7 I
Missive van Controleur Waarborg aangaande de assistentie van het Stedelijk
Bestuur of van de Commissaris van Politie bij visitatiën.
In advies gehouden. 24-11-1838, 8.
Missive door Controleur Waarborg, aangaande de visitatiën bij Goud- en Zilver
smeden op Dinsdagen, wanneer de Commissaris van Politie daarbij niet langer zal kun
nen assisteren, wegens zijn functie als openbaar aanklager bij het Kantongerecht al
hier, dat op die dagen zitting houdt.
Aangezien het moeilijk is deze visitatiën aan een bepaald lid van de Raad op te dra
gen, wordt door B. en WControleur verzocht de visitatiën zo min mogelijk op Dinsdag
te houden. Voor de gevallen, dat visitatie op die dag noodzakelijk is, kan dan een
lid van de Raad assisteren. 29-12-1838, 15.
Toezending door Gouverneur van afschriften van 2 missives van Raden en Gene
raal Meesters der Munt, aangaande de benoeming van een Commies-stempelaar en plaats-
bekledend Ontvanger op het Kantoor van Waarborg alhier. 17-12-1839, 6.
Missive Gouverneur omtrent zekere kwade praktijken, die plaats hebben ten aan
zien van het opkopen van oude zilveren werken.
Bij publicatie de ingezetenen waarschuwen. 4-1-1840, 3.
Mededeling door Gouverneur, dat is benoemd als Ontvanger van het Kantoor voor
Waarborg Goud en Zilver alhier:
G.J. van Dam, in plaats van: W. van Doesburg, op verzoek eervol ontslagen.
4-1-1840, 5.
Missive Gouverneur aangaande de certificaten van oorsprong voor goud- en zil
verdraadwerken. 23-10-1841, 1.
Toezending door GedStaten van K.B. 16-4-1842, N127, aangaande kosteloze
herkeuring van gouden en zilveren werken, die gedurende Maart 1.1. in de Bank van
Lening verpand, en met de keurmerken der voormalige Zuit-Nederlandse provinciën
waren voorzien.
Afschrift gezonden aan Commissarissen Bank Leening. 17-5-1842, 4.
Mededeling door Gouverneur, dat bij K.B. 5-8-1845, N66 aan Essayeur van Kan
toor van Waarborg J.M.A. van Marcke met behoud van pensioen eervol ontslag is ver
leend, en dat in plaats is benoemd: W. Hoevenaar, laatst Essayeur van het Waarborg-
kantoor te Rotterdam. 10-9-1845, 3.
Drank
Aanschrijving Gouverneur aangaande de uitloving van vermeerderde premien
voor de ontdekking van geheime branderijen en brouwerijen. 26-4-1828, 7.
Aanschrijving Gouverneur omtrent de invorderingen van gemeente opcenten we
gens aan Rijksaccijns onderhevige dranken.
Gesteld in handen van Commies Controleur en Ontvanger Accijnsen.
29-11-1828, 8.
Bepaling door Gouverneur, dat de uitvoerbiljetten van dranken niet meer
aan de plaatselijke besturen, maar aan de Gouverneur moeten worden teruggezonden.
12-7-1830, 2.
Toezending door Gouverneur van voorschriften aangaande een behoorlijke sur
veillance op het vervoer van gedestilleerd op vervoerbiljetten
13-10-1832, 2.
Aanschrijving Gouverneur aangaande de rechten op de invoer van wijnen en an
dere dranken in 's Rijks Oostindische bezittingen. 21-12-1833, 2.
Gemaal
Ingevoerd 1814?
Opgeheven 1817.
Weer ingevoerd 1-1-1823.
Weer opgeheven 1830.
Weer ingevoerd 1-5-1833. (Wet 29-3-1833). (Zie R1 1-4-1833, 3. en R17-4-1833, 1
Missive Commissaris-Generaal aangaande afwijzing van het verzoek der bakkers
om restitutie van impost. 4-2-1814, 6.
Missive Gouverneur, houdende verzoek om de Molenaars te verzoeken zich
Maandag a.s. bij hem te vervoegen. 20-6-1815, 7.
Mededeling door Gouverneur, dat volgens K.B. in Friesland depots van gemalen
tarwe en rogge worden aangelegd te Leeuwarden, Harlingen, Dockum, Sneek, Bolsward,
Lemmer en Heerenveen.
Verzocht wordt een magazijn aan te wijzen in overleg met de Controleur der Indirecte
Belastingen. 26-10-1816, 2.