198.
Besluit Ged. Staten, mededelende enige bepalingen omtrent de verhouding of
evenredigheid tussen de plaatselijke belastingen op de Steenkool en Turf.
R2- 10-18203.
Op grond van rapport Raadscommissie is door Raad besloten, dat er geen reden is
waarom in de reeds op 31-8-1820 vastgestelde begroting door zo omslachtige middelen een
zo geringe verandering in de belasting op steenkolen zou bereikt worden.
R4- 12- 1820, 8.
Door Raad besloten te blijven bij het Raadsbesluit R4-12-1820, 8.
R5-2-18212.
24-2-1821, 7.
Belasting op Turf. Bij verificatie van 31-12-18 16 is deze vastgesteld. Later
gewijzigd en goedgekeurd door Z.M. 26-2-1818.
Instructie voor Turfmeters, Turfdragers en Commandeur van 21-3-1786.
Er zijn 28 Turfmeters, die kunnen lezen en schrijven. R2-10-1820, 14.
(blz. 110 achterzijde)
De Stedelijke Belasting op Turf is bepaald op de helft der Rijksbelasting:
Sted. Belasting per korf 0,02-^
d.iper ton 0,05
Rijksbelasting per ton 0, 10
Stedelijke belasting op steenkool:
Binnenl. per hoed 0,35
Buitenl. per hoed f 4,
Rijksbelasting
Binnenl. per hoed 0,37%
Buitenl. per hoed 5,50
In de eerste 9 maanden van 1820 zijn slechts ingevoerd 9h hoed binnenl. steenkool,
met belasting 3,32-^
en 3 5/16 hoed buitenl. steenkool met bel. 14,25
Totaal 17,57% R4-12-1820, 8.
Verzoek door Gouverneur om de gevraagde deliberatiën omtrent de verhouding tus
sen de plaatselijke belasting op de Turf en Steenkolen spoedig te doen plaats vinden.
Medegedeeld in Raad. 20-1-182 1, 3.
Rapport Raads Commissie aangaande de inning der belasting op de steenkool.
Door Raad besloten een enkele wijziging aan te brengen. R5— 2—182 1, 3-
Op verlangen van Z.M. is door Raad besloten de belasting op de steenkool te
brengen op de helft van de Rijksbelasting op steenkool. 2.-
Voorstel van Raad om de Belasting op Turf en Kolen per 1-1-1822 op te heffen
is door Ged. Staten afgekeurd, omdat bij de te verwachten reorganisatie der Rijks Belas
tingen het Gemaal en Beestiaal belangrijk zullen worden verlaagd.
R3-12-182 1, 7.
In 182 1 zijn alhier de navolgende hoeveelheden brandstoffen verbruikt:
6500 schuiten baggerturf.
2700 schuiten lange turf.
8 hoed buitenlandse steenkool.
72 hoed binnenlandse steenkool. R18-3-1822, 1.
(blz. 21)
Naar aanleiding van Raadsbesluit 12-12-1818, 4. is besloten de nog bestaande en
trepots voor steenkoolbelasting per 1-4-1822 op te heffen.
Door Commies Controleur moeten de rekeningen worden opgenomen en gesloten, en deze moet
de houders in kennis stellen, dat zij kunnen profiteren van de credietregeling
23-3-1822, 11.
Mededeling door Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen, dat
hij ingevolge besluit Burgemeesteren 23-3-1822, 11. de entrepotrekeningen voor steenkool
van de kooplieden E. Terhorst en J. Leizinga heeft gesloten, en dat de verschuldigde
impost door deze betaald is. 6-4-1822, 8.
In verband met de belangrijke functie, die de accijns op brandstoffen verkrijgt
bij de nieuwe belastingen is door Raad besloten de Ontvanger der Indirecte Belastingen
en Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies aan te schrijven eventuele bedenkingen
op te geven tegen de wijze van surveillance en de eventuele middelen tot verbetering.
R22-8-18222. 3.
Toezending door Ged. Staten van het provisioneel in werking te brengen regle
ment voor de ophef van de belasting op turf en steenkool, met kennisgeving, dat ook
zal worden gezonden een reglement op de uit- en invoer van vlees, meel, brood, wijn en
sterke drank.
Tevens wordt toegezonden K.B., houdende machtiging tot de heffing der 1-1-1823 in te
voeren Plaatselijke Belastingen (Prov. Blad N109). 24-12-1822, 1.