Toezending door Ged. Staten der vaststelling door Z.M. (K.B. 13-5-1827, N159) van een Reglement van plaatselijke Belasting op Turf en Steenkool, ter invoering op 1-1-1828. Zal worden afgekondigd. Aan Commies Controleur 12 exemplaren gezonden ter uitdeling aan de Commiezen en aan de Commandeur der Turfwerkers. Aan Ontvanger 1 exemplaar gezonden. 8-12-1827, 5. Mededeling van het bovenstaande in Raad. Bedrag der belasting: Spon- en baggerturf voor haardbrand 0,10 per ton Lange turf voor haardbrand 0,05 per ton Lange turf voor fabrieken 0,01 per ton Buitenlandse steenkool 8,per hoed Binnenlandse steenkool voor haardbrand 6,per hoed Binnenlandse steenkool voor fabrieken 1,per hoed R10-12-18275. Informatie door Commies Controleur naar de bemoeiing van de Commandeur der Turfwerkers bij het nieuwe belastingreglement dat per 1-1-1828 ingaat. B. en W. achten het nuttig, dat het werk van deze blijft zoals het is. 11-12-1827, 5. Mededeling door Commies Controleur, dat op 7-12-1827 door turfschipper W.W. Boersma van Eernsum zijn gelost en bij F. Dikkenschie opgeslagen zonder belasting 40 tonnen baggerturf, dat de turfvoerder is vertrokken zonder de belasting te voldoen, daar hij hiertoe niet in staat is, en dat de ontvanger niet genegen is tot betaling. Gevraagd wordt hoe te handelen. In advies gehouden. 22-12-1827, 6. Het bovenstaande is vervallen, daar de impost inmiddels voldaan is. 29-12-1827, 28. Verzoek van Frans Dikkenschei c.s., aannemers van steenkolen aan de gevangenis sen, alhier, over het le halfjaar van 1828, om met betrekking tot de accijns op steen kool te mogen worden beschouwd als fabriek. Gesteld in handen van Commies Controleur. 12-1-1828, 17. Tot nadere beschikking zal de accijns voor genoemde steenkool berekend worden: voor 3/4 als fabriekskolenen voor 1/4 als huisbrand. 15-1-1828, 20. Verzoek door Commies Controleur om een voorschrift ten aanzien der bedrijven en handteringenwelke met betrekking tot de accijns op de turf en steenkolen voor fabrie ken zullen moeten worden gehouden. In advies gehouden. 2-2-1828, 11. Informatie door Commies Controleur of er in Art. 14 van het Reglement der belas ting op Turf en Steenkolen een fout is. B„ en W. antwoorden, dat zij vooralsnog van mening zijn, dat dit niet het geval is. 1-3-1828, 6. Verzoek van Bartele Martens Osinga, linnenbleker alhier, om van de jaarlijks door hem gebruikte 25 a 30 schuiten lange turf, waarvan hij de belasting steeds vol gens fabrieksturf betaalde, maar waarvoor nu het gewone tarief der particulieren ge vorderd wordt, wederom het eerste te mogen betalen. In advies gehouden. 25-3-1828, 5. Voor blekerijen wordt geen fabriekstarief toegepast. 5-4-1828, 17. Toezending door Ged. Staten van verzoek van Johannes Lojenga, koopman alhier, om voor de uitgevoerde steenkool 8,accijns gerestitueerd te krijgen in plaats van 1,volgens reglement. Op grond van billijkheid is door B. en W. besloten restitutie van 8,toe te kennen, met waarborg tegen fraude, b.v. door opslag in entrepot. 1-4-1828, 2. Beslissing Ged. Staten: De bedoeling van Art. 14 van het reglement is restitu tie van alle bij invoer belaste steenkolen, zonder onderscheid, dus 1,per hoed, te verstaan in verband met Art. 12. Medegedeeld aan Commies Controleur en Ontvanger Accijnsen. 11-10-1828, 7. Door Commies Controleur is aan Loyenga gerestitueerd 220,13. Voorgesteld worden enkele controlemaatregelen ter verzorging bij de opslag van steenkolen. Goedgekeurd door B. en W. 21-10-1828, 8. Verzoek van Suringar en Zoon, fabrikanten van Vriesch groen, om voor de 25 a 30 schuiten lange turf, die jaarlijks worden verbruikt, de accijns tegen het fabrieks tarief te mogen hebben. Toegestaan. Bericht aan Commies Controleur. 5-4-1828, 15. Inzending door Commies Controleur van opgave der fabrieken, door hem aan Com mandeur Turfwerkers opgegeven, als kunnende volstaan met betaling der verminderde im post op turf. Commies Controleur zal hierover door Burgemeester nader worden onderhouden. 12-4-1828, 15.

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 205