199.
Door Burgemeesteren is bepaald, dat bij de nieuwe regeling der belastingen de
belasting op de turf wederom provisioneel op dezelfde wijze zal moeten worden gedaan
als totnogtoe. 28-12-1822, 8.
Missive Officier van Justitie, berichtende de ontvangst van het toegezonden
Reglement der Belasting op Turf en Steenkolen van 31-12-1822. 21-1-1823, 8.
Door Raad besloten door de Ontvanger Indirecte Belastingen en Commies Controleur
een onderzoek te doen instellen naar de oorzaak der verminderde opbrengst van de be
lasting op Turf, en eventueel middelen tot verbetering aan te geven.
R18-8-1823.
(blz22, 1.)
Missive Ontvanger Stads Indirecte Belastingen, ingevolge Raadsbesluit R18-8-
1823 zijn oordeel gevende over een gevreesd tekort in de belasting op Turf voor 1823,
dit jaar.
Gesteld in handen der Commiessie voor de Begroting 1824. 13-9-1823, 9.
Idem door Commies Controleur der Belastingen. 16-9-1823, 5.
Inzending door Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen, voor
enige extracten uit het Register van de Commandeur der Turfwerkers, op grond van Art.
20 van het Reglement van 2-10-1820 aangaande de invordering der Turfbelasting
30-12-1823, 8.
Verzoek door R.K. Armvoogdij om, evenals in vorige jaren, ook thans weder resti
tutie van accijns op Turf, voor de Armen ingeslagen.
In Raad gebracht. 4-12-1824, 11.
Voorstel aan Raad tot wijziging van het bestaande tarief voor turf en steenkool.
Voorstel belasting turf te verhogen en steenkool te brengen van 1,-op 6,per
hoed. 7—1—1826, 2.
In verband met de gewijzigde verhouding, die de Regering heeft aangenomen voor
de verhouding van de belasting op Turf en op Steenkool, is besloten het bestaande tarief
te wijzigen alsvolgt:
Lange turf voor huisbrand: 0,05 per ton of 4 1/25 cent per dubbel vat.
Lange turf voor fabrieken: 0,01 per ton of 22/25 cent per dubbel vat.
Inlandse steenkool: huisbrand 6,per hoed (1.500 pond).
Inlandse steenkool: fabrieken 1,per hoed (1.500 pond).
Besloten dienovereenkomstig het bestaande reglement te wijzigen en aan te vallen.
R9-1-1826, 2.
Verzoek van enige schippers, handelende in baggerturf, om de ompost op lange
turf te verhogen zo mogelijk tot 0,05 per ton.
In dezen is voorzien, voorzover B. en W. aangaat. 16-5-1826, 5.
Inzending door Commies Controleur van proces-verbaal tegen G. Groothelm, turf
schipper, zonder vaste woonplaats, wegens overtreding van Art. 4 en 5 van het Regle
ment Plaatselijke Belasting op Turf en Steenkolen, met voorstel om transactie tegen
betaling der kosten, zonder boete of confiscatie.
Goedgekeurd door B. en W.. 8-7-1826, 6.
Inzending door Commies Controleur van procesverbaal tegen Gosse Baukes van der
Heide, turfschipper, zonder vaste woonplaats, wegens overtreding van Art. 4 en 5 van het
Reglement der plaatselijke belasting op Turf en Steenkool, met voorstel tot transactie
zonder boete: alleen betaling der ontdoken accijns ad 0,10 en 1,58 kosten, wegens
armoedige omstandigheden.
Goedgekeurd door B. en W. 29-7-1826, 6.
Toezending door Officier van Justitie van vonnis der Rechtbank van 28-8-1826,
waarbij Gerrit Nieuwenhuis, turfschipper, wegens overtreding van Art. 7, van het Regle
ment Plaatselijke Belasting op Turf is veroordeeld tot 50,en f 21,72% kosten.
Van deze som wordt restitutie verzocht aan Griffier.
Aangezien de veroordeelde onvermogend is, is besloten de zaak te laten rusten en geen
meerdere vervolgingskosten te maken, maar aan de Griffier 21,72% te restitueren.
16-9-1826, 11.
Aan de ProvCommissie tot onderstand wordt vergund zoveel turf belastingvrij in
te voeren als nodig is voor verstrekking aan behoeftigen. R11-12-1826, 13.
Verzoek van de Commandeur der Turfwerkers om maatregelen te nemen tegen verkoop
van turf in stukken om de stedelijke belasting te ontduiken, en vrij te zijn van het
gebruik der turfwerkers.
In advies gehouden door B. en W. 28-7-1827, 9.
Verzoek van Marten Gerrits Bakker, veenbaas en turfschipper te Terwispel, om uit
stel van betaling van accijns van ongeveer 2625 tonnen baggerturf, totdat hij na de leve
ring betaling krijgt.
Gesteld in handen Commies Controleur. 13-10-1827, 21.
Toegestaan, mits onder borgstelling.
De turf wordt geleverd aan het Gouvernementshuis en aan de R. Katholieke Armvoogdij.
16-10-1827, 6.