205. Rapport Raads Commissie: Het is juist, dat door het schudden en stoten der Ned. ton, waarmee de meting geschiedt, de lange turf verbrokkelt en in waarde verliest. De vorm van de lange turf leent zich ook niet voor meting per ton. Verder is juist, dat meermalen ondermaat gegeven wordt doordat de turfmeters of te oud zijn, drank gebruiken, of het met de turfschippers eens zijn. Het is waar, dat de kubiekmeting nauwkeuriger is, maar deze moet geschieden door een bekwaam en onpartijdig persoon. De bezwaren tegen de lossing en opslag zijn er inderdaad, maar dit behoort tot de compe tentie van B. en W. Hoewel het meetloon te hoog is, is dit in het adres overdreven: per 250 ton ter waarde van 25, bedraagt dit geen 11 a 12, maar 312%. Commissie adviseert de kubiekmeting alleen toe te staan aan fabrikanten, die per jaar 3.000 ton opslaan, en dan alleen bij volle ladingen. Dit wordt bericht aan Gouverneur. R24-10-1839, 7. Aanbieding door MrJ.H. van Boelens van concept reglement voor invordering der belasting op turf. In Raad gebracht. 1-6-1839, 22. Aanbieding concept publicatie, houdende enige wijzigingen in het Reglement der Plaatselijke Belasting op Turf en Steenkolen van 20-10-1834, ter juiste invordering en verantwoording van de accijns op turf. Gesteld in handen Commissie: T. Feenstra, Mr. J.H. van Boelens, Mr. J. Eekma. R6-6-18398. Rapport der Commissie, benoemd bij Raadsbesluit R6-6-1839, 8. Aanleiding hiertoe is: vermoeden van valse aangifte door meters en turfvoerdersen de gebrekkige surveillance. Door vele ingezetenen wordt iedere lossing voor eigen gebruik door of namens hen gecontroleerd: uit wantrouwen tegen de beëedigde meters. Vaak worden door turfvoerders en meters grotere hoeveelheden turf gelost en uitgemeten dan bij de Commandeur zijn aangegeven en veraccijnsd. De winst wordt gedeeld na aftrek der kosten voor de jenever, waarmee de turfdragers moeten worden tevreden gesteld. Om deze misbruiken te beletten wordt een publicatie voorgesteld ter aanvulling of wijzi ging van enkele artikelen van het reglement van 20-10-1834. De turfvoerder wordt o.m. verantwoordelijk gesteld voor juiste aangifte. De bepalingen op de uitvoer worden verscherpt. Aan de Commandeur der Turfwerkers wordt verboden in turf te handelen. Aldus besloten door Raad. R13—6—18391. In verband met de verstandhouding dikwijls tussen de turfvoerders en de turfmeters, waardoor meermalen onjuiste opgaven worden gedaan en accijns op turf ontdoken, is door B. en W. bepaald, in afwachting van de ontworpen stedelijke publicatie desbetreffende: 1. Commies Controleur moet wekelijks, en de Commiezen dagelijks, ten minste verificatie doen van een lading in lossing, en daarvan schriftelijk rapport uitbrengen. 2. Commies Controleur moet op de laatste dag der maand het register van aangifte van de Commandeur der Turfwerkers vergelijken met dat van de stedelijke en Rijks Ontvanger. 3. De belasting moet niet door de Commandeur, maar door de schuldigen zelf worden be taald 4. Aan de Commandeur is handel in turf verboden. 5-7-1839, 13. Door Commies Controleur wordt geïnformeerd hoe deze verificatie moet worden uit gevoerd Door B. en W. wordt geantwoord: Onderzoek naar de invulling van wat voorkomt op het rapport van surveillance op turf. 20-7-1839, 3. Missive Commies Controleur aangaande de voldoening aan 5-7-1839, 3. 5-11-1839, 7. Inzending door Commies Controleur van 3 rapporten wegens verificatie van in lossing liggende ladingen turf in de week van 20/7 - 27/7 1839. 3-8-1839, 10. Idem van 4 rapporten over de week van 28/7 - 4/8 1839. 10-8-1839, 19. Idem van 1 rapport over de week van 5/8 - 12/8 1839. 17-8-1839, 17. Idem van 10 rapporten. 23-8-1839, 15. Idem van 4 rapporten over de week van 19/8 - 25/8 1839. 31-8-1839, 12. Idem van 5 verificatiën over de tijd van 26/8 - 29/9 1839. 4-10-1839, 14. Besluit GedStaten, houdende bedenkingen tegen de bij Raadsbesluit 13-6-1839, 1., vastgestelde bepalingen ter verzekering van een juiste invordering van de accijns op turf, daarbij in overweging gevende om eerst door de ten dienste staande bestaande middelen door de surveillance te verbeteren en de bestaande bepalingen op de meters toe te passen. Mocht de Raad bezwaar hebben, dan een nieuw reglement te ontwerpen. R5-10-1839, 3. Inzending door Commies Controleur van 2 door hem gedane verificatiën van in lossing liggende vrachten turf. 2-11-1839, 9. Mededeling door Gouverneur, dat Min. van BinnenlZaken aan Ged. Staten heeft toegezonden het verzoek van de Raad aan Z.M. om per 1-1-1840 de stedelijke accijns op turf

Historisch Centrum Leeuwarden

Besluiten Leeuwarden 1811-1850 (Repertorium de Roos) | 1811 | | pagina 210