molenaars antwoorden daarop: Het bedrag ad 42.997,in 12 gelijke termijnen aan te nemen. Verder allen gezamenlijk in ieder hunner afzonderlijk onder verband hunner goederen aan sprakelijk te zijn. Door B. en W. besloten: a. Bij het eerste aanbod te blijven, en tientengevolge de molenaars te bedanken. b. De zaak de volgende dag in Raad mede te delen. c. Secretaris op te dragen proces verbaal op te maken, en alles tot de invordering ge reed te maken. 30-12-1816. avondvergadering) De belasting op het Gemaal wordt per 1-1-1817 een provinciale belasting, te in nen door de stad, die daarvan 10% ontvangt, en 42.997,moet opbrengen. Ontvanger wordt de stedelijke ontvanger voor de Indirecte Belastingen Ruitinga, terwijl de Hoofdcommies, in plaats van 4nu 7 commiezen moet hebben. Een der 3 nieuwe commiezen wordt Commies Controleur: hiertoe is genomen de oudste klerk van de Ontvanger: Gerlof Ramkema. Aangezien de inning dezer belasting aan Burgemeesteren is opgedragen, verklaart de Raad zich daarmede niet te zullen inlaten. R31-12-1816. In de avondvergadering van Burgemeesteren met de molenaars is een accoord getrof fen: deze zullen in 12 termijnen gezamenlijk 42.997,voldoen. R30—12 18 16. Deze overeenkomst behoeft niet te worden geregistreerd: alleen gezegeld. 4-1-1817, 1. De molenaars nemen het accoord terug, en verzoeken restitutie van de gestorte f 3.584, 1 1-1-1817, 1 Zij ontvangen 2/3 van dit bedrag terug. 12-1-1817. In verband met het Reglement voor de Provinciale Gemaalbelasting wordt aan Ged. Staten verzocht zodanig schikkingen te mogen maken als overeenkomen met de lokale om standigheden. 14-1-1817, 6.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 154