Besluit Gouverneur, houdende vaststelling en invorderbaarverklaring der Ko
hieren Grondbelasting voor 1837. 28-1-1837, 12.
Mededeling door Gouverneur, dat de aanslag dezer gemeente voor de Grondbe
lasting 1837 bedraagt:
Ongebouwd: 10.154,69.
Gebouwd: 44.258,78.
Hierbij nog: Provinciale opcenten, 2 opcenten voor kwade posten, 8 buitengewone op
centen voor het Rijk, 5 opcenten voor plaatselijke behoeften. R30-1-1837, 1.
Besluit Gouverneur, houdende vaststelling en executoir verklaring der Kohie
ren Grondbelasting 1838. 13-1-1838, 7.
Mededeling door Gouverneur, dat de aanslag dezer gemeente voor de Grondbe
lasting 1838 is:
Ongebouwd: 9.444,05 (hoofdsom).
Gebouwd: 44.275,47 (hoofdsom).
Hierboven: 2 opcenten voor kwade posten, 8 buitengewone opcenten voor Rijk, 19^5 op
centen voor Plaatselijke en Provinciale behoeften. R12-3-1838, 2.
Besluit Gouverneur, houdende vaststelling en invorderbaarverklaring der Ko
hieren Grondbelasting 1839. 26-1-1839, 2.
Mededeling door Gouverneur, dat de aanslag der gemeente voor de Grondbelas
ting 1839 is:
Ongebouwd9.580,14.
Gebouwd: 44.4 18,22.
Bovendien: Provinciale opcenten, 2 opcenten voor kwade posten, 8 buitengewone opcen
ten voor Rijk, 19-^ opcenten voor plaatselijke en provinciale behoeften.
R2 1-2-18391.
Besluit Gouverneur, houdende vaststelling der Kohieren Grondbelasting voor
1840 en invorderbaarverklaring. 28-1-1840, 1.
Mededeling door Gouverneur, dat de aanslag dezer gemeente voor de Grondbe
lasting 184 0 is
Ongebouwde eigendommen: 9.577,84 (hoofdsom).
Gebouwde eigendommen: 44.420,30 (hoffdsom)
Bovendien: 2 opcenten voor kwade posten, 8 opcenten voor het Rijk, 6 opcenten voor
provinciale - en 5 opcenten voor plaatselijke behoeften, 4 buitengewone opcenten voor
de zeeweringen, 5opcenten voor de provincie (geldleningen en en straatwegen Har-
lingen en De Lemmer). R19-3-1840, 1.
Besluit Gouverneur aangaande de invordering der Grondlasten 2e halfjaar 1840,
en te heffen opcenten Personele Belasting en het Patentrecht 1840 en 1841.
23-6-1840, 10.
Besluit Gouverneur, houdende vaststelling en invorderbaarverklaring van de
Kohieren Grondbelasting 184 1. 30-1-1841, 1.
Mededeling door Gouverneur, dat de aanslag der stad in de Grondbelasting
over 184 1 bedraagt;
Ongebouwd: 9.567,04 (hoofdsom).
Gebouwd: 44.935,97 (hoofdsom).
Hierboven: Provinciale opcenten, 2 opcenten voor kwade posten, 18 buitengewone op
centen voor het Rijk, 20-^ opcenten voor plaatselijke en provinciale behoeften.
R4-2- 184 11.
Besluit Gouverneur, houdende nadere bepalingen aangaande het indienen en
behandelen van de staten van oninbare posten der Grondlasten. 23-10-184 1, 3.
Missive Gouverneur aangaande de onteigening van een woonhuis K147, in eigen
dom behorend aan J.M. Neumark, ten einde voldoening te ontvangen van door hem ver
schuldigde Grondlasten en Patentrechten 1841 en 1842.
Hierover is betrokkene verstaan en het resultaat bericht aan Gouverneur bij Missive
dezerzijds 25-1-1842, N12/119. 25-1-1842, 6.
Besluit Gouverneur, waarbij de Kohieren der Grondbelasting over 1842 worden
vastgesteld en invorderbaar verklaard. 29-1-1842, 7.
Mededeling door Gouverneur, dat de aanslag der gemeente voor de Grondbelas
ting 1842 is:
Ongebouwd: 9.550,55.
Gebouwd: ƒ45.001,15.
Bovendien: Provinciale opcenten, 2 opcenten voor kwade posten, 18 opcenten buiten
gewoon voor Rijk, 20 opcenten voor plaatselijke en provinciale behoeften.
R3-2- 18421.
Besluit Gouverneur, waarbij de Kohieren der Grondbelasting over 1843 worden
vastgesteld en invorderbaar verklaard. 14-1-1843, 3.
Idem. 28-1-1843, 3.
Mededeling door Gouverneur, dat de gemeente is aangeslagen voor de Grond
belasting 1843 aldus:
Ongebouwd: 9.550,96.
Gebouwd: 45.103,05.
Bovendien: 36 opcenten voor Rijk, Provincie en Gemeente. R9-2-1843, 2.