213.
Mededeling door Officier van Justitie, dat Spijkerman onvermogend is. Burgemeeste-
ren besluiten de vervolging door te zetten. 5-2-1820, 8.
Door Rechtbank is Spijkerman veroordeeld tot boete van 100, Hij verzoekt als
nog transactie.
Burgemeesteren zijn evenwel hiertoe onbevoegd na de rechterlijke uitspraak.
28-3-1820, 2.
Door Wouter Hendriks is een transactie aangenomen. 8-2-1820, 9.
Transactie met Wouter Hendriks voor 20,met de kosten ad 1,08.
19-2-1820, 1.
Inzending door Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies, van transactie met
schipper Jan Gaikstalten te Dal(f)sum, wegens fraude.
Bedrag f 40, waarbij nog de kosten. 28-3-1820, 1.
Inzending door Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen, van
de navolgende transacties:
1. Pieter Fellinga, cum sociis, wegens invoer jenever: 6,met de kosten ad 2,08-^.
2. J.D. Klamper, wegens te laag verimposte ham: 5,66.
3. S. de Vries, slager, wegens het niet verimposten van spek: f 5,met de kosten ad
213%
Goedgekeurd. 1-4-1820, 8.
Inzending door Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen voor
de navolgende transactie s
1. Eeltje Sjoerds Bielsma, te Jorwerd, wegens invoer van een spekham. Boete 25,en
overneming der spekham voor 4,12%
2. IJde Dirks, te Stiens, wegens invoer van een spekham. Boete f 15,— en confiscatie
der ham.
3. S.H. Wartna, wegens invoer van spekworst. Boete 30,met de kosten en confiscatie
der worst.
4. M.G. Rinsma, wegens invoer van spek. Boete 20,en confiscatie van het spek.
5 Klaas Bouma en Ate Sijbeswegens invoer van brandewijn. Betaling der kosten en terug
gave der Brandewijn.
6. Aves Arjens, te Blija, wegens invoer schaapsvlees. Boete 9,met de kosten en confis
catie van het schaapsvlees.
Goedgekeurd. 8-4-1820, 6.
Missive van Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen, houdende
mededeling van de navolgende ontduikingen:
1. Dirk en Fokke Kramer, Gebr. slagers, onder Lekkum, wegens invoer van spek en belediging
der commiezen (12-11-1819).
2. Harmanus Doodkorte en Frederik Hoving, schippers Leeuwarden-Sneekinvoer spek (15-11-
1819).
3. Sietze Huites Huisman, en H.K. Allema, bakkers, beide te Lekkum, en Hein Stoets alhier:
invoer van brood (23—11—1819)-
Alle drie te stellen in handen der Justitie: zonodig transactie. (Bekeurden weigerden
transactie
4. H. Leeman: ontduiking van belasting op dranken (fraude invoer 1 fust brandewijn en 4
vaten jenever) 1-6-1819, 22-7-1819, en belediging der commiezen. Deze te stellen in
handen der Justitie: geen transactie. 11-4-1820, 8.
In de zaak tegen Harmenus Doodkorte en Frederik Hoving is niet met goed gevolg
een veroordeling te wachten: daarom dringt Officier aan op transactie.
25-4-1820, 1.
Opmerkingen van Commies Controleur over Missive Officier in verband met de zaak
tegen Doodkorte en Hoving. 2-5-1820, 3.
Officier verklaart als antwoord op Missive dezerzijds van 10-5-1820, N166, dat er
geen reden is tot actie tegen Doodkorte en Hoving. 16-5-1820, 3.
In antwoord op Missive dezerzijds van 17-5-1820, N174 zendt Officier de stukken
aangaande Doodkorte en Hoving toe. 20-5-1820, 2.
Rapport door Commies Controleur, waarnemend Hoofdcommies der Belastingen, aan
gaande ontduikingen door:
1. H.K. Kijlstra, te Oudega: invoer spekham. Transactie 7,met confiscatie.
2. H.H. de Wilde, te Lippenhuizen, thans met zijn schip liggende in de Oude Gracht, wegens
het niet aangeven van een schuit lange turf, en resistentie tegen Turfmeters M.Jans en
Pennes en tegen de Turfdrager A. Breidenbach. Niet voor transactie vatbaar.
De eerste transactie wordt door Burgemeesteren goedgekeurd. Het laatste geval wordt in
handen der Justitie gegeven.
Officier van Justitie gemachtigd tot eventuele transactie, 25,voorschot daartoe).
22-4-1820, 4.
Officier van Justitie heeft getransigeerd met H.H. de Wilde van de kosten ad
1,08. Burgemeesteren berusten hierin. 29-4-1820, 7.