208.
Missive van Commandeur Turfwerkers aangaande het nadeel aan hem en aan de stads
kas toegebracht door het menigvuldig rondventen van turf op handkarren langs de huizen.
Missive van Commies Controleur dienaangaande.
Missive, houdende een nieuw concept reglement van plaatselijke belasting op turf en steen
kool hiertegen.
Gesteld in handen van een Commissie: O.P. Waller, Mr. C.J. van der Veen, D. Zeper.
Rl-8-1844, 5.
Rapport dezer Commissie:
Het zijn vooral de mindere soorten turf, die tegen lage prijs bij kleine hoeveelheden wor
den uitgevent.
Betaling der accijns tevoren, evenals bij de accijnsen op Dranken en Geslacht, kan niet wor
den ingevoerd, daar vele turfschippers onvermogend zijn om de accijns voor te schieten, en
zij zijn het juist, die de armen van turf voorzien.
Voorgesteld wordt de speling van 8% te brengen op 4 of 5
Verder, dat turfschippers, die verklaren, dat de vracht door wagens, karren of andere
vaartuigen wordt afgehaald, aparte ligplaatsen krijgen: CamstraburenNieuwe Kade, Ruiters-
kwartier
De lossing is dan te bepalen op vaste uren, waarop turfmeters aanwezig moeten zijn.
Tenslotte: de verplichte termijn van aangifte, voor schepen 24 uur, niet te doen gelden
voor andere voertuigen.
Gedeponeerd ter inzage der leden. R3-4-1845, 14.
In advies gehouden tot volgende vergadering. R8-5-1845, 8.
Besloten volgens voorstel der Commissie Art. 5 van het Reglement op de Belasting
op Turf te wijzigen alsvolgt:
Bij invoer van turf moet deze binnen 24 uur weer worden uitgevoerd (per schip), of wor
den aangegeven bij de Commandeur der Turfwerkers. Bij overtreding 25,boete.
Bij invoer per wagen of kar moet dit terstond.
Bij doorvoer wordt bij de invoer een doorvoerbiljet verstrekt, dat bij uitvoer aan de
grens moet worden afgegeven.. Bij overtreding 25,boete.
De speling voor onder- of bovenmaat wordt van 8% gebracht op 4%, gelijk bij de Rijksaccijns
Bij groter verschil 50,boete.
Bij invoer moet aan de Commandeur der Turfwerkers verklaard worden of de vracht bestemd
is voor particulieren of voor uitventen met karren.
In dit laatste geval zullen vaste ligplaatsen worden aangewezen, en de lossing slechts
op bepaalde tijden mogen plaats hebben.
Eenmaal gemeten turf mag niet meer worden teruggebracht naar de losplaats.
R5-7-18457.
Inzending door Commies Controleur van maandelijks rapport van de plaats gehad
hebbende visitatie van gedestilleerd en brandstoffen. 1-2-1845, 9.
Mededeling door Commies Controleur, dat de turf, op 29-4-1845 aangegeven door
L.E. Kootstra, onveraccijnsd is gebleven, doordat deze inmiddels is overleden, en zijn we
duwe in zeer behoeftige omstandigheden verkeert, waarom wordt voorgesteld haar van be
taling der accijns ad 2,50 vrij te stellen.
Toegestaan: machtiging verleend. 29-4-1845, 7.
Verzoek van John Bryan, ondernemer der gasverlichting alhier, om, evenals
van Rijkswege is geschied, ook van stadswege een vermidering van accijns wegens de uitslag
van coaks of cintels uit zijn fabriek aan particulieren toe te staan.
Toegestaan, onder de volgende bepalingen:
1. Toegestaan tot wederopzegging en personeel. Bij misbruik vervalt de toestemming van
zelf, terwijl dan bovendien strafvervolging kan plaats hebben.
2. De accijns voor 40 pond gelijk gesteld met 1 mud cintels, bedraagt 0,20.
3. Aangezien bij de inslag der steenkool 1/20 der stedelijke accijns is betaald, wordt
bij uitslag van cintels slechts 19/20 van het vastgestelde tarief betaald.
4. Na borgstelling bij de Ontvanger mag verzoeker zelf aan de fabriek de biljetten voor
uitslag afgeven voor hoeveelheden van hoogstens 600 pond of 15 mud, uit een gewaar
merkt register.
5. Boven 600 pond moeten biljetten van stedelijke accijns worden gebruikt.
6. Uitslag mag alleen maar bij dag en op uren, waarop het accijnskantoor geopend is.
7. Is het register vol, dan moet het bij de Ontvanger Accijnsen worden ingeleverd ter ve
rificatie
8. Daarna moet de verschuldigde accijns worden voldaan. R3—1—1846, 24.
Verzoek van I. Reinders en R.F. Lojenga, handelaren in steenkool, om enige door
hen voorgedragen bezwaren betreffende de nieuwe instructie voor de Stads-Kolenmeters en
Art. 22 van het Reglement op Turf en Steenkool, in overweging te nemen en verbeteringen
aan te brengen.
Aangezien er geen reden is bedoelde instructie te wijzigen, maar er wel termen zijn om Art.
22 te wijzigen, is aan verzoekers geantwoord, dat er geen termen zijn om te voldoen aan het
verzoek zoals het is liggende, aar dat bij de herziening van het Reglement, waarmee de
Raad zich thans bezighoudt, met hun bezwaar tegen Art. 22 rekening zal worden gehouden,
voorzoveel nodig. 30-5-1846, 9.