66.
Missive Gouverneur aangaande de vrijstelling van Zegel- en Registratierecht
van de Processenverbaal van eedsaflegging der Officieren van de Schutterij.
14-6- 18282.
Verzoek door Ontvanger Registratie om assistentie van een lid van B. en W.
bij de zegeltelling op 3 1-12-1828 te 4 uur.
Burgemeester aangewezen. 16-12-1828, 5.
Aanschrijving door Gouverneur aangaande vrijdom van zegel voor processverbaal
van verificatie door Schatters van het Personeel. 27-1-1829, 2.
Verzoek door Ontvanger Registratie te Heerenveen om opgave der wekelijkse
marktprijzen der granen over de laatste 13 jaren.
In advies gehouden. 31-1-1829, 4.
Betrokkene is door B. en W. verwezen naar Schoterland, aangezien ook te Hee
renveen staten worden aangehouden, en hij zich moet richten naar de prijzen aldaar.
3-2-1829, 9
Mededeling door Ontvanger Registratie, dat de jaarlijkse rekeningen van Kerk
voogdijen, ArmvoogdijenWeeshuizen, Gasthuizen, e.d., zomede de kwitanties dier in
stellingen boven 5, aan zegelrecht zijn onderworpen, maar dat de kwitanties
voor aan behoeftigen uitbetaalde onderstandsgelden, vrij zijn.
Medegedeeld aan de diverse besturen. 18-4-1829, 9.
Aanschrijving door Gouverneur de ingezetenen te herinneren aan de bestaande
wetten aangaande het zegelrecht der gedrukte berichten en aanplakbiljetten.
Zal gepubliceerd worden. 25-5-1829, 3.
Mededeling dor Gouverneur van een gegeven beslissing omtrent vrijdom van ze
gel voor Armendirectien en besturen van godshuizen.
In advies gehouden, en aan Secretaris een onderzoek opgedragen.
28-7-1829, 2.
Verzoek door Ontvanger Registratie alhier, dat een lid van B. en W. op 3 1
december 1829 's namiddags 4 uur mag assisteren bij het tellen der zegels.
B. en W. gaan hiermede accoord. 12-11-1829, 8.
T. Feenstra zal de zegeltelling bij de Ontvanger Registratie bijwonen.
29-12-1829, 20.
Aanschrijving door Gouverneur om het bedrag der Zegelgelden op de voorlopig
aan de plaatselijke besturen gezonden Registers voor de perceptie van het Gemaal te be
talen aan de Commies C. Walker op de Griffie.
Bedrag 95,20. 23-1-1830, 2.
Informatie door Gouverneur of het dubbel der Rekeningen van Gemeente Ontvan
gers en van rekenplichtige instellingen vanaf 18 12 - 1824 al dan niet op zegel zijn
gesch reven.
De exemplaren der Stads Ontvangers zijn gezegeld, van de rekenplichtige ontvangers
is dit onbekend. 26-1-1830, 2.
Mededeling door Gouverneur, dat nog geen beslissing is ontvangen omtrent de
vrijdom van Zegel voor de Armbesturen, behandeld bij Missive dezerzijds 7-8-1829
N52320-2-1830, 5.
Mededeling door Gouverneur, dat aan de beslissing van Z.M. is onderworpen
de bestaande onzekerheid ten aanzien van de vrijdom van Zegelrecht op de acten van
kwitantie'n van Godshuizen.
(Missive dezerzijds 7-8-1829, N523). 17-4-1830, 3.
Besluit Gouverneur omtrent de invordering der boeten van enkele politie door
de Ontvanger der Registratie. 14-8-1830, 5.
Verzoek van Gouverneur om opgave of men, of voor de leden van B. en W. of
voor het Archief der gemeente, verlangt aan te schaffen het werk van J. Cohen Stuart,
Verzameling van arresten en vonnissen der Zegel-, Registratie-, Griffie-, Hypotheek-,
en Successierechten, ad 8,per jaar.
Wordt niet verlangd. 7-9-1830, 2.
Verzoek van Ontvanger Registratie om aanwezigheid van een lid van B. en W.
bij de zegeltelling op 3 1-12-1830, 's namiddags te 4 uur.
Mr. J.D. Wierdsma aangewezen. 14-12-1830, 5.
Mededeling door Gouverneur, dat nog geen beslissing is genomen op het verzoek
dezerzijds aangaande de kwitantie'n, etc. voor godshuizen opgemaakt, waarover dezerzijds
is geschreven bij Missive 21-5-1831, N132/365. 14-6-1831, 2.
(Inhoud Missive 21-5-1831, N132/365:
Nog geen antwoord ontvangen op verzoek aangaande vrijdom van zegel voor stukken betref
fende armenzorg.
Antwoord wordt verzocht.).
Aanschrijving door Gouverneur aangaande, het zegeL op de attestatien de vita,
en de kwitantie'n tot het ontvangen van lijfrente en pensioenen ten laste van de staat.
8-11-1831, 4.
Verzoek van Ontvanger Registratie alhier om aanwezigheid van een lid van B. en
W. bij de ze gel te Hing op 3 1-12-1831, 's avonds 4 uur.
Mr. J.D. Wierdsma aangewezen. 13-12-1831, 5.